Is het wel een bankje daar in de Driemark? Foto: Bernhard Harfsterkamp
Is het wel een bankje daar in de Driemark? Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf een bankje

Bij een oude kleiput

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Herinneringen vervagen wanneer je ergens lang niet meer geweest bent. In de Driemark, het bosgebied tussen de Eekelerweg en de Vreehorstweg heb ik vaak rond gelopen. Daar bevinden zich ook twee kleine plasjes, die gebruikt worden door visverenigingen. Stond daar ook niet ergens een bankje? Ik wist het niet zeker meer en ging kijken.

Het plasje waar ik omheen liep ligt in het bos direct achter de steenfabriek de Vlijt. Het heeft ook iets met deze fabriek te maken, want het is een van de oudste kleiputten in de omgeving. Al vele jaren wordt die gebruikt door Hengelsportvereniging Ons Genoegen en die had vast wel ergens een bankje geplaatst . Als eerste stuitte ik op een schuilhut. Misschien staat er wel een bankje in, dacht ik, maar ik trof slechts een witte plastic stoel aan. Daarom ging ik verder langs de plas met enigszins troebel water. Op het water bloeide de waterlelie wel mooi.

In de verte zag ik nog een gebouwtje. Dat was van steen. Ik had het vaker gezien, maar herinnerde me niet precies hoe het er van binnen uitzag. Toen ik er naast stond zag ik dat het ook een soort schuilhut was, maar dan een van baksteen. Ongetwijfeld opgebouwd met stenen die door de steenfabriek zijn gebakken. De deur was gesloten, maar door het raampje zag ik opnieuw zo'n wit plastic stoeltje staan. Mooi hoor, deze gemetselde schuilhut. Het is zo'n "monumentje" waar Willem Peletier niet aan voorbij zou willen gaan. Direct ernaast vond ik het bankje. Mijn herinnering had me toch niet in de steek gelaten.

Is het wel een bankje? Ik vind van wel. Er zijn twee dwarsliggers, waarop een boomstam is gelegd. Maar die is aan de bovenkant wel duidelijk afgeplat. Bijgeschaafd? Bijgezaagd? Terwijl ik er op ging zitten constateerde ik dat die wel aan de lage kant is. Het leek me ook niet meteen een bankje waarop een visser gaat zitten om zijn hengel uit te werpen. Te ver van de plas af. Maar het is wel een mooi plekje om te genieten van de weldadige natuurrust, die hier dominant is. De achtergrondgeluiden moet je dan wel negeren, want overdag hoor je hier heel goed dat de steenfabriek niet heel ver weg is.

Vanaf het bankje kijk je op het eilandje dat midden in de plas ligt. Het is begroeid met elzen, wilgen en berken, bomen die wel van natte voeten houden. Eromheen groeit riet en lisdodde. Een moerasstruweel zou ik het noemen, waar in mei en juni veel gekwetter vanuit zal klinken. Vogelgeluiden zijn er in augustus nauwelijks meer rondom de plas. Alleen vanuit het bos laten enkele bosvogels zich nog horen. De laatste keer dat ik toevallig een blik wierp ik op de plas zag ik er een een ouderpaar grote Canadese gans met vier jongen zwemmen. Dat is een exoot die zich langzaam uitbreidt in Winterswijk. Vorige week hoorde ik dat een grote groep van deze ganzen zich tijdelijk heeft gevestigd op een megapoel in Meddo.

De vissers plegen hier wel enig onderhoud. Links van me in de bosrand ligt wat lisdodde die langs de oevers is verwijderd. Die oevers mogen niet al te veel begroeid raken, want anders kunnen de vissers niet gemakkelijk bij hun viswater komen. In de verte tussen plasoever en de bosrand ligt een verhoging, waarop het smalspoor dat van de kleigroeve, die nu verderop aan de Driemarkweg naast de oude vuilnisbelt ligt, naar de steenfabriek loopt. Omdat die niet meer gebruikt wordt is het spoortje helemaal overwoekerd. Alleen van heel dichtbij zie je tussen de planten door hier en daar nog enkele stukjes rail. De Driemark en aangrenzende terreinen is met zijn variatie een boeiend gebied met een boeiende geschiedenis, Hier valt veel te vertellen over het ontstaan van de baksteenindustrie in Winterswijk. Dat mag gerust iets duidelijker naar voren komen.

Vanaf het bankje uitzicht op een eilandje in een plas. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Alleen leden mogen vissen. Foto: Bernhard Harfsterkamp