Robert Kwak houdt op de trektelpost de omgeving nauwlettend in de gaten. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Robert Kwak houdt op de trektelpost de omgeving nauwlettend in de gaten. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Robert Kwak: vele uren per week op pad om vogels te tellen

'Alleen vol te houden als je er plezier aan beleeft'

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Het is nog vroeg op de zaterdagmorgen, maar Robert Kwak van de Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek staat al op de oude vuilnisbelt. Hij is er een half uur voor zonsopgang aangekomen, omdat vanaf dat moment de trekvogels worden geteld. Een uur later constateert hij dat het tot dan toe nog een rustige trektelmorgen is. Daarna zal het veranderen en noteert hij regelmatig de afkortingen van vogelnamen op zijn formulier. Uiteindelijk blijkt het de drukste trektelmorgen van het jaar te zijn en worden er 159 exemplaren van tien verschillende soorten geteld.

De verwachting is dat er in de komende weken langzamerhand meer te tellen zal zijn, want de echte najaarstrek moet nog op gang komen. "Er trekt hoegenaamd nog niets", vertelt Kwak. Hij houdt via internet wel in de gaten wat er noordelijker gebeurd. Falsterbo, het zuidelijkste puntje van Zweden, is een befaamd punt voor vogelliefhebbers. Daar komt een groot deel van de trekvogels uit Scandinavië en Noordwest Rusland langs. "In Falsterbo is de eerste trek van de boompieper en de gele kwikstaart begonnen. Die verwacht ik in de komende week ook hier." Ze blijken toch al eerder te verschijnen, want even later neemt hij al een eerste boompieper waar. Daarna zullen er nog enkele overkomen. Uiteindelijk telt Kwak er in de twee en half uur dat hij op de trektelpost staat negen. Een half uur later hoort hij het geluid van de gele kwikstaart. Even later vliegt een groepje van vijf over. De meeste trek is er deze morgen van boerenzwaluwen (89 exemplaren) en de grauwe gans (30 stuks).

De najaarstrek wordt al meer dan veertig jaar gevolgd door de Vogelwerkgroep. Sinds een jaar of vijftien is de trektelpost verplaatst naar de oude vuilnisbelt tussen Driemarkweg en Eekelerweg. Als de trekvogels niet al te hoog overvliegen zijn ze met een kijker goed te herkennen door een vogelkenner. Soms komen de vogels lager over, zodat ze zelfs met het blote oog goed zijn te zien. Dat geldt voor de twee grote zilverreigers die zoals Kwak zegt 'strak zuidwest vliegen'. Ze zijn afkomstig uit Midden Europa en zijn op weg naar kustgebieden. Vogels onderscheiden zich ook door het moment waarop ze met de najaarstrek beginnen. Sommige vogels trekken al vroeg naar het zuiden. De gierzwaluwen zijn al in de derde week van juli na een verblijf van slechts twee en halve maand vertrokken. "Maar bij Falsterbo komen er nog steeds gierzwaluwen over."

Op de oude belt staat een verhoogd plateau om een nog beter overzicht te hebben. Het is momenteel niet gemakkelijk om er op te komen, want de trap is vorig jaar vernield. De trektelposten van de Vogelwerkgroep hebben vaker last van vandalisme gehad. De gemeente zal de post volgend jaar opknappen. De najaarstrek wordt vanaf eind juni gevolgd, maar Robert Kwak heeft vanaf het begin van het jaar eenmaal per week gesteld. Hij wilde de voorjaarstrek, de terugkeer van al die vogels die via Winterswijk naar hun broedplaatsen vliegen, ook eens volgen. "Qua hoeveelheid vogels was het mager", zegt Kwak. Tijdens de voorjaarstrek zijn er altijd minder vogels, want tijdens de najaarstrek en in de overwinteringsgebieden sterven er veel vogels. Ze zijn in het voorjaar ook lastiger waar te nemen, omdat ze dan vaak meewind hebben en veel hoger vliegen. Desondanks had Kwak meer verwacht. "En uitgerekend tijdens de beste maand, maart, was ik op vakantie." Hoewel er meer leden van de Vogelwerkgroep trekvogels tellen, komt het de laatste jaren vooral neer op Kwak. Hij vindt dat jammer, want in de topperiode van de najaarstrek had hij graag twee tot drie tellingen per week gehad. Alleen kan hij dat niet.

Vaak op pad om vogels te tellen
Robert Kwak telt al zijn hele leven vogels. De verzamelde gegevens worden daarna thuis uitgewerkt. Na de afloop van een telseizoen wordt er een verslag over geschreven voor de Leunink, het jaarboek van de Vogelwerkgroep. Kwak telt niet alleen trekvogels. Op deze zaterdag gaat hij ook nog naar 't Hilgelo om alle vogels te tellen. Ook dat doet hij één keer per week. Daarnaast loopt hij met een groepje twee keer per maand langs de Groenlose Slinge van Winterswijk naar Groenlo, waarbij hij ook oog heeft voor vlinders en libellen. Ook telt hij nog één keer per maand alle vogels in het agrarisch gebied van Meddo en zijn er nog de watervogeltellingen die hij regelmatig doet. Van maart tot juli zijn er bovendien nog broedvogelkarteringen. Dit jaar voerde Kwak er één in Duitsland uit. Met het uitwerken erbij kost al dat tellen veel tijd. Kwak doet het allemaal naast zijn baan bij de Vogelbescherming, waar hij 36 uur per week werkt. En dan blijft er ook nog tijd over voor het gezinsleven. Hij geeft toe dat het soms zwaar is, maar hij houdt het vol, omdat hij er nog steeds plezier aan beleefd.

Het gaat Kwak natuurlijk niet alleen om het verzamelen van gegevens. Er moet wat mee gedaan worden. Daarom is hij blij met het boek 'Een eeuw broedvogels van het Korenburgerveen', dat onlangs verscheen. Hierin zijn vijf broedvogelinventarisaties van de Vogelwerkgroep verwerkt, aangevuld met oudere gegevens. Het boek laat zien dat die inventarisaties hebben geleid tot veranderingen in de inrichting en het beheer van het veen, waarna een volgende inventarisatie toont dat de ingrepen hebben geholpen. Al dat tellen maakt niet altijd even vrolijk. Door het al meer dan veertig jaar volgen van de broed- en trekvogels is duidelijk geworden dat de aantallen vogels sterk gedaald zijn. Zelfs 'gewone' vogels hebben het steeds moeilijker. Het is een zorgwekkende trend, die onder andere veroorzaakt wordt door het te intensieve gebruik van agrarische gronden. Kwak blijft daarom herhalen dat er een minimale ecologische basiskwaliteit moet komen voor de landbouwgronden. Meer natuurinclusieve landbouw kan daarbij helpen. Zijn grootste wens is echter een nieuwe avifauna van het werkgebied van de Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek, dat bestaat uit de gemeenten Aalten en Winterswijk en een groot deel van de gemeente Oost-Gelre. In dat overzichtwerk moeten alle vogels die er ooit zijn waargenomen worden beschreven. Kwak hoopt dat het in 2023, als de Vogelwerkgroep 50 jaar bestaat kan verschijnen. Maar voordat het zover is, moeten een aantal gebieden eerst nog beter onderzocht worden.