Het betonnen bankje in 't Bönnink. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het betonnen bankje in 't Bönnink. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

In 't Bönnink

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Een betonnen bankje kom je niet vaak tegen in Winterswijk. In 't Bönnink staat er nog een. Voordat die definitief zal verdwijnen ben ik er nog even op gaan zitten. De eigenaar van het natuurgebied tussen de noordwestrand van het dorp en 't Hilgelo, de Vereniging Natuurmonumenten, heeft namelijk aangekondigd dat het bankje zal worden vervangen. Op deze plek bij de beek komt een waterspeelplek voor kinderen. De ouders en grootouders die de spelende kroost een beetje in de gaten moeten houden zullen daarvoor een comfortabelere zitplaats nodig hebben.

Zo'n betonnen bankje is hard voor wie een gevoelig zitvlak heeft. Om een kussentje daarvoor mee te nemen zal zelden iemand hebben gedacht. Ook is het laag. Het gaan zitten en opstaan kan voor oudere mensen zoals ik daardoor een enigszins moeizame aangelegenheid zijn. Ik verheug me daarom op een nieuw wat hoger bankje hier. Tegelijkertijd betreur ik wel het verdwijnen van het betonnen bankje. Ik ken het al heel lang, want het was er al toen ik in de jaren 70 van de vorige eeuw door 't Bönnink wandelde. Dat beton is inmiddels gebarsten. Maar ik ben nog niet bang dat ik er door heen zak.

Op dat bankje ben ik bezig met een zinloze kwestie. Ik vraag me namelijk weer eens af wat de juiste naam van de beek voor me moet zijn. Doorgaans wordt die Ratumse beek genoemd, maar eigenlijk is dit het verlengde van de Willinkbeek. Beide beken vloeien samen aan de rand van het bos, dat door de een Jachthuisbos wordt genoemd en door de ander Waliën. Wie daar wel eens is geweest ziet dat de Ratumse beek daar in de Willinkbeek uitkomt. Wie daar wandelt kan ook zien dat de Ratumse beek er ooit anders door het bos heeft gelopen. Er is veel gegraven aan de Winterswijkse beken. Delen van de oude loop zijn weer open gemaakt, waardoor de Ratumsebeek en de Willinkbeek tegenwoordig ook nog verderop samenvloeien.

De vraag is daardoor niet veranderd, maar het kan natuurlijk zijn dat de Willinkbeek ooit uitkwam in de Ratumsebeek. Dan is de naam in 't Bönnink de goede. Een enkele keer heb ik de neiging de beek hier al Groenlose Slinge te noemen, want zo heet die vanaf de Ravenhorst, waar de beek voor me en de Whemerbeek bij elkaar komen. Maar dat is onzin want die Slinge stroomde heel lang geleden door het dorp en zat zelfs vast aan wat we tegenwoordig de Boven Slinge noemen. Nabij het Buskersbos stroomde die nog richting dorp en niet naar de Bekendelle. Maar dat is een verhaal voor een bankje op een andere plek. De mens met zijn schop en later zijn machines heeft veel bijgedragen aan het Winterswijkse landschap, zeker als het om de vele beken gaat.

In 't Bönnink kom ik tegenwoordig niet zo veel meer. Ook al zijn ze hier ook bezig geweest met het verleggen van de beek, de natuurwaarden zijn er niet groter op geworden. In de jaren 80 heb ik er vele dagen achtereen rond gelopen om van bijna elke vierkante meter de plantjes te noteren. Ik heb zelfs nog elke groeiplaats van het ruig klokje ingetekend, een van de grotere bijzonderheden van de Ratumse Beek. Deze plant is hier helaas verdwenen, zoals hier overal de oevervegetatie minder gevarieerd is geworden. Als ik negatief zou zijn, zou ik het Bönnink een platgelopen gebied noemen voor de bewoners met hond van de omliggende campings en de noordrand van het dorp. De bosanemonen bloeien er echter nog overal, ook voor me aan de overkant van de beek. In de tijd dat ik nog een hond had, kwam ook ik hier overigens een paar keer per week. Nadat ik die hond had moeten laten inslapen heb ik zelfs nog in een verdrietige stemming op dit bankje gezeten. Met mijn dagboek op schoot, waarin ik toen over Bonnie de fox terriër heb geschreven. Nu ik na lange tijd hier weer eens zit, zie ik hem zowaar weer door 't Bönnink rennen.

De beek voor me met bijna kale oevers. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Volop bosanemonen in 't Bönnink. Foto: Bernhard Harfsterkamp