Het bankje aan de Halteweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje aan de Halteweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf een bankje

Aan de Halteweg

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Er zijn wegen waar ik zelden over heen fiets. Dat komt omdat ze nergens naar toe leiden. Als ik naar de Haart, Aalten of Bredevoort ga is er een keuze uit diverse routes, maar een weg die bijvoorbeeld de route naar de Haart en Aalten verbindt wordt overgeslagen. Terug komend vanuit Aalten had ik een bankje in gedachten om op plaats te nemen. Dat had ik vanaf de Misterweg kunnen bereiken via de Hutteweg, maar ik koos er voor de Halteweg te nemen. Op een driesprong trof ik daar het bankje van deze week aan.

Het is een mooie gelegenheid om een foutje uit een vorig bankjesverhaal te corrigeren. Een tijdje geleden zat ik niet ver hier vandaan op een bankje aan de Binnenboomweg en sprak ik over de Halte Misterweg. Daar stopte lang geleden de trein naar Aalten. De naam was echter gewoon Halte Miste. Hoe ik bij die naam kwam? Heel simpel. De Halteweg heette voordat in de jaren negentig allerlei wegen in het buitengebied nieuwe of aangepaste namen kregen Halte Misteweg. Ik heb dat altijd verkeerd gelezen en de naam Halte Misterweg zette zich vast in mijn geheugen. Ik dacht echt dat de halte verwees naar de weg van Winterswijk naar Aalten.

Wat ik wel zeker weet is dat het bankje op de overgang staat van het broek- en goorgebied naar het oude hoevenlandschap van Miste. Voor me ligt een eeuwenoude es. De bolvorm is duidelijk te zien. Van de boerderij rechts in de verte zie ik alleen het dak. De es is niet in gebruik als bouwland, maar is grasland. De tijd dat op essen alleen graan, knollen en voederbieten (mangels) werden verbouwd is al een tijdje voorbij. Niet alleen kwam de maïs, maar voor de melkveehouderijen was het ook prima om essen in te zaaien met Engels raaigras, met maïs al heel lang het belangrijkste voerdergewas voor de koe. Het ter plekke opeten hoeft niet meer. Steeds meer koeien blijven in de stal en het gras wordt zo vaak als het kan gemaaid en ingekuild of 'verpakt' in die balen met meestal wit plastic er omheen, al zie je ook wel andere kleuren. Op essen zie je hier en daar nog andere niet zo passende gewassen als lelies, gladiolen en al die coniferen en boompjes die een boomkwekerij aanbiedt.

Ook hier is het gras al weer verrassend groen. Twee weken geleden was het nog een en al geel als je door het buitengebied fietste. Sindsdien heeft het enkele keren geregend, soms zelfs enige uren achtereen. Het was nog lang niet genoeg om het vochttekort aan te vullen, maar gras reageert blijkbaar snel. Weldra zal er hier voor een volgende snede gemaaid worden. Maïs stond er op vele plekken deplorabel bij. Rondom Winterswijk is de maïs hier en daar zelfs al van het land af, maar rechts naast me zie ik een veld dat er nog frisgroen uitziet en ook van een behoorlijke hoogte is. Misschien staat het op de broek- en goorgronden, moerassige gronden die minder snel uitdrogen. Waar precies de grens van het Bunninkgoor ligt weet ik niet. Ik weet alleen dat het achter me ligt en er kleinschaliger uitziet dan het daar weer achter liggende Zwanenbroek, dat op een polder lijkt.

Achter de es en het weiland daarachter zie ik de contouren van de Stortelersbeek, die ergens vanaf hier Stuwbeek wordt genoemd. Ja, omdat er stuwtjes inzitten. In de verte wordt het stroompje nog begeleid door elzen en eiken en is het een houtwalbeek. Links in de verte is de beplanting verdwenen en stroomt de beek in open gebied Aalten in en mondt die uit in de Keizersbeek. Het beekje staat nog droog zag ik toen ik het passeerde op weg naar het bankje. Die houtwalbeek verlengen naar de Keizersbeek lijkt mij een aardig project voor het Waterschap in een van de komende jaren. Die houtwalstrook mag dan gerust vijf keer zo breed zijn dan die ik de verte zie. Dan kan de beek daarin mooi kronkelen.

De es met daarachter de Stortelersbeek. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Maïs in de verte. Foto: Bernhard Harfsterkamp