Robert Kwak overhandigt het vogelboek over het Korenburgerveen aan gedeputeerde Peter Drent. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Robert Kwak overhandigt het vogelboek over het Korenburgerveen aan gedeputeerde Peter Drent. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

'Een eeuw broedvogels van het
Korenburgerveen' gepresenteerd

Boek laat zien dat natuurbeheer zinvol is

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Op vrijdag 6 juli werd het eerste exemplaar van 'Een eeuw broedvogels van het Korenburgerveen' door Robert Kwak van de Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek overhandigd aan Peter Drenth, gedeputeerde van de Provincie Gelderland. In het boek wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de broedvogels van het veengebied. Het verdwijnen en verschijnen van soorten en de wisselingen in aantallen illustreren goed de veranderingen in het grootste natuurgebied van de Oost-Achterhoek. Het boek laat tevens zien dat de inrichtings- en beheermaatregelen van de laatste twintig jaar hebben bijgedragen aan de terugkeer van verdwenen soorten, zoals de blauwborst, of het verschijnen van nieuwe soorten, zoals de kraanvogel. Gedeputeerde Drent noemde het boek een felicitatie aan alle mensen, die hebben bijgedragen aan het behoud van het Korenburgerveen.

Honderd jaar geleden
Het Korenburgerveen, bestaande uit Vragenderveen, Meddose Veen en Corlese Veen, is zo'n 340 hectare groot. Rondom het veen ligt een bufferzone van ruim honderd hectare groot, die inmiddels ook grotendeels ten behoeve van de natuur is ingericht. Het gebied is in bezit van de Vereniging Natuurmonumenten en de Stichting Marke Vragenderveen. In 1918 kon Natuurmonumenten de eerste honderd hectare van het gebied kopen van een investeringsmaatschappij, die het veen wilde ontginnen, maar daarin niet slaagde. Ook de gemeente Winterswijk wilde in dezelfde tijd een deel van het veen, het Meddose Veen, ontginnen. Daartoe zou voor afwatering de Schaarsbeek aangelegd worden. Dat leidde meteen tot een briefwisseling tussen Natuurmonumenten en de gemeente. De beek kwam er wel, maar met enige aanpassingen, waardoor de nadelige invloed op het veen minder werd. De gemeente heeft de ontginningsplannen uiteindelijk niet uitgevoerd. In 2013 werd het Meddose veen aan Natuurmonumenten verkocht en binnenkort wordt de Schaarsbeek gedempt.

'Meest complete hoogveenlandschap van Noordwest-Europa'
Robert Ketelaar, als ecoloog werkzaam bij Natuurmonumenten, gaf tijdens het symposium van de Vogelwerkgroep waarop het boek werd gepresenteerd, een korte schets van de geschiedenis van het veen en de huidige toestand. Hij sprak over een hoogveenlandschap, want het Korenburgerveen is meer dan alleen een hoogveen met veenmossen. Er is aansluitend op de hoogveenkern ook een zone met moerasvegetaties, gagelstruwelen en bloemrijke schraalgraslanden. Aan de rand liggen elzenbroekbossen en bossen van drogere grond. Door deze grote variatie is dat hoogveenlandschap belangrijk voor vele planten- en dierensoorten. Honderd jaar geleden was het Korenburgerveen nog open en waren er veel waterpartijen. Dertig jaar geleden werd het het grootste bos van Winterswijk genoemd. Door de ingrepen daarna, zoals de aanleg van damwanden die zorgden dat het water in het gebied beter werd vastgehouden, is het veengebied weer natter en opener geworden. Daarnaast zijn er in de randzone veel waterpartijen aangelegd. Ketelaar noemde het Korenburgerveen 'het meest complete hoogveenlandschap van Noordwest-Europa'. Nergens komt meer een veen voor met zoveel verschillende biotopen (leefgebieden) voor planten en dieren.

Veel broedvogels in een relatief klein gebied
De Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek heeft het Korenburgerveen in 1981, 1994, 2002, 2010 en 2016/2017 onderzocht op broedvogels. Van enkele jaren verschenen al afzonderlijke rapportages. In 'Een eeuw broedvogels van het Korenburgerveen' worden niet alleen de resultaten van de vijf inventarisaties samengevat. Ook over de periode 1918 tot 1981 zijn gegevens verwerkt. Die zijn afkomstig uit artikelen, excursieverslagen en rapporten. Daaruit blijkt dat in het verleden nu overal zeldzame soorten als korhoen en zwarte stern in het veen voorkwamen. Robert Kwak heeft alle beschikbare gegevens op een overzichtelijke manier gepresenteerd in het boek. Hij heeft daarbij de vogels ingedeeld volgens hun hoofdleefgebied. In de honderd jaar zijn in totaal 133 verschillende soorten broedvogels vastgesteld. Bij de eerste inventarisatie waren dat 76 soorten. In 2016/2017 waren dat er 109. Gemiddeld broedden er de laatste jaren zo'n honderd verschillende vogelsoorten per jaar. Volgens Kwak is dat veel voor een relatief klein gebied.

Meer soorten, minder exemplaren per soort
Dat het veen van een open gebied tot een bos werd en daarna weer opener en waterrijker werd, wordt geïllustreerd door de veranderingen in de broedvogelstand. Decennialang namen de bosvogels toe, om nu weer af te nemen. Omdat er nog voldoende boselementen zijn, kunnen ze nog steeds wel in redelijke aantallen aangetroffen worden. Door de vernattingmaatregelen wordt de hoogveenkern weer geschikter voor de broedvogels van heide en veen. Tijdens de inventarisatie van 1981 werd een karakteristieke vogel van dit leefgebied, de blauwborst, niet meer aangetroffen. Inmiddels zijn er weer ruim 40 paren aanwezig. En in 2016 broedde de kraanvogel voor het eerst succesvol. Eenzelfde positieve ontwikkeling is er voor de vogels van moeras en open water. Tegelijkertijd valt echter ook op dat de aantallen van bijna alle broedvogels afnemen. Dat geldt duidelijk voor wat altijd als gewonere soorten werden beschouwd, de vogels van het agrarisch cultuurlandschap. In de randzone zijn soorten als ringmus, huiszwaluw en kievit duidelijk afgenomen.

"Een eeuw broedvogels van het Korenburgerveen" (360 bladzijden met kaartjes en tabellen van de broedvogels, maar ook rijk geïllustreerd met veel foto's van de vogels en hun leefgebieden) is voor 30 euro verkrijgbaar bij de plaatselijke boekhandel.

Blauwborst dankzij vernatting terug in veen. Foto: Jan Stronks
Kraanvogel met jong bij het veen. Foto: Jan Stronks