Het bankje aan de Luikenhuisweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje aan de Luikenhuisweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Aan de Luikenhuisweg

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – De liefhebber van weidse uitzichten zal niet snel naar Winterswijk gaan. Die zal naar het Groene hart of naar een IJsselmeerpolder gaan, waar je heel ver weg kunt kijken. Ikzelf heb niet zo'n behoefte om heel ver weg te kunnen kijken. Bij een polderlandschap denk ik niet aan een mooi landschap, maar aan een te open kaal geworden gebied. Zoals hier bij het bankje aan de Luikenhuisweg.
Het vreemde is dat de liefhebber van vergezichten, waarbij zijn uitzicht niet wordt belemmerd door bossen en houtwallen, het deel van Meddo waarin ik me bevind nog steeds kleinschalig zal noemen. Voor me staat een driehoekig minibos, waarvoor de aanduiding begroeide overhoek de beste is. Als ik tussen de bomen door kijk en er ook een beetje langs, zie ik achter het weiland meteen al bomen staan. Als ik naar rechts kijk over de Greuneweg heen kan ik de bomen in de verte echter nauwelijks meer onderscheiden. Deze enorme grasvlakte zou ik niet meer kleinschalig noemen.
Aan de begrippen grootschalig en kleinschalig moest ik denken, omdat er laatst in de gemeenteraad gesproken werd over grootschalige ruilverkavelingsgebieden, die ook in Winterswijk aanwezig zouden zijn. Daar zou dan een park met zonnepanelen van vele hectares groot wel in het landschap passen. Zou daarbij aan een plek als deze aan de Greuneweg zijn bedoeld? Ik hoop het niet, want ik bevind me in het oude ontginningslandschap van Meddo. In dat landschap zou je alles wat een grote schaal heeft willen vermijden.
Toch is het landschap hier niet meer zo kleinschalig als in 't Woold of in Ratum. Hier zijn al vanaf het einde van de jaren 30 van de vorige eeuw geleidelijk aan veel kleine landschapselementen verdwenen. Daar was niet eens een ruilverkaveling voor nodig. Het was eigen initiatief van de boeren, die al heel veel hadden gedaan voordat in de jaren 80 met een officiële ruilverkaveling werd begonnen. Die ruilverkaveling in Winterswijk-west heeft voor verdere verbeteringen vanuit landbouwoogpunt gezorgd, maar leidde tegelijkertijd tot de aanleg van 300 hectare nieuwe landschapselementen. Niet in de buurt van dit bankje.
Misschien kijk ik teveel op oude kaarten. Daardoor weet ik dat de omgeving van het bankje er honderd jaar geleden heel anders uitzag. Overal lagen hier houtwallen en bosjes, die kleine akkers en weilanden omzoomden. Voor een moderne boer is dat niets en daarom begrijp ik ook wel dat de boeren van toen met de veranderingen zijn begonnen. Toch sleutelden ze nog niet al te veel aan de waterhuishouding. De oorspronkelijke loop van de Beurzerbeek zou ik vanaf dit bankje in de jaren 60 nog in de verte hebben zien kunnen lopen. Die beek kronkelde nog enigszins. De nieuwe Beurzerbeek, een brede rechte beek, loopt sinds omstreeks 1970 zuidelijker.
Toch mag het hier van mij opnieuw kleinschaliger worden. Kunnen we beginnen met twee of drie nieuwe houtwallen over die grassteppe heen? En hier en daar wat ruige perceelranden? Het aantal planten en dieren zal dan weer iets kunnen toenemen. Veel leven herbergt zo'n veld met Engels raaigras niet, al zie ik er vanaf het bankje wel een torenvalk. De roofvogel hang stil in de lucht. Nou ja, stil, hij moet de vleugels flink bewegen om op dezelfde plek te blijven. Bidden wordt dit genoemd. Dan moet er toch een muis zitten. De valk duikt echter niet, maar vliegt na een tijdje naar een andere plek boven het weiland. Daar begint hij opnieuw te bidden. Opnieuw zonder resultaat. Daarna verlies ik de valk uit het oog.

Een weids uitzicht. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een begroeid overhoekje. Foto: Bernhard Harfsterkamp