Duitsers doen molenaarsexamen bij Bataaf

Vervolg van de voorpagina

WINTERSWIJK - Drie Duitse vrijwillig molenaars in spe hebben de Nederlandse opleiding tot molenaar gevolgd, en deden vorige week examen in de Winterswijkse molen Bataaf.

Door Bart Kraan

De in Anholt woonachtige Willmer is een van de drie Duitse molenaars – de echtgenoten Hans en Iris Ter Hahn uit Münster zijn de anderen – die donderdag bij de Winterswijkse molen het landelijk examen vrijwillig molenaar van de Vereniging Hollandsche Molen afleggen. Willmer heeft ook een, door het Gilde Vrijwillige Molenaars opgezette, Nederlandse molenaarsopleiding genoten, weliswaar in de molen in het nabij Emmerich gelegen Elten, maar wel bij een Nederlandse leermeester. "Heeren heeft bij de Nederlandse luchtmacht gewerkt en is vroeg met pensioen gegaan'', vertelt Willmer vlak voor het begin van zijn examen dat hij kan afleggen omdat hij een proefexamen bij het Gilde Vrijwillige Molenaars succesvol afsloot. "Hij was in zijn vrije tijd al vrijwillig molenaar (met een diploma, waardoor hij beginnende molenaars mag opleiden, BK) en hoorde dat Elten een molenaar nodig had. Vandaar dat hij in Elten terechtgekomen is. Ik ben bij hem terechtgekomen omdat de Duitse opleiding niet zo goed is. In de Nederlandse molenaarsopleiding zit veel meer structuur, is veel intensiever.''

Met het laatste deel van zijn opmerking verwijst Willmer onder meer naar de duur van de Nederlandse opleiding tot molenaar. Die neemt anderhalf jaar tot twee jaar of 150 draaiuren in beslag, waarvan dertig op andere types molens dan waarmee de beginnend molenaar normaliter te maken heeft. Zoals wipmolens, standenmolens en oliemolens. ''In Duitsland word je opgeleid op één type molen, de molen waar je werkzaam bent'', aldus Willmer. ''Die opleiding is dus niet zo algemeen als die in Nederland, waar je ook te maken krijgt met draaien in de vier jaargetijden. In Duitsland neemt de opleiding maar twintig uur in beslag en breng je twee of drie middagen in een molen door.'' De Nederlandse opleiding tot vrijwillig molenaar is vanwege het niveau dan ook populair onder Duitse molenaars. ''Met een Nederlandse opleiding kun je overal terecht. Het is een superopleiding.''

Dan is het tijd en nemen de examinatoren Willmer mee naar boven voor de eerste onderdelen van zijn examen, waarbij alleen zij en Donderwinkel aanwezig mogen zijn. Willmer moet onder meer de molen op de wind zetten, oftewel in de windrichting zetten, de zeilvoering bepalen en voordraaien. Als Willmer heeft beslist over de zeilvoering, mag hij de zeilen aanbrengen. Daarbij toont hij zich heel nauwgezet, zo klimt hij een aantal keren naar boven om te controleren of de zeilen wel goed vastzitten en maakt hij ze ook weer een paar keer los omdat hij niet tevreden is over de manier waarop ze zijn aangebracht. Als hij daar tenslotte content over is, kan hij de wieken laten draaien.

Vervolgens wordt Willmer de hemd van het lijf gevraagd over diverse technische aspecten van de molen en de diverse manieren van zeilvoeren. ''Je moet inderdaad je theorie goed kennen'', zo geeft Donderwinkel aan, terwijl Willmer de vragen van de examinatoren beantwoordt. ''Toen ik in 1983 examen deed, was het theorieboek zo dik'', aldus Donderwinkel, die duim en wijsvinger drie centimeter van elkaar houdt. ''Nu is dat twee keer zo veel.''
Dan nemen de examinatoren Willmer nog even mee naar de kap van de molen voor een aantal vragen en komt tenslotte beneden het weer ter sprake, willen Abelskamp, Van Erve en Houben van de Duitse kandidaat weten wat hij onder bepaalde weersomstandigheden moet doen. ''Dat is heel belangrijk, omdat je moet weten wat je moet doen onder de diverse weersomstandigheden'', vertelt Heeren. ''Een molenaar moet ook altijd goed de lucht en de wind in de gaten houden omdat die al eerste aangeven dat het weer gaat veranderen. Maar tegenwoordig kan een molenaar ook via de computer het weer goed in de gaten houden.''

Als het laatste gesprek ten einde is, mag Willmer in de ontvangstruimte wachten op het resultaat van de beraadslagingen van de drie examinatoren. Over hen is Willmer zeer tevreden. ''Ongeacht de uitkomst, die mensen hebben me heel fair behandeld. Ze hebben me niet geholpen, maar ook niet geprobeerd me te bedonderen'', aldus de Duitser, die maar drie minuten hoeft te wachten en dan weer naar binnen wordt geroepen waar hij tot zijn grote vreugde te horen krijgt dat hij is geslaagd en nu op alle door wind aangedreven molens mag werken.

Ook zijn collega's Hans en Iris Ter Hahn slaan zich succesvol door hun examens heen. En dus is Donderwinkel aan het einde van de dag een tevreden man. ''Ze zijn alle drie met vlag en wimpel geslaagd. De examinatoren hadden het prima naar hun zin. We hebben aan het einde van de dag nog even gezellig iets gedronken. Het was een prachtige dag.''