Het gifgroene bankje bij 't Hilgelo. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het gifgroene bankje bij 't Hilgelo. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Bij 't Hilgelo

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Grote plassen bij Winterswijk? Ze bestaan nog niet zo heel lang. Toen ik nog op de lagere school zat was de grootste waterpartij de visplas de Puls even buiten het dorp tussen de Borkense en de Bocholtse Baan. Dat lijkt me ook wel een plas, die inmiddels zal zijn dichtgevroren. Voor 't Hilgelo geldt dat nog lang niet, maar hier ligt dan ook veel meer kubieke meter water dat moet bevriezen.
Met het graven van dat Hilgelo is al begonnen toen ik in de jaren 60 nog op de Sint Jozefschool zat. Een recreatieplas was het nog niet, want er moest zand gewonnen worden. Ik werd me er pas echt van bewust halverwege de jaren 70. We liepen er toen wel eens een rondje tijdens een excursie van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Door dat extra water kwamen er namelijk watervogels naar Winterswijk, die tot dan toe altijd overvlogen. Ergens in die tijd moeten de eerste meerkoeten en blauwe reigers zijn opgedoken. Toen kwamen ze hier nog niet voor, intussen zijn ze overal het hele jaar door te zien.
Terwijl ik op het gifgroene bankje zit bij 't Hilgelo krijg ik het koud. Ik doe mijn handschoenen uit, omdat ik anders niet goed door de verrekijker naar de watervogels kan kijken en geen foto's kan maken. Al snel merk ik dat ik mijn handen ijskoud worden. Fijn is dat niet, maar ik ben ook niet zo'n groot liefhebber van de winter. Voor me ligt ijs, maar de recreatieplas is nog lang niet dicht gevroren. De stevige oostenwind is niet zo heel bevorderlijk voor de ijsvorming. Bovendien is 't Hilgelo wel erg diep. Er is in het verleden iets te enthousiast zand gewonnen, zodat de plas dieper is geworden dan de bedoeling was.
De zandwinning gaat richting Meddo nog steeds door. Een wandeling rondom 't Hilgelo kost daardoor inmiddels ruim een uur. Vogels zijn er gedurende het hele jaar te zien. Op het drijvende platformtje, ook wel ponton genoemd, dat ik in de verte zie liggen zitten bijna altijd aalscholvers. Nu ook. Dat zijn ook al van die vogels die tot in de jaren 80 alleen als zwerver in Winterswijk werden gezien. Meer water betekent meer water- en moerasvogels. De kans op bijzondere wintergasten wordt er ook groter door. Omdat 't Hilgelo zelden dicht vriest is de kans altijd groot om er hier veel te zien.
Voor me is het water bevroren. In de verte zitten veel meeuwen en diverse soorten eenden op de rand van het ijs. Ook zie ik enkele meerkoeten in de verte. Maar ik ben geen goed vogelkenner en heb bovendien een matige verrekijker en niet al te beste ogen. Wie wil weten welke vogels er in deze hopelijk korte strenge winterperiode bij 't Hilgelo worden gezien moet maar eens op www.waarneming.nl kijken bij Winterswijk-'t Hilgelo. De bijzonderste vogel die ik er ooit zag was een flamingo in de tijd dat er nog geen kolonie was in het Zwillbroekse veen. Na mijn bezoek was de flamingo overigens verdwenen.
Dat was in de jaren 70. De omgeving van 't Hilgelo zag er nog heel anders uit. De Sevinkmolen in de verte was er al wel, maar die was nog niet gerestaureerd. Eind jaren zestig lag er aan de overkant nog een woonwagencentrum, dat daarna verplaatst werd naar Dennenoord, iets verderop. Campings aangrenzend aan 't Hilgelo waren er nog niet. Nu zijn er drie. Als ik me omdraai zie ik nu een camper staan. Als ik naar rechts kijk zie ik de oudste hoek van de plas met veel riet. In de zomer kun je hier tegen de schemering grote groepen spreeuwen zien neerdalen, die er overnachten. Dit ruige hoekje is er gelukkig nog. Natuur was nooit het belangrijkste bij deze plas. Het was altijd al een toevallige bijvangst. Maar bij de huidige eigenaar lijkt het gezien het al te rigoureuze onderhoud in het het afgelopen jaar helemaal onderaan de prioriteitenlijst terecht te zijn gekomen. Jammer.

Vogels zitten op de rand van het ijs. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het spreeuwenhoekje in de verte. Foto. Bernhard Harfsterkamp