Het bankje naast de Sint Vitussteen. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje naast de Sint Vitussteen. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Bij de Sint Vitussteen

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Helemaal aan het einde van de Ratumseweg, direct naast de groene grensovergang, staat zowaar een bankje. Hier bevindt zich ook het beginpunt of het eindpunt, het is maar hoe je het bekijkt, van het Kommiezenpad, dat vanaf hier op en in de nabijheid van de grens met Duitsland naar Burlo loopt. Op de grens staat een van de oudste grensstenen van Winterswijk, de Sint Vitussteen, die in 1753 is geplaatst.

De parochie in Südlohn is naar de heilige Sint Vitus genoemd. Vitus werd al op jonge leeftijd christen, maar dat werd door zijn omgeving niet gewaardeerd. In 304 werd hij dood gemarteld. Hij was toen zeven of twaalf jaar en daarmee een van de jongste martelaren. Hij werd later de patroonheilige van bierbrouwers, jeugd, apothekers, toneelspelers, herbergiers, doofstommen en huisdieren. Een veelzijdig heilige, van wie de naamdag op 15 juni wordt gevierd. De parochie in de Duitse buurgemeente bestaat sinds 1231. Omstreeks die tijd moet er op deze plek al een houten grenspaal hebben gestaan, die het noordelijk puntje van de parochie markeerde.

De stenen grenspaal werd op 29 oktober 1753 geplaatst. De paal werd geleverd door de steenhouwer Gerdt Ackerstaff uit Bentheim. Er bestaat zelfs nog een rekening van, die ik overigens niet kon ontcijferen. Aan de ene kant van de steen staat het wapen van het bisdom Münster, aan de andere kant dat van Gelre. De loop van de grens is hier ruim 250 jaar geleden officieel vastgesteld. Lang kon je vanaf dit punt tot aan de Ratumsebeek over een pad op de grens lopen. Dat is nog grotendeels aanwezig, maar hier en daar is het zoeken. Het pad werd niet alleen gebruikt door kommiezen (douane), maar uiteraard ook door smokkelaars.

Achter het bankje stroomt de Vennevertlose beek. Het is een van de smalste beken van Winterswijk en ziet er hier uit als een diep uitgegraven sloot. Zoals vele Winterswijkse beken ontspringt deze bij de oosterburen, niet ver van waar het vliegveld Wenningfeld ligt. Het beekje loopt rechts van me naar het natuurgebied de Muggenhoek en stroomt daarna verder door Ratum en Huppel om daar over te gaan in de Boldersbeek, die weer in Meddo in de Beurzerbeek uitkomt. Vooral in Ratum is deze beek op zijn fraaist. Zo dichtbij de grens hoor ik voortdurend autoverkeer. De grote weg van Oeding naar Vreden ligt namelijk heel dichtbij. Dat werkt vervreemdend, want tegelijkertijd bevind ik me in een van de uithoeken van Winterswijk. Daar zou je diepe stilte verwachten.

Gesmokkeld wordt er hier nog steeds, want deze groene grens wordt gebruikt door Duitse jongeren die drugs hebben gekocht in de coffeeshop in Winterswijk. Daarvan is niets te merken als ik er ben. Ik hoor een zwarte specht die vanuit de Muggenhoek aan komt vliegen. Daarna klinkt zijn andere roep in het naaldbosje net over de grens. Voor mij is deze zwarte vogel met de rode kuif de mooiste specht. Die is de laatste decennia weer algemener geworden rondom Winterswijk. Met dank aan het dode hout in de bossen. Tussen de Muggenhoek, een natuurgebied met enkele heideveldjes vol gagel en jeneverbes, liggen een maïsakker en een weilandje. Honderd jaar geleden was het een en al heide in deze hoek van Ratum. Die zie ik hier nog wel eens terugkeren, want waarom zou je in deze tijd op zo'n klein perceel eigenlijk nog maïs verbouwen. Bijna niemand wordt daar beter van.

Rechts naast de bomen stroomt de Venneverlose beek richting Muggenhoek. Foto: Bernhard Harfsterkamp
De Sint Vitussteen. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje bevindt zich aan het einde van het onverharde deel van de Ratumseweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp