Wie schrijft …

Hoewel ik mij nog steeds niet als een 'schrijve' beschouw, schrijf ik veel. Wanneer ben je een echte schrijver? Dan moet je minstens een boek hebben gepubliceerd. Dat heb ik, maar die boeken maakte ik samen met anderen en die gingen over natuur, eten en een 'echte' schrijver. Er was één boekje, dat ik helemaal alleen schreef. Dat was een bundeling van interviews, die eerder in de krant hadden gestaan.

Daarom blijf ik bescheiden en noem me zelf "stukjesschrijver". Ooit heb ik literaire pretenties gehad en dacht ik een nieuwe Bomans, Wolkers of Van der Heijden te worden. Ik heb me zelfs vergeleken met schrijvers die de Nobelprijs voor literatuur hebben gewonnen. Ik zou ze overtreffen met mijn grote alomvattende roman, die alle andere romans overbodig zou maken. Zo nu en dan werk ik er nog steeds aan. De opzet verandert elk jaar. Tegenwoordig noem ik het "het meesterwerk dat nooit voltooid zal worden".

Dat is een hele geruststelling, want over roem tijdens mijn leven hoef ik me niet meer druk te maken. Ik heb genoeg aan de waardering die ik voor mijn stukjes in de krant krijg. "We slaan altijd als eerste pagina drie op", wordt er wel eens tegen me gezegd. Dat hoeft nou ook weer niet, want u mag gerust eerlijk zijn en zeggen dat u op de eerste pagina begint. Maar het is fijn om te horen dat ik voor enig vermaak zorg. Ik merk ook dat lezers mij vragen stellen alsof ik zo'n "echte"schrijver ben. Schrijft u met een pen? Schrijft u op papier? Daar geef ik graag een antwoord op.

Ook dit randbericht heb ik eerst op papier geschreven. Waarom typ je het niet meteen in de computer wordt me daarna gevraagd, want dat bespaart toch een hoop tijd? Snel werken leidt echter tot onzorgvuldig formuleren. Als ik meteen een column of een verhaal op mijn laptop intik, merk ik dat mijn gedachten mijn vingers niet kunnen bijhouden. Daardoor maak ik teveel fouten. Als ik met de hand schrijf passen tempo van schrijven en denken goed bij elkaar. Dat vergroot de kwaliteit. Welke pen ik gebruik? Nee, geen vulpen. Daarvoor druk ik te hard. Dat was vroeger op de lagere school al zo met de kroontjespen. Die was na vijf minuten gespleten. De ballpoint is voor mij het ideale schrijfmiddel, maar niet zomaar één. Het moet een BIC zijn. Het liefst een die paars schrijft.

Een goede pen is niet genoeg. Het papier moet ook aangenaam zijn. Daarvoor gebruik ik nog steeds de blokken van mijn vader. Hij was vertegenwoordiger van UNOX een heeft menige zaak in Winterswijk van excellente producten voorzien. In zijn tijd ging dat nog met formulieren waarop alle bestellingen werden aangestreept. Omdat het assortiment vaak veranderde en er veel acties waren bleven er veel van die blokken met blanco achterkant over. Daar schrijf ik nog steeds op, want ook al stopte mijn vader bij dat bedrijf in 1995, de voorraad is nog steeds niet op. Van de week was er ook nog het bericht dat als je niet vaak genoeg met de hand schrijft, je hersenen trager worden. Alle reden daarom om met de hand te blijven schrijven. Met hulp van en dank aan BIC en UNOX.