"Belangrijk mensen te blijven herinneren", zegt burgemeester Stapelkamp. Foto: Frank Vinkenvleugel Foto:

Bijzondere verhalen vluchtelingen WOII in nieuwe tentoonstelling

Aan de hand van brieven, kaarten en verhalen mensen herinneren

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – Afgelopen vrijdag is in het Nationaal Onderduikmuseum, zoals de Aaltense Musea sinds kort worden genoemd, de tentoonstelling 'Waarom schrijf je me niet? Post uit de vergetelheid' geopend. De brieven zijn afkomstig van de Joodse onderduikers Wanda Verduin, Jules Schelvis en Thea Windmuller, de Duitse vluchteling Wolfgang Maas en de verzetsman Nico Peeters. Zij staan centraal in de tentoonstelling. Er zijn ook foto's en andere documenten te zien en in vier filmpjes wordt hun levensverhaal verteld. Op deze manier geeft de tentoonstelling een indringend beeld van het leven in de Tweede Wereldoorlog, die voor het merendeel van de geportretteerden niet goed afliep.

Verzamelen postzegels leidt tot tentoonstelling
Samensteller Mirjam Huffener vertelde over het ontstaan van de tentoonstelling. Het begon met een ontmoeting met Bennie Vlaskamp in 2004 in de trein naar Sobidor. Vlaskamp is postzegelverzamelaar en raakte geïntrigeerd door een kaart uit Dachau. Hij ging brieven en kaarten verzamelen die afkomstig waren uit de concentratiekampen. Dit leidde tot de eerste versie van 'Post uit de vergetelheid'. De expositie reisde het land door en er werd een boek van gemaakt.

Nu is er een tweede versie gemaakt, waaraan het verhaal van Wolfgang en Thea is toegevoegd. "Een aantal vluchtelingen staat centraal. De verhalen van deze mensen vormen de rode draad van de tentoonstelling." Ook is er meer aandacht voor het lot van de Roma en Sinti. In de tentoonstelling wordt het verhaal van Ceija en Stojka verteld. Huffener is projectmanager van de Lotty Veffer Foundation, genoemd naar haar moeder. Zij is vanuit Kamp Vught met het laatste Jodentransport naar Auschwitz gebracht. Zij overleefde en kwam via Zweden in augustus '45 terug naar Amsterdam. Lotty Veffer las tijdens de opening een bijzonder gedicht voor van Anneke Verheul.

Een trein vertrok van hier en ging…
En rijdt door mijn herinnering.
Die trein gaat weg en komt niet aan
En zal door heel mijn leven gaan.

Ik sta op 't stil perron en wacht;
Er komt geen einde aan de nacht.
Ik wacht – en hoor – en zie altijd
De trein die door mijn hersens rijdt
En blijf het kind, dat elke nacht aan 't einde van de spoorlijn wacht.

De trein uit mijn herinnering,
Die regelrecht de hel in ging.

Weer sta 'k op het perron en zacht vertrekt de trein, ook deze nacht.
En eind'lijk stap ik in en rijd
Ik mee tot in de eeuwigheid.

De trein die door mijn hersens rijdt,
Op weg naar de vergetelheid.

Anneke Hemrika-Verheul

Romantisch verhaal dat verschrikkelijk eindigt
De nieuwe versie kon gemaakt worden dankzij een bijdrage van de Provincie Gelderland en het People tot People-project van de Euregio. Daarom is er ook een Duitse versie gemaakt, die al te zien was in Münster. Die werd tot nu toe bezocht door 6000 mensen. Het verhaal van Wolfgang Maas en Thea Windmuller wordt verteld door de jonge Duitse journalist Rauand Taleb, die als vijfjarige naar Duitsland is gevlucht. Hij vertelt dat Wolfgang als zestienjarige Nazi-Duitsland ontvlucht en terecht komt in Winterswijk. Daar gaat hij als schilder aan de slag. Hij gaat er ook uit en bij het dansen ontmoet hij de Joodse Thea Windmuller. Ze werden verliefd. "De liefde was mooi", vertelt Taleb, "maar de tijd niet." De angst voor deportatie wordt groter en de geliefden maken vluchtplannen. Ze willen emigreren naar Brazilië. Het komt er niet van. Ze moeten onderduiken op verschillende locaties. Er is alleen contact mogelijk via brieven. Taleb leest er fragmenten van voor. "Thea wordt depressief, Wolfgang blijft hoopvol." Ze proberen weer bij elkaar te komen, maar worden verraden en naar Auschwitz gebracht. Thea wordt er direct vergast, Wolfgang wordt er aan het werk gezet en overleeft ook niet. Huffener noemt het een prachtig romantisch verhaal, dat verschrikkelijk eindigt.

Belangrijk om mensen te blijven herinneren
Burgemeester Anton Stapelkamp vertelde waarom de expositie op zijn plaats is in Aalten. Het Nationaal Onderduikmuseum staat er niet zomaar, want tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten er 2500 mensen ondergedoken. "Dat was een groot aantal op een bevolking van 12.500 inwoners." Ook de vader en oom van Stapelkamp waren onderduikers in Aalten en hebben daar een bijzondere tijd gehad. Een inwoner gaf hem onlangs een boekje waarin het verhaal van zijn oom Anton is vastgelegd. Ook op een andere manier is Stapelkamp betrokken geweest bij verhalen over vluchtelingen en onderduikers. In de Rotterdamse deelgemeente Hilligersberg-Schiebroek, waar hij wethouder was, heeft hij 'Een gedenkteken en een naam' geschreven over de 500 Joden die er hebben geleefd. "Geschiedenis moet je levend houden. Het is belangrijk dat mensen herinnerd worden." Dat is precies wat de tentoonstelling bewerkstelligt.


Meer over de achtergronden van de tentoonstelling is te vinden op de website www.pudv.nl. "Waarom schrijf je me niet?" is in het Nationaal Onderduikmuseum te zien tot 21 mei. Er hoort ook een educatief programma voor de scholen bij.

Lotty Veffer, die Auschwitz overleefde, leest tijdens de opening een gedicht voor. Foto: Frank Vinkenvleugel