Een bankje in de boomgaard ooit aangelegd in opdracht van notaris Roelvink. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Een bankje in de boomgaard ooit aangelegd in opdracht van notaris Roelvink. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Vanaf een bankje

In een boomgaard

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Hoewel een hond vooral nadelen heeft, is er één voordeel. Het dier moet uitgelaten worden en dat leidde in mijn geval tot lange wandelingen. Dat was in de jaren 80 toen ik mij ontfermde over een verwaarloosde fox terriër. Ik had een aantal vaste routes en één daarvan voerde ons door het landgoedje Bönnink, ingeklemd tussen de dorpsrand, 't Hilgelo en een aantal verblijfsrecreatieterreinen. Dertig jaar geleden was het er nog betrekkelijk rustig, al werd de hond er toen ook al veel rondgeleid.

Het bankje in de boomgaard, waarop ik zit, was er toen nog niet. Er is meer veranderd in het Bönnink. Een van de paadjes waarover ik altijd liep is er allang niet meer. De reden is dat er gesleuteld is aan de Ratumse Beek, die vanaf de Waliënseweg als een rechte lijn naar de houten brug in de Bönninkweg liep. Pas daarna was er tot aan de Ravenhorst ruimte voor gekronkel. Dat die kronkels er daarvoor tot aan de brug waren geweest, was goed te zien in het bos waar oude beekarmen lagen. Die zijn nu weer onderdeel van de beek, die als vanouds door het landgoed kronkelt. De oude hoofdloop heeft alleen nog functie als overloop bij hoog water.

Het landgoed is in de zogenaamde Engelse landschapsstijl ruim 100 jaar geleden aangelegd. Deze stijl kenmerkt zich door afgeronde patronen. De natuurlijke elementen als beek en bos werden geïntegreerd, maar het grootste deel van het Bönnink is aangelegd. Daarom zijn er weilanden, solitaire bomen en de boomgaard, waarin ik me bevind. Aangelegd in opdracht van notaris Roelvink, die lang eigenaar was. In de jaren zestig kwam het in bezit van de Vereniging Natuurmonumenten. De boomgaard is misschien wel het mooiste onderdeel van het landgoed.

Boomgaarden waren ooit een alledaagse verschijning bij boerderijen, maar geleidelijk aan zijn ze uit de gratie geraakt. Zeker die met hoogstamfruitbomen. Om het fruit of de noten te plukken moest je met een lange ladder de boom in. De laagstambomen die tegenwoordig de norm zijn, zijn handiger en veiliger. De oude walnotenbomen en tamme kastanjes, die bij de aanleg van de boomgaard al zullen zijn aangeplant, zijn hier imposant. De appels en pruimen zijn jonger en hebben de fruitbomen die niet het eeuwige leven hadden vervangen. De boomgaard wordt omgeven door een strakke meidoornhaag. Aan de ene kant ernaast ligt de Ratumse Beek. Aan de andere kant is er een houtwal en daarnaast de weilanden, waarin jonge koeien lopen.

De bank staat onder de tamme kastanjes, die vol met kastanjes zitten. De liefhebber kan hier naar hartenlust over enkele weken rapen en ze verwerken in een taart of een stoofpotje. Of ze bewaren om ze later te poffen en met de kerst bij de spruitjes te serveren. Met de walnoten wordt het niets dit jaar. Een hobbyteler in Meddo had me al verteld dat door de vorst in april alle bloesems waren kapot gevroren. In de boomgaard in het Bönnink is dat niet anders geweest, ondanks de beschutte ligging. Na intensief turen zie ik geen enkele walnoot aan de bomen zitten. Maar dat is niet erg, want het is al een genot om tussen zulke oude bomen te zitten en terug te denken aan die wandelingen met de lang geleden overleden hond.

Het Bönnink is een oud landgoed met veel variatie en koeien in de wei. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Binnenkort zijn er veel tamme kastanjes te rapen. Foto: Bernhard Harfsterkamp