Vasten met Nieuwjaar

Al meer dan vijf jaar heb ik geen auto meer. Daar valt heel goed mee te leven. Slechts een enkele keer mis ik zo'n karretje, bijvoorbeeld als ik in regenachtig weer op weg moet naar een plek die met het openbaar vervoer niet bereikbaar is. Zeker, ik kan een auto lenen, maar dat moet je toch altijd plannen. Toch is er 360 van de 365 dagen geen enkel probleem. Gewoonten zijn er wel door veranderd, bijvoorbeeld ten aanzien van het boodschappen doen.

Ooit behoorde ik tot de club die eens per week naar enkele supermarkten reed om daar winkelwagens wagen vol te laden. Tegenwoordig aanschouw ik overvolle wagens met verbazing en met enig afgrijzen. Kocht ik ook zoveel in een keer, vraag ik me dan af. Nu is de fiets de beperkende factor. Oftewel de hoeveelheid boodschappen wordt bepaald door twee fietstassen. Eventueel kunnen er nog tassen aan het stuur gehangen worden, maar dat is niet prettig. Ooit kon ik ook heel goed met een krat bier op het stuur fietsen, maar sinds ik er een keer mee omviel, doe ik dat niet meer.

Om niet te veel in één keer mee te hoeven nemen doe ik dagelijks boodschappen. Voordeel daarvan is dat ik nooit over het eten van overmorgen hoef na te denken. Tijdens mijn dagelijkse gang door de supermarkt bedenk ik de maaltijd van de dag. Gelukkig leven we in een tijd dat ik elke dag op pad kan naar de supermarkt. Daar ben ik helemaal op ingesteld. Daarom bereidde ik me op nieuwjaarsdag voor op mijn dagelijkse boodschappenronde. Vanwege de nieuwjaarswensen moesten er nog enkele al dan niet alcoholische versnaperingen ingeslagen worden.

Hoogstverbaasd was ik toen de eerste supermarkt gesloten was. Wat een leegte, wat een stilte, niet normaal. Alle Winterswijkse supermarkten ben ik daarna af gefietst. Ik kwam zelfs bij de Motomarkt, waar ik in mijn leven één keer was geweest om een auto te laten wassen. Alles dicht. Wat nu, dacht ik, ik kan mijn bezoekers niet teleurstellen. De winkel bij het tankstation tegenover het station? Maar die mag geen alcohol verkopen. Daarom fietste ik door naar Oeding. Ik herinnerde uit mijn benzineleven dat daar een tankstation was, waar je wel bier en wijn kon krijgen.

Ook het tankstation in Oeding was gesloten. Teleurgesteld fietste ik terug. In ieder geval heb ik een beetje lichaamsbeweging gehad, dacht ik. Een goed begin van een nieuw jaar. Maar mijn versnaperingenprobleem was nog niet opgelost. Dichtbij het dorp bedacht ik een acceptabele oplossing: ik ga een nieuwe traditie invoeren. Start het nieuwe jaar voortaan met een dag vasten. Goed voor lichaam en geest. Mijn gasten heb ik later op de dag slechts een glas water aangeboden. Ik had de indruk dat het de duur van het bezoek iets verkortte. Dat vond ik niet zo erg. Toch overheerste aan het einde van de dag het ongenoegen. We leven in een land, waarop de winkel altijd open is, behalve op een enkele echte feestdag. Maar op de meest overbodige en vervelende feestdag, Nieuwjaar, kun je nergens terecht. Dat moet veranderen. Ik ga hierover een referendum organiseren.