Energietransitie en het milieu

Winterswijk is begonnen serieus werk te maken van de energietransitie. Dat is een goed streven want met onze fossiele brandstoffen verbranden wij eigenlijk de grondstoffen van toekomstige generaties. Ook willen we niet afhankelijk zijn van landen met discutabele regimes.
Maar voor sommigen kunnen windmolens in ons Nationaal Landschap helaas nog steeds een onderdeel van onze energietransitie worden.
Als je laat merken dat een ondoordacht en slecht idee te vinden, is de reactie vaak: "maar ben jij dan niet voor het milieu"? Doorvragen naar wat daar dan mee bedoeld wordt, levert soms wat over CO2 en het klimaat op, maar daar blijft het qua argumentatie meestal bij.
De vraag wordt dan, "zijn deze windmolens op het land inderdaad wel zo goed voor ons milieu en de CO2 uitstoot"? Het antwoord zal U mogelijk verbazen. Het is een kort en krachtig: "Nee, dat is niet zo!"
Om dat uit te leggen moeten we iets over windmolens en onze energievoorziening vertellen. Allereerst de windmolens. De formule die berekent hoeveel elektrische energie een windmolen oplevert, kent een aantal constanten en één echte variabele. Dat is de windsnelheid tot de derde macht. Dus als de windsnelheid 5 m/s is, wordt die factor in de berekening 5 maal 5 maal 5 ofwel 125. Is de windsnelheid 10 m/s dan wordt dat dus 10 maal 10 maal 10, is 1000. Dus als de windsnelheid verdubbelt, wordt de opbrengst van een windmolen acht maal zo hoog. Dat lijkt voordelig, maar omgekeerd geldt helaas hetzelfde. Als de windsnelheid halveert, houden we nog maar 1/8 van die energie over. Het resultaat is, dat de opbrengst van al die windmolens met de wind mee enorm varieert. Van heel veel naar niets. In windarme gebieden als de onze speelt dat veel meer dan op zee. Daar is meer wind en kunnen de molens langer en constanter op vol vermogen draaien.
Ons elektriciteitsnetwerk kan dat sterk variërende aanbod eigenlijk niet hebben. Het licht moet immers blijven branden als de wind wegvalt. Daarom zijn er in ons netwerk zogenaamde 'back-up-centrales' en 'spin producers'. Opvang met batterijen lijkt wel een oplossing maar dat is bij lange niet voldoende. Omdat het opstarten van een energiecentrale enkele uren vergt en de windenergie snel kan variëren van veel naar weinig, moeten die back-up centrales op de achtergrond opgestart zijn en klaar blijven staan om bij te springen. Die staan dus langdurig voor niets te draaien, brandstof te verbranden en daardoor CO2 uit te stoten. Ook is dat doorlopend op- en afschakelen van die centrales zeer slecht voor het rendement, vergelijkbaar met het verschil in verbruik van een auto in de stad of met een constante snelheid van 80 km/h. Een wereld van verschil in efficiency. Zo ook bij energiecentrales en dat zorgt dus ook weer voor extra CO2. Praktijkgegevens van landen als Duitsland en Denemarken, die al heel veel windmolens op land hebben, wijzen uit dat de windmolens soms zoveel energie leveren, dat men het niet eens kwijt kan en dan (soms met geld toe!) aan andere landen moet proberen te slijten. En als windmolens op land zo goed zijn voor het milieu, dan zou in die landen de CO2-uitstoot dus flink moeten zijn gedaald. Dat blijkt niet of nauwelijks het geval te zijn. In sommige jaren steeg de uitstoot zelfs licht.
Waarom dan toch nog steeds windmolens op land willen plaatsen? Achterhaalde opvattingen en andere belangen spelen hier mogelijk een rol. Het is namelijk ook een verdienmodel voor de eigenaren (projectontwikkelaars), de grondeigenaren (huur) of de investeerders (fiscaal voordeel). Door de SDE (Subsidie Duurzame Energie) die we via de energiebelasting betalen, verdienen deze mensen er namelijk heel erg veel geld mee. Zo zijn windmolens op land dus een bron van overlast voor omwonenden, een aantasting van ons Nationaal Landschap, een slechte hulp voor het terugdringen van de CO2-uitstoot, maar wel een heel goed verdienmodel voor enkelen.
Het is ook wel een overweging waard of u straks op 21 maart wel of niet op de partijen gaat stemmen die windmolens in ons Nationaal Landschap als optie open houden.


Chris van den Bos


PvdA wil houtrook terugdringen

WINTERSWIJK - PvdA Winterswijk roept de andere zes politieke partijen in de gemeente op hun standpunt te bepalen over de terugdringing van houtstook.

De PvdA reageert hiermee op een onderzoek dat het Longfonds vorige week publiceerde. Hieruit blijkt dat houtstook een groot gevaar vormt voor de volksgezondheid en leefbaarheid en belangrijk bijdraagt aan een slechte luchtkwaliteit. Het Longfonds roept lokale partijen in heel Nederland op om het terugdringen van houtstook concreet na de verkiezingen te bespreken tijdens de coalitieonderhandelingen. In Winterswijk heeft de PvdA het onderwerp expliciet in het programma staan. PvdA Winterswijk roept alle partijen die meedoen aan de raadsverkiezingen in Winterswijk op alsnog het houtrookprobleem hoog op hun lijstjes te zetten voor de komende onderhandelingen over een nieuwe coalitie. De PvdA Winterswijk stelt: "Dit is winst voor longpatiënten en andere Winterswijkers die ernstig benadeeld worden door stokende buren. Tot nu toe konden ze eigenlijk nergens terecht en trokken ze altijd aan het kortste eind. Het mag niet langer zo zijn dat de stoker wordt beschermd ten koste van degene die overlast ondervindt."