Deel Bönnink wordt afgesloten voor de wandelaar. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Deel Bönnink wordt afgesloten voor de wandelaar. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Veranderingen in natuurgebied 't Bönnink

Deel van het beekbos wordt afgesloten voor wandelaars

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Op zondag 8 november in 2015 waren medewerkers van Natuurmonumenten aanwezig in de boomgaard van 't Bönnink. Omwonenden en bezoekers van het natuurgebied, dat tussen de noordwestrand van de bebouwde kom en 't Hilgelo ligt, konden aangeven wat ze beviel in het natuurgebied en wat er verbeterd kon worden. Deze "inloopmiddag" in de open lucht kreeg een vervolg in het voorjaar van 2017. Met omwonenden en andere belangstellenden werd tijdens een bijeenkomst gesproken over de recreatieve aspecten van het gebied. Natuurmonumenten heeft vorige week in een bericht aan de omwonenden aangegeven wat er in het gebied gaat veranderen.

Geen kruip-door-sluip-door meer
De belangrijkste wijziging is het afsluiten van het bosgedeelte tussen de Bönninkweg en de Ravenhorst. Janine Pelgrum, boswachter communicatie en beleven van Natuurmonumenten, praat over een "kruip-door-sluip-door-paadje". Dat doet vermoeden dat de wandelaars hier een pad hebben gecreëerd in een deel van 't Bönnink waar geen officiële paden waren. Dat is niet waar, want in de jaren 70 van de vorige eeuw was hier al een pad aanwezig. Het hield op waar de Ratumsebeek het dichts bij Nieuw Beusink, toen nog een camping, kwam. Van daaruit kon via een pad teruggelopen worden naar de zandweg. Het pad langs de beek is in de jaren 80 zelfs nog verlegd. Er werd een stukje van het ernaast liggende weiland afgehaald, waarin een nieuw pad begeleid door nieuwe vooral doornige struiken werd aangelegd. De bedoeling was de wandelaar iets verder weg te geleiden van de beekoever.

Oude verbinding met Nieuw Beusink hersteld
Dat 'nieuwe' pad is tegenwoordig grotendeels dicht gegroeid, waardoor de wandelaar wel zijn eigen paadje moest zoeken. Ook het pad dat terugliep naar de zandweg is dicht gegroeid. Gevolg was dat wandelaars hun route vervolgden over het terrein van Nieuw Beusink, waar tegenwoordig vooral permanent bewoonde vakantiehuisjes staan. Die bewoners waren niet gelukkig met de passanten. Daarom wordt nu het "kruip-door-sluip-door-paadje" helemaal afgesloten. Tegelijkertijd willen die bewoners toch ook wel snel voor een wandeling in 't Bönnink kunnen zijn. Daarom wordt het pad dat vanaf de rand van Nieuw Beusink naar de zandweg liep wel weer open en bewandelbaar gemaakt. Andere wensen van omwonenden zoals het opnieuw opstellen van het pad door de beukenlaan langs de boomgaard worden niet gehonoreerd. "De bomen zijn te gevaarlijk om onderdoor te lopen", zegt Pelgrum, "Voor een veilig pad zouden de oude bomen omgezaagd moeren worden en nieuwe beuken moeten worden ingeplant." Natuurmonumenten laat liever de oudere beuken staan die belangrijk zijn voor allerlei spechten en eekhoorntjes.

Helpen met onderhoud boomgaard
Het is niet de bedoeling dat kinderen overal langs de beek kunnen spelen. Daarom komt er een vaste speelplek bij het betonnen bankje, dat overigens vervangen zal worden door een nieuw aantrekkelijker bankje, waarop ouders of grootouders comfortabel kunnen zitten, terwijl ze naar de spelende kinderen kijken. "Daar kunnen de kinderen heerlijk ravotten en met de voeten in de beek." Andere plekken worden rustig gehouden ten behoeve van de oeverflora en de ijsvogel. De boomgaard moet de ontmoetingsplek van 't Bönnink worden. De tamme kastanjes en het fruit uit de boomgaard mogen door de bezoeker opgeraapt worden. De meidoornhaag rondom wordt deels vernieuwd. Op donderdag 14 juni gaat de vrijwilligersclub van Natuurmonumenten in de boomgaard aan het werk. Wie mee wil helpen kan zich tot 1 juni aanmelden via beachterhoek@natuurmonumenten.nl onder de vermelding "meewerken Bönnink". "Als mensen vragen of opmerkingen hebben over de gebieden van Natuurmonumenten", zegt Pelgrum, "kunnen ze overigens altijd mailen of bellen."


Dichtgegroeid pad komende vanaf Nieuw Beusink wordt weer open gemaakt. Foto: Bernhard Harfsterkamp