Paardenbloemen

Enige tijd geleden wandelde ik enkele uren met een verslaggever van een landelijke krant door een van de fraaiste delen in de Oost-Achterhoek. Er waren een beek, bos, houtwallen, een poel en een heideterreintje. Daartussen heerste de saaiheid van de weilanden vol Engels raaigras. Dat veevoer is van een soort donkergroen dat glanst. Metallic groen noemde iemand het.
Het boerenland is mooier als er meer kleur in zit. Dat gebeurde toen we gele en oranje velden tegen kwamen, maar dat maakte niet meteen enthousiast. De kleur werd veroorzaakt door een gif, waarover de laatste weken veel is geschreven. Er ontstond een beetje een beeld alsof de boeren er pas onlangs veel gebruik van zijn gaan maken. Dat is niet zo, die gele en oranje percelen kom ik al jaren tegen.
De kleuren die ik liever in een weiland zie, zijn die van bloeiende planten. Daardoor werd ik zaterdag toen ik door 't Woold fietste en op de Haart was vrolijker. Ik zag hier en daar plukjes van de lichtlila bloemen van de pinksterbloem. Of die kleuraanduiding helemaal klopt weet ik niet, want op de radio hoorde ik een deskundige zeggen dat de pinksterbloem roze bloemen heeft. Blijkwaar was mijn blik niet roze genoeg om dat te constateren. Die was nog wel scherp genoeg om ze op meerdere plekken te zien.
Nog veel duidelijker viel het geel van de paardenbloemen op. In de krant schrijf ik altijd paardenbloem op, omdat ik dan correct Nederlands moet schrijven. Maar als het om plantennamen gaat blijf ik moeite met al die tussen-n's houden. Fluitenkruid? Afschuwelijk. Ik zeg en schrijf privé fluitekruid. De witte schermen daarvan zag ik overigens op een enkele plek ook in een weiland staan. Paardenbloem? Nee, liever paardebloem. Het is ook altijd een lievelingsplant van me geweest. Het leuke van de paardenbloem, ik schrijf het toch maar weer correct, is dat het niet één soort is. Er zijn 250 verschillende soorten paardenbloemen in ons land. Ze groeien niet alleen in weilanden, maar ook in bermen, gazons, moerassen en op andere terreinen. Ik heb overigens niet meer de ambitie om de 250 soorten te kunnen onderscheiden. Ik ben in de levensfase gekomen dat 'paardenbloem' voor mij genoeg is.
Wat zijn het er veel, denkt menigeen als die zo'n door paardenbloemen geel gekleurd weiland ziet. Dan heb ik een verrassing. Het zijn er nog veel meer! Elke bloem die u ziet is namelijk een bloemhoofdje, dat uit tientallen kleine bloempjes bestaat. Eigenlijk weet iedereen dat ook wel, want wie heeft nooit het pluis van een uitgebloeide paardenbloem geblazen. Jazeker, elk pluisje was één bloem en draagt een zaadje. Alleen dat besef maakt me al enthousiast en binnenkort zal ik zeker weer regelmatig enkele pluisjes de wereld in blazen. Maar voorlopig is het genieten van de weilanden die natuurlijk geel kleuren. Jammer dat die periode niet al te lang duurt. Na de paardenbloemen zijn er echter nog andere planten als veldzuring, boterbloemen en margrieten die weilanden aantrekkelijk maken. En hier en daar zelfs orchideeën. Die gekleurde weilanden mogen van mij meer voorkomen.