Afbeelding

Joris Nieuwenhuis

Veldrijder & wielrenner - 22 jaar - Afkomstig uit Zelhem

Focus,

Wil je als veldrijder meedoen in de klassementen, dan zal je er het gehele jaar moeten staan. Vanaf de eerste wereldbeker op 23 september, tot aan de laatste superprestige op 16 februari. Het is echter fysiologisch onmogelijk om van het begin tot het eind te pieken. Daarom kiezen veel crossers, waaronder ik, ervoor om het seizoen in te delen met piekperiodes en periodes waarin we veel trainen. Afgelopen week en de komende week staan vooral in het teken van trainen. Daarna komt mijn piekperiode er dus weer aan: het WK bij de Heren Elite, op 3 februari in het Deense plaatsje Bogense.

Wanneer het wereldkampioenschap nadert, gebeurt er iets met mij. Meestal begint dat zo'n maand van tevoren. De eerste mediaberichten over het parcours, over de topfavorieten, zelfs over de prijzen van de drank en het eten, komen dan online. Ik probeer er niet te veel bij stil te staan, maar onbewust doe ik het toch. Ik merk dat ik dan een soort tunnel in rijd, met als uitgang de finishstreep in Bogense. Over bijna elke beslissing die ik maak, vraag ik mijzelf af: ga ik hier op het WK harder van fietsen? Eigenlijk heb ik dat altijd al gehad: als er kampioenschappen aankomen, word ik heel doelgericht. Afleidingen van buitenaf worden zonder na te denken afgeketst. Afspraken worden allemaal na 3 februari gepland.

'Leg je jezelf juist nu niet meer druk op?' Jazeker, ik zet zelfs in de krant dat dit mijn hoofddoel is! Maar de enige druk die ik voel, is vanuit mijzelf. Vanuit het team, vanuit huis, vanuit mijn vrienden/familie, oftewel de enige mensen die bij mij de druk zouden kunnen opvoeren, voel ik juist totaal geen druk. Want ook wanneer het mis gaat, zullen deze mensen nog altijd achter mij staan. En dat neemt meteen heel veel spanning weg! En mocht ik vanuit mijzelf geen spanning voelen, dan zou ik mij pas echt zorgen moeten maken. Dat zou namelijk betekenen dat het mij niets (meer) zou uitmaken.

Nu is de tijd dus weer aangebroken: ik ga die tunnel in. Ik kom er pas uit wanneer ik over de finish ben.