Klimop

is een interessante plant. Ik volg de groei van deze klimmer al jaren nauwgezet. Daarvoor hoef ik niet naar een bos te gaan of naar een oude eik langs een weg. Ik kan dat bij huis doen. De klimop kruipt niet alleen over de bodem van mijn tuin of richt zich omhoog langs kastanje en hazelaar. De favoriete groeiplek van de klimmer is het huis zelf. De achterkant en zijkant zijn al goed begroeid geraakt. Binnenkort wordt zelfs de voorkant bereikt.

De klimmer met de donkergroene bladeren is zelfs al binnen in het huis te bewonderen. Dat komt omdat vanaf de lente altijd enkele ramen op een kier staan. Via de bovenraampjes van de dakkapel aan de achterkant kruipen al enige maanden enige twijgen over mijn kast met Duitse schrijvers, van wie de achternamen beginnen met de letters T tot en met Z. Het mooist groeit de klimop op de badkamer. Elke dag die ik begin met vijf druppels water in mijn gezicht te spetteren en het poetsen van mijn tanden kijk ik even naar de vier slingers, die een weg proberen te vinden over de gladde tegels.

Er zijn al vele mensen geweest die mij hebben gezegd dat ik de klimop van mijn huis moet verwijderen. Als hun enge verhalen waren uitgekomen, was mijn huis al lang ingestort. Nog steeds heb ik niet de indruk dat ik in een bouwval woon. Een enkele keer knip ik takjes af. Vaak is dat in december als er kerstkransen gemaakt worden. Ik ben dan graag bereid wat groen materiaal ter beschikking te stellen aan creatieve geesten. Ook het badkamerraam en daarmee de badkamer knip ik weer vrij, als in de winter dat raam weer enkele maanden dicht gaat.

Natuurlijk heeft de overvloedige klimop een enkel nadeel. De schoorsteen aan de achterkant is onzichtbaar geworden. Daardoor durf ik de open haard niet meer aan te steken, want stel je voor dat de klimplant vlam vat. Iedereen vertel ik dat ik dat niet meer doe, omdat die houtrook zo schadelijk is. Maar er is vooral een plantaardige reden. Toch heel veel wegknippen? Maar ja, dan heb ik een hoogwerker nodig, want op een lange ladder durf ik niet meer te staan. Daarvoor heb ik het geld niet over, waardoor "laat maar groeien" het uitgangspunt is geworden.

Van de week heb ik een glazenwasser gebeld. Mijn huisgenoot wilde graag dat alle ramen een keer goed worden gelapt. Niet meteen komen, zei ik, want ik moet eerst hier en daar enig groen verwijderen. Daarom pakte ik mijn favoriete snoeischaartje, waarmee ik altijd de beukenhaag enigszins fatsoeneer. Ik zette een korte ladder, waar ik nog wel op durf, bij het achterkamerraam. Ik klom er op en wilde een tak wegknippen, toen ik overweldigd werd door dierlijk leven. De klimop is momenteel volop in bloei en dat trekt erg veel insecten aan. Wat een gegons en gezoem! Nee, die nectarbronnen kon ik nog niet verwijderen. Hierna worden de geelgroene bloempjes door weer andere dieren geliefde besjes en die groene wildernis tegen het huis aan is ook een mooie schuilplaats. Laat maar zitten, dacht ik vrijwel meteen. Ramen lappen is prima, maar als het er enkele minder worden is geen ramp.