Het bankje langs de Zwanenbroekweg dichtbij de gemeentegrens. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Het bankje langs de Zwanenbroekweg dichtbij de gemeentegrens. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Vanaf een bankje

Langs de Zwanenbroekweg

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Veel wegen hebben de gewoonte om als ze een gemeentegrens passeren van naam te veranderen. De Misterweg heet dan in Aalten opeens Bredevoortsestraatweg of de Boomkampweg in 't Woold verandert in de buurgemeente in Driehonderdmeterweg. De Zwanenbroekweg, die in Miste begint, en eindigt bij de Stationsweg dicht onder Bredevoort heeft echter in beide gemeenten dezelfde naam.

Het vestingstadje is vanaf het bankje dat nog net op Winterswijks grondgebied ligt in de verte al wel te zien. Het Zwanenbroek is een van de broek- en goorgebieden, die rondom Bredevoort lagen. Vooral in natte jaargetijden vormden die moerassige gebieden een haast ondoordringbare barrière. Van dat grote moeras van weleer is tegenwoordig niet veel meer te zien. In het Zwanenbroek is alles recht en grootschalig. Hier is nog een ruilverkaveling oude stijl uitgevoerd. Met natuur en landschap werd nog geen rekening gehouden, het belang van de landbouw stond voorop.

Daarvoor moest wel een offer gebracht worden, want de landbouw moest accepteren dat elders in de gemeente Aalten een ander goorgebied wel behouden bleef. Alleen in dat Aaltense Goor kun je nog een indruk krijgen van hoe dat landschap er honderd jaar geleden heeft uitgezien. In het Zwanenbroek kun je er niets van terug vinden. Het was een gebied met zandwegen, kleine percelen, elzenhakhout en struwelen. Allemaal verdwenen, op enkele nieuw ingeplante bossingels en bosje na. Alleen in het gedeelte bij de Halteweg, dat Bunninkgoor wordt genoemd is nog een enkel hoekje te vinden, dat herinnert aan het verleden. De beek die voor me stroomt roept het mooie verleden zeker niet op. Het is een brede rechte sloot.

De beek wordt Stuwbeek genoemd en is de bovenloop van de Stortelersbeek, een smalle beek die ontspringt in het Achterwoold. Tot in de buurt van Vivaldi mag die kronkelen, waarna het afgelopen is met de frivoliteit. Het contrast is groot. Wandel eerst maar eens door het Stortelersbos of het Kreijl. Of loop het deel in van het landgoed Kotmans in Miste dat naast het beekje stroomt. Daar is wat te beleven voor plant, dier en mens. Langs deze rechte goot is er niets. Een enkele meerkoet en eend wil er nog wel opduiken, en blauwe reiger en grote zilverreiger staan ook wel eens in de buurt van de beek geduldig te loeren. Het Zwanenbroek is een polder en ik houd niet van polders, in ieder geval niet in het Nationaal landschap Winterswijk.

Landschappen kunnen echter veranderen. Zouden er in het Zwanenbroek over 30 jaar weer zandwegen en bramenstruwelen en hakhout kunnen zijn. Waarom niet? Voor het waterschap is het tegenwoordig geen grote uitdaging meer om een ooit rechtgetrokken beek weer te laten kronkelen en de ruimte te geven. Met enige regelmaat wordt er aan natuurherstel langs de beken gewerkt. Pak daarom een volgende keer die Stuwbeek eens aan. Draagvlak is er voor, ook in buurgemeente Aalten. Daar is vorige week een visie voor 2025 gepresenteerd, waarover veel bewoners hebben meegedacht. Zij willen de kernwaarden van hun gemeente behouden en versterken. Daar horen ook de "groene kwaliteiten" van het buitengebied bij. Ook vinden zij dat natuur, landschap en landbouw meer op elkaar afgestemd zouden moeten zijn. Begin met een proefproject in het Zwanenbroek, zou ik zeggen. Een bankjeszitter geniet niet alleen van het landschap om hem heen. Zo nu en dan ergert hij zich natuurlijk ook, maar daarna ziet hij meteen kansen. Daarom draai ik me ook nog even om op het bankje en kijk ik Miste in. In de verte kan ik bijna de natuurontwikkeling langs de beek zien die in de jaren 90 is uitgevoerd. Van daaruit verder denken en ontwikkelen, dat kan best.

De blik naar achteren richting Miste. Foto: Bernhard Harfsterkamp