Afbeelding

Sportzomer

Opinie

“Wij hebben gewonnen”. “Wij hebben de gouden medaille!” Vaak heb ik dat mensen in mijn omgeving de laatste tijd horen zeggen. Ik sluit niet uit dat ik dit een enkele keer ook heb gedaan. “Zij hebben verloren.” “Ze kunnen er helemaal niets van.” Ook dat werd gezegd. Vermoedelijk niet door mezelf. Sport beleven blijft een vreemd fenomeen.

Opeens is het Oranje sportzomer, alsof het alleen nog om onze landgenoten draait, die toevallig goed kunnen sporten. De Olympische Spelen, die eindelijk door konden gaan, waren het hoofdprogramma, de Europese Kampioenschappen voetbal en de Tour de France het voorprogramma. Nederland moest eerst nog op gang komen, in Frankrijk begon het er op te lijken en de laatste twee weken ging bijna alles goed. Wat een juichen! Wat een tranen van ontroering.

Ook ik had last van trekkende ooghoeken. Terwijl sport me niet boeit. In mijn jeugd keek ik nog met enthousiasme naar voetbal. Ik heb zelfs een wedstrijd van het Nederlands elftal tijdens de wereldkampioenschappen in 1974 gezien. Maar ik voetbalde toen nog. Aan mijn veelbelovende carrière kwam op mijn achttiende een eind. De knieën deden pijn. Sindsdien vond ik sport niet meer interessant. Natuur en boeken boeiden me meer.

Alleen naar die Olympische Spelen bleef ik kijken. Twee weken lang zat ik dag en nacht voor de televisie. Veel geslapen heb ik niet, al dutte ik soms weg bij voetballen of wielrennen. Nooit als ik naar een sport keek die alleen tijdens de Olympische Spelen op een van de tv-zenders is te zien. Soms begreep ik totaal niet wat ze deden, maar het was prachtig om te zien.

Moe ben ik nu wel en er kan weer een lange periode zonder sport aanbreken. Ik zal zelden meer het “wij hebben gewonnen” met opwinding in mijn stem laten horen. Ik zal vervallen in oude standaardopmerkingen. “Sporten is ongezond, kijk naar al die blessures.” “Topsporters leven volstrekt onverantwoord.” “Voetballers zijn verwende kinderen.” En nog meer. Ik zal het niet herhalen.

Heeft sport dan geen enkele waarde? Natuurlijk wel. Ik mag dan zo’n mislukte sporter zijn, die daarna alleen nog met chagrijn overal op kan reageren. Zo’n eeuwige zuurpruim, die alleen maar iets als “het is niets, het wordt nooit wat en dat zal altijd zo blijven” kan zeggen. Toch krijg ik een enkele keer mee dat veel jonge en oude mensen plezier beleven aan hun sport. Ik ga er soms bijna van geloven dat bewegen wel goed is voor de gezondheid. Ik heb zelfs overwogen om op voetbal te gaan waarbij je niet hoeft te rennen en rustig wacht tot een bal komt. Dat gaat nu nog te ver.

Bernhard Harfsterkamp

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant