Het bankje achter de Appelweide. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje achter de Appelweide. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Achter de Appelweide

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Boerencampings waren er al langer in Winterswijk. Je zou zelfs kunnen zeggen dat alle campings van Winterswijk een boerenoorsprong hebben. De eerste was die van Roerdinkholder in Kotten. Campings werden echter groter en dat leidde weer tot een behoefte aan kleinschaligheid. Die vond je opnieuw bij boeren met zo'n vijftien kampeerplakken op hun erf. Deze mini-campings zoals ze ook wel worden genoemd, namen vooral vanaf de tweede helft van de jaren 90 in het buitengebied toe. Het bankje waarop ik zit staat voor één van die campings, de Appelweide in Kotten.

De mini-camping, inmiddels met 25 kampeerplekken, ligt bij boerderij Wilterdink. De naam Appelweide is gekozen, omdat een deel van de tenten en caravans tussen appelbomen geplaatst kan worden. Het streven van Henk Beskers, die met de camping begon, was om hier veel verschillende appelrassen aan te planten. Inmiddels is zijn dochter verantwoordelijk voor de gasten, maar Beskers heeft nog steeds veel met appels. Als bestuurslid van Boerengoed was hij al enkele keren mede-organisator van succesvolle appeldagen bij het Wilhelminagebouw in Kotten. Ook was hij initiatiefnemer van een lokale appelpers. Iedereen zou dan zijn appeloogst kunnen laten omzetten in appelsap. Helaas was 2017 een slecht appeljaar en kon er weinig geperst worden.

Bij de ingang staat nog steeds een bord voor de wandelroute Rondom Willink, waaraan ik nog een bescheiden bijdrage heb geleverd. Het is een wandelpad met veel aandacht voor de geologische bijzonderheden van Winterswijk. Om die ervaren moet je wel enkele uren uittrekken, want het is een stevige wandeling die ook langs de Steengroeve loopt. Bij het bankje stond een tijdlang een uitkijktoren, zodat je een goed uitzicht had over het enigszins glooiende gebied voor me. Met een informatiebord werd uitgelegd waarom de diepere ondergrond hier zo interessant was. Helaas zijn toren en bord verdwenen. De toren werd als hangplek en drugsverhandelplek gebruikt en werd ook iets te snel bouwvallig.

Voor me ligt het gebied dat de Plante of Plantenkamp wordt genoemd. Hier werd de eerste boring in de diepere ondergrond van Winterswijk uitgevoerd. De geoloog Staring had al de kalk bij boerderij Willink in Ratum ontdekt, maar met deze boring begon de echte ontdekking van wat de geologische mozaïekvloer van Winterswijk wordt genoemd. In 1907 werden hier meer dan honderd handboringen verricht tot een diepte van 20 tot 35 meter. Daarmee werd vooral de diepte van de kalksteenlagen goed in beeld gebracht. In 1908 vond een eerste machinale diepteboring plaats. Deze keer kon er tot 350 meter diep geboord worden. Bij boerderij Plante werd op een diepte van 103 meter zout aangetroffen. Bij andere boringen werd steenkool aangeboord.

Deze zoutlagen kwamen in de jaren 80 nog eens in beeld als locatie voor de opslag van chemisch en radioactief afval in de diepe ondergrond. Dat leidde tot veel verzet. De gemeenteraad wees deze mogelijkheid niet meteen af, maar in de jaren 90 werd dan toch besloten dat de gemeente hieraan niet zou meewerken. Informatie van vele deskundigen, waaronder de Winterswijkse geologen, had duidelijk gemaakt dat de zoutlagen in Winterswijk ongeschikt waren. Ook elders in ons land heeft de overheid afgezien van soortgelijke plannen. Dat was verstandig, want het landschap hier voor me zou er heel anders uitgezien hebben. Nu zie ik een open golvend landschap met houtwallen en bosjes en boerderijen. Dat is toch veel beter dan een industrieel complex dat hier had kunnen liggen en volledig had misstaan in het Nationale landschap.

Het uitzicht richting de Plante en Plantenkamp. Foto: Bernhard Harfsterkamp
De appelbomen van de Appelweide. Foto: Bernhard Harfsterkamp