Winterswijkers tevreden over zorg en ondersteuning bij uitvoering Wmo en jeugdhulp

Winterswijkers tevreden over zorg en ondersteuning bij uitvoering Wmo en jeugdhulp

WINTERSWIJK - De gemeente Winterswijk voert jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek uit onder inwoners die zorg en ondersteuning krijgen bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en jeugdhulp. Uit het dit jaar gehouden onderzoek blijkt dat de inwoners tevreden zijn over de ondersteuning die zij in 2017 kregen.

Adviesbureau BMC heeft het onderzoek in opdracht van de Achterhoekse gemeenten in mei en juni 2018 uitgevoerd onder een steekproef van inwoners die vorig jaar een vorm van ondersteuning hebben gekregen. In Winterswijk zijn 860 cliënten bevraagd die een Wmo-voorziening hebben. Van hen hebben 323 cliënten de vragen beantwoord. Voor de jeugdhulp zijn in totaal 387 ouders van kinderen van ongeboren tot 18 jaar aangeschreven. Daarnaast zijn 176 jongeren tussen de 12 en 23 jaar die jeugdhulp kregen aangeschreven. In Winterswijk hebben in totaal 115 ouders en jongeren deelgenomen aan dit onderzoek door een (online) vragenlijst in te vullen.

Wmo
43 procent van de respondenten heeft contact opgenomen met de gemeente voor een ondersteuningsvraag op het gebied van de Wmo. De resultaten zijn positief, maar net iets lager dan vorig jaar. Dit komt met name naar voren bij het contact met de gemeente over de toegang tot hulp (keukentafelgesprek). Dit zou kunnen liggen aan het feit dat bij de steekproef iedereen wordt meegenomen die een voorziening heeft, ook als er geen keukentafelgesprek heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld bij een automatische verlenging).
De respondenten zijn tevreden over de snelheid waarmee men geholpen werd. Zij vinden de ondersteuning die zij krijgen passen bij hun hulpvraag en ervaren de kwaliteit van de ondersteuning als goed. Hiermee zijn de resultaten ongeveer gelijk aan vorig jaar en scoort de gemeente Winterswijk iets hoger op beide vlakken dan de referentiegemeenten.
Respondenten met een Wmo-indicatie beoordelen de effecten van de ondersteuning vergelijkbaar ten opzichte van vorig jaar en de referentiegroep. 79 procent van de respondenten ervaart door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven. Dit is iets hoger dan in 2016 (78%) en ook iets hoger dan de referentiegroep (77%).

Jeugd
Van alle ouders/jeugdigen geeft 61 procent aan in het afgelopen jaar een (keukentafel)gesprek te hebben gehad met het ondersteuningsteam. Opvallend is dat Winterswijk op alle aspecten die gaan over het (keukentafel)gesprek net iets beter scoort dan gemiddeld in de regio, waar de tevredenheid op een erg hoog niveau ligt. Het meest tevreden zijn de respondenten over de vriendelijkheid van de medewerker (100%) en het kunnen geven van hun eigen mening (eveneens 100%).

Ouders en jongeren is gevraagd hoe zij de zorg of hulp ervaren. Zij vinden dat ze vaak of altijd goed worden geholpen bij hun vragen en problemen. Beslissingen worden samen genomen. Ook is gevraagd naar de kwaliteit van de hulpverleners. Een ruime meerderheid van de respondenten spreekt zich positief uit over de hulpverleners. De kennis van medewerkers is erg goed (men heeft het idee serieus te worden genomen en de behandeling is volgens nagenoeg alle respondenten respectvol.
Het grootste effect van de hulpverlening aan de jeugd lijkt te zijn bereikt op de gebieden van opgroeien en zelfredzaamheid. De jongere voelt zich beter en het gedrag is zowel volgens de jongere als de ouders verbeterd. Het effect van de hulp lijkt, net als in 2016, iets sterker te worden ervaren dan in de referentiegroep.

Onafhankelijke cliëntondersteuning
Uit het onderzoek blijkt dat maar een klein deel van de inwoners van de gemeenten weet dat ze gebruik kan maken van onafhankelijke cliëntondersteuning. De aanbeveling is om meer informatie over deze mogelijkheid te verstrekken.
"Winterswijk scoort op alle onderdelen een dikke voldoende. Vorig jaar waren onze inwoners ook al tevreden, dus we zijn heel blij met deze resultaten. Met de verbeterpunten gaan we op korte termijn aan de slag", zegt wethouder Ilse Saris.