Ook buiten de natuurgebieden moet er natuur kunnen zijn. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Ook buiten de natuurgebieden moet er natuur kunnen zijn. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Samen werken aan behoud en ontwikkeling natuur en landschap

Streven naar algemene ecologische basiskwaliteit

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – De gemeente werkt momenteel aan een nieuw Landschapsontwikkelingsplan. Daarbij wordt de inbreng van geïnteresseerde Winterswijkers op prijs gesteld. Ruim 20 mensen maakten er op woensdagavond gebruik van om mee te denken over het plan. "Daarbij gaat het er niet om wie de schuld heeft." Verantwoordelijk wethouder Gert-Jan te Gronde doelde hiermee op de vele recente berichten over het verdwijnen van planten- en dierensoorten op het platteland. "Wij willen ons meer richten op wat we samen daartegen kunnen doen." Ook ecoloog Jolanda Snellenberg benadrukte dit. "Wij willen meer naar de toekomst kijken. Waar willen we heen met natuur en landschap." Daarnaast moet het nieuwe Landschapsontwikkelingsplan de bewoners helpen om eigen plannen te realiseren.

Opgave op gebied biodiversiteit
Wethouder Te Gronde sprak ook over de term landschapspijn, die tegenwoordig veel wordt gebruikt. Daarmee wordt bedoeld dat de natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap zo gering zijn geworden, dat dit landschap de persoon die er doorheen loopt pijn doet. "Die landschapspijn voelen we hier nog niet zo", zei de wethouder. "Dat blijkt ook uit de reacties van bezoekers. Die vinden het hier prachtig groen, omdat daar waar ze vandaan komen het slechter is." Dat neemt niet weg dat hij ziet dat er een afname is van het aantal soorten. "We hebben een opgave op het gebied van de biodiversiteit." Deze mening bleek later door bijna alle aanwezigen gedeeld te worden.

'We willen geen museum worden'
Het Landschapsontwikkelingsplan is tien jaar oud. Snellenberg noemde het een indrukwekkend document, waarin vooral uitgebreid is beschreven wat waardevol is in het Winterswijkse buitengebied. "Het geeft een wat behoudende blik op wat er is." Het nieuwe plan zal geïntegreerd worden met het negen jaar oude Groenstructuurplan, dat over het groen in de bebouwde kom gaat. Daarmee wil de ecoloog bereiken dat er een betere overgang van natuur en landschap van het buitengebied naar de groene structuren in de bebouwde kom tot stand komt. In het plan zal de nadruk meer op ontwikkelen dan op behouden komen te liggen. "We willen geen museum worden." Een van de aanwezigen reageerde dat hij juist blij was dat er veel behouden was. "We moeten dat behoud wel laten staan in het nieuwe plan." Snellenberg was het daar mee eens. "Maar we moeten wel kijken wat beter kan en waar we naar toe willen."

Trots op Nationaal Landschap
Daarna legde zij de aanwezigen een aantal stellingen voor. Het merendeel vond niet dat het landschap wel in tact blijft zonder regels. Die zijn nodig.

Verlies van biodiversiteit een probleem van iedereen

Het verlies van biodiversiteit werd niet het probleem van de overheid alleen gevonden, maar van iedereen. Betreffende natuur en landschap werd een goede beleving belangrijk gevonden. Erkend werd dat het beleid van de afgelopen jaren een positieve uitkomst heeft gehad. Toch werd er door de aanwezigen ook meer handhaving gewenst. Recreatie wordt niet als bedreiging gevoeld, maar als een kans, want toeristen dragen direct of indirect financieel bij. Voor het behoud van alle zandpaden was er eveneens draagvlak. Het Nationaal Landschap wordt nog altijd beschouwd als iets om trots op te zijn.

Stimuleren om het anders te doen
Vervolgens werd in drie groepen verder gepraat over de thema's landschap, ecologie en groen in de bebouwde kom. Daarbij werden vele suggesties gedaan. Natuur is los van de gebruikswaarde het behoud waard. Dat is niet alleen een taak, maar een verantwoordelijkheid, ook voor de gemeente, zeker als die er zelf invloed op heeft zoals ten aanzien van de wegbermen en het groen in de bebouwde kom. Om te voorkomen dat er over enige tijd alleen nog bijzondere natuur voorkomt in de natuurgebieden, die daardoor steeds meer eilandjes worden, werd gepleit voor het streven naar een algemene ecologische basiskwaliteit voor elke plek in het buitengebied. Belangrijk daarbij is de rol van de boer. "We moeten de boeren stimuleren om het anders te doen", zei een aanwezige. "We moeten met elkaar een hogere kwaliteit halen." Daarvoor zou er weer een proefproject over duurzame landbouw moeten komen. Benadrukt werd dat alle partijen die natuur en landschap bezitten bij het beheer beter kunnen samenwerken.

Basiswaarden vastleggen en verbeteren
Wethouder Te Gronde constateerde dat er veel energie zat in de drie groepen. "Als economie en ecologie minder een tegenstelling worden, komt het wel goed. Voor de komende tien jaren moeten we daarom goed de basiswaarden vastleggen en verbeteren." Over het nieuwe Landschapsontwikkelingsplan is ook al gesproken met deskundigen op het gebied van natuur en landschap, waaronder vertegenwoordigers van terreinbeherende instanties en de landgoedeigenaren. Als er een concept is wordt daarover opnieuw een avond georganiseerd. Snellenberg hoopt dat het plan in januari door de gemeenteraad kan worden vastgesteld. Daarna zal er nog een uitvoeringsagenda worden opgesteld.

Wie nog suggesties heeft voor de gemeentelijke ecoloog kan in de komende weken een e-mail sturen naar jsnellenberg@winterswijk.nl.

De aanwezigen bleken voor het behoud van de zandwegen. Foto: Bernhard Harfsterkamp