Omdat het bankje verdwenen was, werd het dit keer een trapje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Omdat het bankje verdwenen was, werd het dit keer een trapje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Vanaf een bankje

Langs het emigrantenpad

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Een paar weken geleden werd in Winterswijk een monument onthuld voor de Achterhoekse emigranten die in de 19de eeuw vertrokken naar Amerika en omkwamen bij een bootramp. In die tijd verhuisden families vanuit heel Europa naar het land aan de andere kant van de Atlantische oceaan. Ook vanuit Småland in Zuid-Zweden, waar ik enkele dagen verbleef. Bij een van mijn vorige bezoeken was ik er al op een lange afstandswandelpad gestuit dat de herinnering aan de emigranten levend houdt. Daar zat ik al eens op een bankje. Dat wilde ik voor deze speciale bankjesaflevering opnieuw opzoeken. De plek in Ljuder vond ik terug, het bankje was verdwenen.

Omdat ik het emigrantenverhaal boeiend vind, ben ik daarom maar bij het streekmuseum op een trapje gaan zitten. Dat dit verhaal daar zo leeft is te danken aan de schrijver Vilhelm Moberg. Hij schreef er vier dikke romans over, die nog altijd gelezen worden en ook zijn verfilmd. Moberg is geboren en getogen in Småland. In Utvandrarna (De emigranten), het eerste deel van de reeks (de andere delen gaan over hoe het de emigranten vergaat in Amerika), wordt de omgeving van Ljuder nauwkeurig beschreven en hoe de boeren er toe kwamen om naar de Verenigde Staten te verhuizen.

De eerste emigranten vertrokken rondom 1840 naar Amerika. Tot 1930 zijn Zweden in groten getale naar het land aan de andere kant van de oceaan gereisd. Uiteindelijk zijn zo'n 1,3 miljoen Zweden daar terecht gekomen. Dat was een aanzienlijk deel van de bevolking. Die emigranten kwamen uit heel Zweden, maar het aandeel Smålanders moet bijzonder groot geweest zijn. Hele dorpen en gehuchten zijn totaal ontvolkt geraakt, omdat de bewoners hun heil elders zochten. Het is de vraag of hier nog heel veel sporen in de huidige tijd zichtbaar waren geweest, als Moberg de emigranten in zijn historische romans niet had vereeuwigd. De historische feiten hierin kloppen, maar het verhaal is verder verzonnen. In Småland en ook in het zuidelijk daarvan gelegen Blekinge zijn de hoofdpersonen uit Mobergs romans haast historische figuren geworden. Van Karl Oskar en Kristina, de centrale personen in de emigratie-reeks, staat zelfs een meer dan manshoog beeld in de haven van Karlshamm, van waaruit de schepen naar Amerika vertrokken. Ze kijken nog altijd goedkeurend uit over alle schepen die vertrekken.

Het landschap hier ziet er woest en troosteloos uit en de enorme hoeveelheid stenen maakt snel duidelijk dat het hier lastig boeren was. Het is haast onvoorstelbaar dat overal in Småland ooit boeren actief zijn geweest. Het aantal huisjes herinnert eraan dat er 100-duizenden geweest moeten zijn. Het zijn voor het merendeel kleine boeren geweest, keuterboeren zouden wij zeggen. Karl Oskar was zo'n keuterboer, die op een bepaald moment zijn akkers niet meer kon vergroten, omdat de stenen niet meer weg te krijgen waren. Moberg beschrijft de omgeving van Ljuder, zoals die er nog steeds uit ziet:

"Karl Oskar nam de woeste grond van Korpamoen in ogenschouw. Het waren dennenbossen en kale rotsen, drassige zandgronden en heidestruiken en wortels van dennen, drassige dalletjes met mos en veenbessen en dan was er nog oneffen en hobbelig grasland. En de rest was steen. Hij nam een ijzeren staaf en stootte er hier en daar mee in de grond, en overal hoorde hij dezelfde klank: steen. Hij liep door weide en veld, door bos en zand en waar de ijzeren staaf op stootte was steen, steen, steen. Het was een eentonig lied, een treurig lied, een treurig lied voor wie er een akker bij wilde: steen!"

Als dan ook nog de oogsten mislukken en de schulden steeds groter worden, wordt het bestaan van een Smålandse boer uitzichtloos. Dat Moberg deze emigratie zo uitvoerig heeft beschreven komt omdat alle broers en zussen van zijn vader en moeder naar Amerika zijn vertrokken. De romans waren een onmiddellijk succes en zijn verfilmd. Het leidde er toe dat meer mensen, zoals ik die emigrantenroute en de plaatsjes erlangs bekijken. Je stuit er nu op borden bij kleine nederzettingen, waarop staat hoeveel mensen uit het plaatsje naar Amerika zijn vertrokken.

Ljuder is niet meer dan een kerk met een paar huizen, maar juist die kerk stond in 1850 zeer centraal in de gemeenschap van Ljuder, die bestond uit vele honderden keuterboeren, die overal verspreid hun boerderijtjes met een paar hectaren grond hadden. Hier sprak de lutherse priester zijn geloofsgenoten moed in in deel één van de emigranten-reeks. Naast de kerk ligt een streekmuseum met enkele oude gebouwen uit de tijd van de emigranten. Het emigrantenhuis aan de overkant van de weg met informatie over Moberg en zijn verhaal is gesloten. Als je in Zweden wat wilt bezoeken dan moet je er in de zomer zijn, want anders zit het dicht.

Het gesloten emigrantenhuis. Foto: Bernhard Harfsterkamp
De kerk van Ljuder. Foto: Bernhard Harfsterkamp