De binnenkomst van de Blauwe Engel, gehuld in confettiwolken. Foto: Clemens Bielen
De binnenkomst van de Blauwe Engel, gehuld in confettiwolken. Foto: Clemens Bielen Foto:

Spectaculaire opening van Transit Oost

WINTERSWIJK - Vrijdag 6 april, de genodigden in de Werkplaats kijken vol spanning naar het spoor dat achter een luik zijn weg naar buiten vervolgt. Aanzwellende muziek, een rolluik dat langzaam omhooggaat, een rookgordijn en dan verschijnt de 'Blauwe Engel', blinkend in het zonlicht. Een korte pauze, de timing is perfect. Dan komt het icoon van vele spoorliefhebbers de werkplaats van Museumwerkplaats Transit Oost binnenrijden onder een regen van confetti en bedolven onder een luid applaus van de genodigden, die deze feestelijke opening wel weten te waarderen. De speciale reizigers van deze speciale trein stapten zo vanuit de trein op een podium. Het had de aankondiging van een film kunnen zijn, maar is een droom die na vijftien jaar voorbereiding uitkomt: Museumwerkplaats Transit Oost is officieel geopend.

Door onze verslaggever

Uit de trein stapten gedeputeerde Josan Meijers, adjunct-directeur van Arriva Trein, Frank van Setten, burgemeester Joris Bengevoord en Remco Hijink, voorzitter van stichting Transit Oost. Unaniem drukten zij zich in lovende bewoordingen uit over het museum en de totstandkoming ervan.
Het idee om het museum te combineren met een werkplaats voor onderhoud van treinen van Arriva vormde één van de doorbraken. Frank van Setten: "Winterswijk als begin- en eindpunt van de spoorverbindingen naar Zutphen en Arnhem heeft een ideale ligging voor de werkplaats. We hopen ook jongeren te interesseren, want goede monteurs hebben we hard nodig." Hij benadrukte terloops nog even dat de treinverbindingen hun bestaansrecht hebben bewezen. "Er is niemand in staat om sneller van Winterswijk naar Zutphen te reizen dan Arriva met een maximumsnelheid van 140km/uur. Sinds de overname van de lijn door Arriva is het reizigersaantal gestegen van 900 naar 3400 per dag."

Trekpleister voor toeristen
Volgens burgemeester Bengevoord is er weer een parel toegevoegd aan de parelketting, die Winterswijk heet. "Samen onder één dak met Arriva, maar tegelijkertijd ook overdekt. We beschikken over een prachtig buitengebied; dan is het wel prettig dat er bij wat minder weer ook nog heel wat te zien en te beleven valt in dit prachtige museum. Geleidelijk aan begint ook het gebied van de spoorzone door dit museum afscheid te nemen van de desolate aanblik. Wij werken er hard aan om dat verder te ontwikkelen."
Interviewster Angela Wallerbos stelde Remco Hijink de vraag hoe hij de ontwikkeling naar het museum ervaren had. Hijink: "De bouw ging eigenlijk wel voorspoedig, maar de weg ernaartoe had meer iets van een achtbaan. Ups en downs en van links naar rechts." En op de vraag of er 'onderweg' nog iets bijzonders was gebeurd, antwoordde hij laconiek: "Het is allemaal bijzonder wat hier gebeurt." Hij benadrukte vooral de inzet van het vrijwilligersleger.

Ridder in de orde van Oranje Nassau
"In het woord 'Transit' schuilt ook verbinding", volgens voorzitter Remco Hijink. Dat hijzelf even later als 'grote verbinder' voor zijn inzet zou worden geridderd, kon hij op dat moment nog niet bevroeden. Het was even een emotioneel moment, toen hij zijn vrouw en kinderen op het podium wenkte om het te kunnen verwerken.

Achter de schermen
Het museum bevat groot materieel, maar beschikt ook over een modelspoorbaan, die oorspronkelijk op de zolder van het GOLS-station was gehuisvest. Ook hier was sprake van een doorbraak, letterlijk en figuurlijk! Het spoorwegemplacement was eigenlijk al opgegeven tot het idee geopperd werd om het gevaarte van 15 bij 4 meter in stukken te zagen en als een legpuzzel van 20 stukjes weer in elkaar te zetten op de nieuwe locatie. Het heeft heel wat hoofdbrekens gekost volgens vrijwilliger Dik Leeuwenburg. "Een kijkje onder het emplacement zou veel duidelijk maken, maar dat gaan we niet doen", zegt hij lachend. Het voordeel boven de vorige locatie is, dat het spoorwegemplacement anno 1928 nu van alle kanten te bewonderen is. Leeuwenburg: "Dat vergde wel veel aanpassingen voor de taferelen. De gebouwen waren van achteren open en dat moest natuurlijk gecorrigeerd worden."
Deskundige begeleiding maakt een bezoek aan een museum altijd interessanter: hij wijst erop, dat de berg boomstammen (denk aan: Houtladingstraat) uit de Veluwe kwam, en diende om de mijnschachten in het Ruhrgebied te stutten. Op zaterdag 14 april opent Museumwerkplaats Transit Oost zijn deuren voor het publiek.

Van links af Frank van Setten, Remco Hijink, Josan Meijers en Joris Bengevoord. Foto: Clemens Bielen