Het bankje bij Keunenhuis met daarachter de oude eik. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Het bankje bij Keunenhuis met daarachter de oude eik. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Vanaf een bankje

Naast een monumentale boerderij

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Het was alweer een tijdje geleden dat ik bij het bankje bij het Keunenhuis was geweest. Tussen 2007 en 2016 kwam ik er bijna wekelijks langs, want hier liep mijn Wooldse natuurkalenderwandeling. Elke keer noteerde ik de bloeiende planten langs de ruim vijf kilometer lange route. Daardoor kreeg ik een goed beeld van de veranderende bloeiperiode van diverse planten. Woensdag liep ik de route na ruim een jaar weer eens. Bloeiende planten noteerde ik nog niet. Dat pak ik in 2018 weer op.

Als ik bij het bankje kom kijk ik eerst naar de enige pol struikheide die in dit deel van 't Woold groeit. De heide bloeit nog, maar de pol lijkt kleiner te zijn geworden. De reden zal het groter wordende eikje zijn, dat pal naast het bankje staat en de heidepol steeds meer overschaduwt. Achter het bankje staat een veel imposantere eik, die ik al vaak heb gefotografeerd. Hij staat aan de rand van de es, het bolvormige bouwland, waarop dit jaar graan is verbouwd. Die rand is hier nog steil. Ooit was dat normaal, maar de moderne landbouw heeft voor veel vervlakking gezorgd. De eik is zeker 200 jaar oud, waarschijnlijk nog wel ouder. De laaghangende takken zijn er helaas wel af en toe afgezaagd, want die belemmerden het ploegen en oogsten op de es ernaast.

Als ik schuin over mijn rug naar rechts kijk zie ik een schoppe, een daglonershuisje en de achterkant van de boerderij Keunenhuis, die een rijksmonument is. De boerderij werd in 1908 opnieuw gebouwd, naast de oorspronkelijke die vervolgens geleidelijk aan werd afgebroken. Delen daarvan werden gebruikt in de nieuwbouw, zoals de deuren in het achterhuis. De gevel kreeg jugendstilornamenten. De bewoningsgeschiedenis gaat verder in de tijd terug. In 1748 was er een eerste boerderij van Jan Cuenen, die uit Barlo kwam. Zodoende ontstond de naam Cuenenhuis, die veranderde in Kuenenhuis en later Keunenhuis. Het daglonershuisje is dankzij de Vereniging Monumentenbelangen in 2002 gerestaureerd. Het wordt ook wel Sniedershuuske genoemd, omdat er jarenlang een kleermaker (snieder) heeft gewoond. Die maakte "pilose boksen", werkbroeken voor de boeren.

Natuurmonumenten kreeg de boerderij en het bijbehorende landgoed in 2012 in bezit. De laatste eigenaresse Jantje Hijink- Boerma mocht tot aan het einde van haar leven blijven wonen, maar stierf niet lang daarna. Sindsdien zoekt Natuurmonumenten naar een nieuwe bestemming en bewoner van boerderij en landgoed. Hoewel er enkele goede plannen voorbij zijn gekomen, leidden ze nog niet tot nieuwe gebruikers. Zodoende woont er nog steeds een vriendelijke jongeman, die de functie heeft van antikraakwacht. Toch lijkt het erop dat er een nieuwe gebruiker is gevonden. Alleen willen of kunnen Natuurmonumenten en de nieuwe bewoner dat nog niet bevestigen.

Voor me ligt een boomgaard. Deels is die al oud, deels is die enkele jaren geleden vergroot door het planten van nieuwe fruitbomen. De pony die vele jaren lang tussen de fruitbomen liep is er helaas niet meer. We begroetten elkaar altijd vriendelijk als ik op het bankje ging zitten. Een mooi ogenblik was er toen er voor mijn voeten een haas voorbij liep. Blijkbaar had ik stil genoeg gezeten om het dier niet te verontrusten. Deze haas en enkele van zijn soortgenoten zag ik vaak op de es links van me rondrennen in de jaargetijden dat er nog geen graan of ander gewas op groeide. Het bankje is overigens door de gemeente op deze plek neergezet omdat hier een fietsroute langs loopt met veel aandacht voor cultuurhistorie. Zeker de moeite waard om die eens te volgen.

De achterkant van het Keunenhuis met links het Sniedershuuske. Foto: Bernhard Harfsterkamp
De nieuwe boomgaard die bij het Keunenhuis is aangeplant. Foto: Bernhard Harfsterkamp