Vanaf het bankje kijk je in de richting van de Meddoseweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf het bankje kijk je in de richting van de Meddoseweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Vanaf een bankje

Aan de Zimmelinksdiek

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Aan de achterkant van Dennenoord, bijna tegenover de Sevinkmolen, begint het pad dat naar de Luikenhuisweg loopt en onderweg de Beurzerbeek passeert. Het begin is nog niet spectaculair. Links maïs, rechts grasland. Pas na de boerderij links kom je op een van de mooiste paadjes van Winterswijk. Beschaduwd door beuken is het er in de zomer altijd donker. Van de omgeving krijg je even weinig mee, totdat je bij het bankje komt aan het eind. Voor je zie je dan ook de brug voor fietsers en wandelaars over de beek.

Vanaf het bankje kun je de Beurzerbeek goed volgen. Rechts zie ik een bosstrook die naar de Meddoseweg in de verte loopt. Het is de beplanting die de beek begeleidt op de linkeroever. De andere oever is meer open. De Beurzerbeek oogt hier nog steeds als een kanaal, dat ruim 50 jaar geleden de toen nog kronkelende beek verving. Daarna was er lang voor de natuurwaarnemer weinig te beleven, maar vanaf de jaren negentig heeft de beek een natuurlijker aanzien gekregen. De bosstroken, de brede oeverzone met moerasplanten en de beek zelf vol waterplanten als de gele plomp die hier niet zo lang geleden de hele bedding geel kleurde, hebben voor meer variatie gezorgd. Goed voor allerlei vogels en zeker voor libellen.

Loopt de Zimmelinksdiek door een houtwal of bosstrook? Ik neig meer naar bos, omdat halverwege de strook een uitstulping heeft met nog meer beuken en diverse struiksoorten. Opvallend is daar het schaafstro, dat tot de plantenfamilie van de paardenstaarten behoort, een oude familie die er al in de tijd van dinosauriërs was. Een bekend familielid is de heermoes, voor menigeen een lastpost in de (moes)tuin. Heermoes heeft zijtakjes, die bij schaafstro afwezig zijn. Het is een lange donkergroene stengel, die uit kleine segmenten bestaat, die je gemakkelijk uit elkaar kunt trekken. De stengel eindig in een zwartbruin aartje. In het voorjaar komen hieruit de sporen die voor nieuwe planten kunnen zorgen. Schaafstro neemt vaak een groot oppervlakte in, wat betekent dat het zich vooral ondergronds uitbreidt. De stengel voelt ruw aan en kan gebruikt worden als nagelvijl of schuurpapier. Daarom is de dialectnaam klompeschoere.

Als ik op het bankje zit, komt een medewerker van de ROVA de prullenbak legen. Hij heeft een flink stuk moeten lopen, want vanaf de boerderij is de Zimmelinksdiek te smal voor een auto. De zak in de bak zit niet eens half vol. Het doet vermoeden dat er niet vaak op het bankje wordt gezeten. De man zegt dat hij hier ook maar één keer in de twee weken hoeft te komen. Op de achtergrond hoor ik spelende kinderen en pratende volwassenen. Aan de andere kant van de beek ligt de boerencamping Simmelink. Lang geleden schreven ze dat nog met een Z, vandaar Zimmelinksdiek. Het pad kreeg zo'n 20 jaar geleden dankzij de ruilverkaveling Winterswijk-west, waarbij niet alleen veel voor boeren en natuur werd gedaan, een asfaltlaagje. Fiets je over een geasfalteerd fietspad, dan weet je dat je in dat ruilverkavelinsgebied bent. Onverhard zou dit een evenzo prachtig pad zijn geweest. Over 20 jaar zal het wel weer onverhard zijn, want ik verwacht niet dat het opnieuw wordt geasfalteerd.

De Beurzerbeek neit ver van het bankje. Foto: Bernhard Harfsterkamp
De door beuken overschaduwde Zimmelinksdiek. Foto: Bernhard Harfsterkamp