Een bankje in de sneeuw bij de Puls. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een bankje in de sneeuw bij de Puls. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Bij een bevroren Puls

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Groen is altijd de dominerende kleur om me heen, wanneer ik heb plaatsgenomen op een bankje. Dat is niet verwonderlijk, want weilanden, maïsakkers en bomen en struiken bepalen een groot deel van het jaar het aanzicht in het buitengebied. Geel is er als het graan rijp is of als het erg droog is of als paardenbloemen massaal bloeien. Andere kleuren vallen zelden op, maar dit keer was op en rondom het bankje alles wit.
Dinsdag in de namiddag begon dan eindelijk ook de sneeuw, die al een deel van Nederland had ontregeld, in Winterswijk te vallen. Op woensdag bleek dat alles zoals meestal het geval is niet meteen weer was verdwenen. Om op het bankje bij de Puls te kunnen gaan zitten moest ik sneeuw met mijn Grolse wanten ruimen. Ik was echter niet de eerste die na de sneeuwval het bankje had bezocht. Naast me waren de sporen zichtbaar van vogels, die het blijkbaar ook leuk vinden om even gebruik te maken van een bankje.
Het was rustig bij de Puls. De plas was dicht gevroren, maar zeker nog niet geschikt voor schaatsers. Vissers zag ik uiteraard niet, hoewel ik wel eens op televisie gezien heb dat er in winters ook wel wordt gevist. Er moet dan eerst een gat in het ijs gemaakt worden. Dat gebeurde in het buitenland. Of dit ook een toegestaan gebruik is in Nederland weet ik niet. Bevroren water betekent ook dat er geen watervogels zijn. Die zoeken plekken op waar in een vorstperiode open water is, zoals 't Hilgelo en de beken. Er vliegen alleen enkele kauwtjes rond, die zelfs even het ijs uitproberen, maar al snel in de gaten hebben dat ijspret niets voor ze is.
Of het door de sneeuw en het ijs komt, of omdat het zo grijs is, het is hier erg stil. Meestal hoor je toch altijd wel enkele vogels roepen of kwebbelen, dichtbij en in de verte, maar op deze niet echt aangename januaridag hebben zelfs zij er geen zin in. De Puls is een van de viswateren van Hengelsportvereniging de Karper. Het bestuur zoekt nog nieuwe vrijwilligers, ik herhaal het nog maar een keer. Bij de Puls is langs de oever weinig plek voor oever- en waterplanten. Ik vind dat jammer, maar ik weet dat bij de plassen in Kotten (Kloosterven) en in Meddo meer ruimte voor natuur is. Lang geleden ben ik met wijlen Henk Mentink, die toen al jarenlang bestuurslid was, een keer langs al die plassen van de Karper geweest. Hij liet me zien dat de vissers wel degelijk oog hebben voor natuur en dat zal nog steeds zo zijn. Natuurlijk is een goede waterkwaliteit zeker in beken belangrijk voor ze en ook daar zetten vissers zich voor in.
Als ik hier bij de Puls zit denk ik echter toch aan een plant, die er niet meer groeit. Daarvoor zijn de oevers hier door de beschoeiing niet meer geschikt. Een geleidelijke glooiende overgang is voor oeverplanten beter. Het zeldzame plantje was echter al verdwenen, voordat de Puls een strakkere inrichting kreeg. Polei, zoals deze plant heet, is een familielid van de watermunt, en komt niet veel meer voor in ons land. In het begin van de jaren zeventig toen ik me net begon te verdiepen in de plantengroei van Winterswijk gingen plantenexcursies van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie vaak even langs de Puls om dat plantje te bewonderen. Je moest er goed naar zoeken, want erg opvallend was die niet. Bovendien was de groeiplaats klein. Toch wel apart, de polei is in Winterswijk, want dit was de enige vindplaats in onze gemeente, al zo'n 45 jaar verdwenen en toch denk ik er nog steeds aan als ik in de buurt van de Puls ben.

Een bevroren Puls. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Sporen van vogels naast me. Foto: Bernhard Harfsterkamp