Het bankje bij het Strandbad. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Het bankje bij het Strandbad. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Vanaf een bankje

Bij het strandbad

Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Een regelmatig bezoeker van het strandbad ben ik niet meer. Ook in het paviljoen, waarin zich nu de Strandlodge, het éénsterrenrestaurant van Mike Vrijdag, bevindt kom ik maar zelden. Uit eten is niet een bezigheid waarmee ik me al te veel bezig houd. Dat heeft met budgetten en prioriteiten te maken. De belangrijkste reden zal zijn dat ik graag zelf kook. Het bankje waarop ik zit was me daarom nog nooit opgevallen. Maar omdat ik er was voor een haringparty, sprong het opeens in mijn oog.

Naar links kijk ik maar even niet. Daar bevindt zich het gezelschap waarin me zo weer zal begeven voor een aangenaam gesprek, een nieuwe haring en een culinaire hamburger van de Strandlodge. Voor me zie ik de steiger met aan het eind het hokje, of moet ik huisje zeggen, van de badmeesters en badjuffrouwen. Daar wachtte badmeester Leugemors me in de jaren zestig op voor de zwemlessen. Ik denk dat ik acht of negen jaar was toen mijn ouders me er voor aanmelden. Van mij had dat niet gehoeven, want voor de zwemles moest ik er 's morgens om zeven uur al zijn. Vroeg opstaan was toen nog niet het ergste, want ik ging altijd na de Fabeltjeskrant al naar bed. Het ijskoude water was voor mij het onaangenaamst.

Het strandbad is gegraven in de jaren dertig van de vorige eeuw. Mannen zonder werk kregen in die tijd alleen een beetje geld van de overheid, als ze elke dag met de fiets en de spa op stap gingen. Ze gingen dan naar de laatste heidevelden om die om te spitten, zodat het landbouwgrond werd. Maar ook de aanleg van het strandbad was een van de werkverschaffingsprojecten, zoals ze werden genoemd. Voor al dat handwerk kun je alleen maar bewondering hebben, al kun je achteraf wel vraagtekens zetten bij of dit nou de beste manier was om met de baanloze medemens om te gaan. Bovendien werd door al dat gegraaf in de jaren dertig heel wat natuur vernietigd.

Op de plek van het strandbad lagen bleekweiden. Die waren ontstaan omdat de mens er linnen wilde bleken. Bijkomend effect waren wel slootjes en graslanden vol met planten, die nu zeldzaam zijn geworden. Een indruk van die bleekweiden kun je nog naast het Strandbad krijgen. Het zou mooi zijn geweest dat er meer van die bloemrijke hooilanden met sloten bewaard waren gebleven, denk ik dan altijd. Dan was er geen Strandbad geweest en had ik niet 's morgens vroeg in te koud water hoeven te zwemmen. Meteen geef ik echter toe dit zwembad met strand en paviljoen een bijzondere plek is geworden en gebleven.

In de jaren zeventig was ik er veel. Dan dook ik zelfs van de duikplank af, die ik recht voor me zie. Tegenwoordig zou ik dat niet meer durven. Het Strandbad had dit jaar last van watergebrek. Het bad wordt in de winter leeggepompt en schoon gemaakt. Daarna moet het bad zich weer vullen met water uit de diepere ondergrond en met drangwater van de Boven-Slinge. Omdat het schoonmaken later dan normaal plaats vond en omdat het daarna maanden lang veel droger is geweest dan gebruikelijk duurde het echter lang voordat er weer voldoende water in het bad stond. Duiken kan inmiddels weer, maar de glijbaan mag nog niet gebruikt worden, omdat in dat deel van het bad nog te weinig water staat. Laat het snel hard regenen, zeg ik daarom nu. De kinderen die als ze in het zwembad zijn graag gebruik maken van de glijbaan willen dat graag. Maar de natuur heeft ook al een tijdje heel veel water nodig.

Strand met duiktoren en badmeestershuisje. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Meer strand. Foto: Bernhard Harfsterkamp