Het gesmolten brons wordt via het 'eitje' in de mal gegoten. Foto: Achterhoek Nieuws bv
Het gesmolten brons wordt via het 'eitje' in de mal gegoten. Foto: Achterhoek Nieuws bv Foto:

Jan te Kulve verenigt creativiteit en smarttechnologie

Beeldend kunstenaar in beweging: 'alles wat verandert, dat blijft'

Door onze verslaggever

EIBERGEN - Elke Winterswijker kent ze: 'Knelis en Willem', de figuren uit de boeken van 'Meester Meinen', die als beeld op de Markt staan. Jan te Kulve is de maker ervan. De in Kotten geboren en in Winterswijk getogen beeldhouwer bracht zijn eerste 23 levensjaren in Winterswijk door en vertrok toen naar Eibergen, waar hij nog steeds woonachtig is. Zijn werk is op vele plaatsen in Winterswijk te vinden en zou onderwerp kunnen zijn van een cultureel fietstochtje door het dorp. Zijn bekendheid door 'Knelis en Willem' bergt tegelijkertijd een voordeel en een nadeel in zich. Zijn werk is inmiddels over de gehele Achterhoek verspreid, maar Jan te Kulve wil niet opgehangen worden aan deze figuratieve, nostalgische stijl van 'Knelis en Willem'. Hij beeldhouwt ook in andere stijlen en heeft veel non-figuratief werk. Wat hem vooral onderscheidend maakt is, dat hij een verbinding tussen kunst, ambacht en – heel verrassend - de smarttechnologie weet te leggen.

De Achterhoek profileert zich in de 'smartindustrie'. Dat de innovatieve technologieën ook in de beeldende kunst gebruikt worden, ligt minder voor de hand. Jan te Kulve doet er zelf bescheiden over, maar mag toch als een pionier op dit gebied worden beschouwd.
Zijn carrière volgt geen vooraf uitgestippelde weg. Via Ulo, HAVO en Pedagogische Academie (tegenwoordig: Lerarenopleiding basisonderwijs, red.) kwam hij in het basisonderwijs terecht. Bij de Beatrixschool in Winterswijk ontwikkelde hij zijn voorliefde voor het werken met kinderen, die extra begeleiding nodig hebben. Hij volgde een aanvullende opleiding voor het buitengewoon onderwijs.
te Kulve: "Theoretische vakken waren voor die kinderen een ramp, maar bij de handvaardigheid bloeiden ze helemaal op en werden het andere kinderen. Dan kon je er mee lezen en schrijven. Behalve lezen en schrijven natuurlijk…" Hemzelf verging het eigenlijk ook zo: "Na twee jaar extra opleiding was ik eigenlijk dat geneuzel van pedagogiek, didactiek en psychologie in de boeken wel zat. Als je bezig kunt zijn met je handen, word je anders, dan kijk je anders."

Van gezel naar meester
Naast het onderwijs – inmiddels gaf hij les aan de 'Praktijkschool' in Neede - wilde hij ook met zijn handen gaan werken en volgde de opleiding Handvaardigheid. Zijn talent bleef niet verborgen. Te Kulve: "Ik kreeg les van gedreven kunstenaars, die mij stimuleerden om mijn werk in brons te gieten. Ik heb het geluk gehad dat ik bij hen de gelegenheid kreeg de vervelende karweitjes te doen met als tegenprestatie dat ik mijn eigen werk óók mocht maken. Bij deze kunstenaars kon ik het ambacht leren van gieten, maar ook van alles wat daaraan vooraf gaat: modelleren, afwerken en uitstoken." Daarna schafte hij zijn eigen oven aan en leidde zoals hij zelf aangeeft veertig jaar lang een dubbelleven. Na de school met stress was het werken in zijn werkplaats een uitlaatklep, hij kon zijn gedachten loslaten en bezig zijn met zijn creativiteit. Zo geleidelijk aan kwamen de opdrachten via mond-tot-mondreclame binnen.

Een 'zetje' van Hulzer Willem
De doorbraak naar bekendheid is ontstaan toen te Kulve een lezing bijwoonde van Henk Krosenbrink in Museum Freriks. Bredevoort had 'Hendrickje Stoffels', maar "Waarom heeft Winterswijk geen Willem en Knelis?" liet de bekende Winterswijker zich langs de neus weg ontvallen.
Te Kulve: "Ik heb toen de handschoen opgepakt. Mijn vader was bevriend met Willem Wilterdink – Hulzer Willem – en ik vroeg hem of hij ook boekjes had van Knelis en Willem. Toen hij te horen kreeg wat ik ermee wilde en later de geboetseerde beeldjes in het klein zag, heeft hij er voor gezorgd dat de gemeenteraad besloot tot een opdracht."
Dat was in april 1987, ten tijde van de geboorte van zijn tweede zoon. De onthulling was tijdens de vooravond van het Volksfeest in augustus.

3D-printen
Die opdracht betekende destijds, dat hij met de beeldjes weer op nul moest beginnen. De beeldjes waren klein en moesten veel groter worden uitgevoerd. Zijn passie, gedrevenheid en nieuwsgierigheid brachten Jan te Kulve steeds verder. Toen hij in 1994 bij Nijhuis Fairbanks een 3D-printer zag staan, die gebruikt werd voor 'rapid prototyping' wilde hij daar alles van weten. De 3D-printing stond nog in de kinderschoenen, maar hij zag direct de mogelijkheden voor zijn kunstwerken. Uiteindelijk nam hij de printer van Nijhuis over; hij verrichtte veel pionierswerk, experimenteerde met materialen en implementeerde moderne ontwikkelingen in zijn ambacht.
Hij kan een klein beeldje scannen – vastleggen in een digitaal bestand – dat door een 3D-printer wordt gelezen, waarna het beeldje in elke gewenste grootte laagje voor laagje kan worden uitgeprint gevoed door een spoel met PLA-draad, biologisch afbreekbaar, maar – noodzakelijk voor het proces -vooral verbrandbaar. Een simpele samenvatting van een ingewikkeld proces, waar veel kennis van programmatuur bij komt kijken. Jan te Kulve heeft zich dat eigen moeten maken. Op 16 november was hij nog gastspreker in het 3DXperience Café in Winterswijk, want als gepassioneerd beeldend kunstenaar wil hij zijn kennis niet voor zich houden, maar doorgeven aan anderen.

Kunst of kunstje?
Maar het is niet een kunstje, dat een ICT-er ook 'even' kan. "Het is meer een manier om een basis te krijgen. Het grote voordeel is dat je het groter kunt maken. Eerst maak ik het kunstwerk met mijn handen. Na het uitprinten komt er ook weer was overheen, die ik ga modelleren om het tot míjn beeld te maken. Vergelijkbaar met een foto en een schilderij. Toen de portretschilders zagen dat de fotografie opkwam, dachten ze aanvankelijk dat het beroep te gronde zou gaan. Scanner en printer zijn moderne hulpmiddelen om tot een kunstwerk te komen. Maar de werkelijkheid vastgelegd door het oog van een kunstenaar maakt een beeld pas tot kunst. De moderne technieken hebben het wel gemakkelijker gemaakt. Geen loeizware mallen meer. De ontwikkeling van ganzenveer naar pen en ten slotte PC heeft ook geen afbreuk gedaan aan het echte schrijversvak."

De Verloren Was Methode
Het meest spectaculaire is het bronsgieten zelf. Daaraan vooraf gaat nog een ingewikkeld proces van het maken van een negatief model naar weer een positief model in was, dat weer in een mal van vuurvast materiaal wordt gevat. Hij gebruikt hiervoor 'chamotte'; hij betrekt bij sanitair fabriek Sphinx gemalen wc-potten met een productiefout. Ontluchtingskanalen en aangietkanalen moeten worden aangebracht. Bij het stoken loopt de was eruit, zodat een open ruimte over blijft waar het brons kan worden ingegoten: het 'eitje'. Jan te Kulve legt de lat heel hoog. Alleen door kennis en ervaring en heel veel passie heeft hij zijn niveau weten te bereiken. Hij blijft zich ontwikkelen. "Als ik zou blijven stilstaan bij de jaren zeventig, dan was ik achtergebleven en had ik het niet gered. Gebruik maken van moderne techniek is een middel, geen doel." 'Alles wat verandert, dat blijft', is zijn motto. Hij heeft zich de software eigen moeten maken en daar is veel tijd in gaan zitten.
Het gieten zelf doet hij met zijn buurman of met zijn zoon. Maar ook daarna moet de vakman nog gaan slijpen en volgen er nog bewerkingen voor speciale effecten.

In augustus heeft te Kulve afscheid genomen van de school en over drie jaar gaat hij met pensioen, maar een bankstel zal hij niet gaan verslijten. Ook daarna zal er nog vaak tot 's avonds laat licht branden in zijn werkplaats. Als hij inspiratie heeft zou hij nog het liefst het eten laten staan om verder te kunnen. Met zijn figuratieve beelden zal hij de kijker proberen te 'pakken' met een gemoedstoestand of een actie, zo weggelopen uit de realiteit van alledag. Met zijn non-figuratieve beelden wordt de kijker uitgedaagd om mee te denken, mee te voelen of de eenvoud te herkennen.
Achterhoekse bescheidenheid is niet altijd op zijn plaats, je mag jezelf ook wel eens op de borst kloppen.

Jan te Kulve. Foto: Achterhoek Nieuws bv
Jan te Kulve bezig met het scannen van een beeldhouwwerk. Foto: Achterhoek Nieuws bv