Maarten-Jan Vos (l) overhandigt het rapport 'Joods vastgoed in Winterswijk'aan burgemeester Joris Bengevoord. De leden van de begeleidingscommissie kijken toe, vlnr. Mirjam Schwartz, Henk Vis en Wim van Gelder. Foto: Lineke Voltman
Maarten-Jan Vos (l) overhandigt het rapport 'Joods vastgoed in Winterswijk'aan burgemeester Joris Bengevoord. De leden van de begeleidingscommissie kijken toe, vlnr. Mirjam Schwartz, Henk Vis en Wim van Gelder. Foto: Lineke Voltman

Gemeente schenkt eigenaar synagoge 75.000 euro

Maatschappij

Rapport ‘Joods vastgoed in Winterswijk’ gepresenteerd

Door Lineke Voltman

WINTERSWIJK -  Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Winterswijk 63 percelen, waaronder huizen, bedrijven, landbouwgronden van Joodse eigenaren na hun onderduiking of deportatie door de Duitse bezetters afgenomen en doorverkocht aan particulieren en aan de gemeente. Bij de gemeente ging het in totaal om zes gevallen, waaronder de synagoge. Dat bleek uit de presentatie van het onderzoek naar het Joods vastgoed in Winterswijk door Maarten-Jan Vos op dinsdag 24 mei tijdens een bijeenkomst in de synagoge in Winterswijk.

Historicus Vos kreeg van de gemeente Winterswijk vorig jaar de opdracht om onderzoek te doen naar hoe en of rechtsherstel aan de Joodse eigenaren of diens erfgenamen door de gemeente na de oorlog heeft plaatsgevonden. “Met steun van een begeleidingscommissie, bestaande uit Mirjam Schwartz, Henk Vis en Wim van Gelder heb ik deze opdracht uitgevoerd. Ik heb hiervoor onder andere het gemeentearchief in Doetinchem en het nationaal archief in Den Haag geraadpleegd maar ook gegevens van het kadaster geraadpleegd.´

Rechtsherstel heeft plaatsgevonden
Vos: “De uiteindelijke conclusie is dat in alle zes gevallen, waarbij de gemeente betrokken was, rechtsherstel heeft plaatsgevonden maar dat ging zeker niet op een humane wijze. De gemeente heeft weliswaar de regels van rechtsherstel formeel uitgevoerd maar met weinig empathie, waarbij ze haar eigen financiële belangen goed in de gaten heeft gehouden. De rechtmatige eigenaar mocht er zeker niet beter van worden en moest zelfs betalen voor aanpassingen aan het pand die door de koper waren gedaan.”

‘Ik begrijp mijn vader nu beter’
Mirjam Schwartz vertelde het trieste verhaal van haar ouders en zus, die moesten onderduiken: “Toen ze na de bevrijding weer in Winterswijk kwamen waren al hun bezittingen verdwenen. Hun huis werd door andere mensen bewoond, vaak aanhangers van de voormalige NSB of andere Duits gezinden. In de praktijk kwam het er op neer dat mijn ouders hun rechtmatige vastgoed hebben moeten verkopen vanwege de kosten die op hen afkwamen, zelfs hun eigen woonhuis. Ik herinner me nog heel goed dat mijn vader een teleurgestelde, angstige man werd, zijn emoties had hij weggestopt. Na het lezen van het rapport kon ik hem beter begrijpen, een treurige conclusie.”

Levend houden van het Joodse verhaal
Burgemeester Joris Bengevoord zei zich na het lezen van het rapport geschokt te voelen: “Ik sta hier met gemengde gevoelens. Ondanks de algemene conclusie dat na de oorlog de zaken rondom het Joodse vastgoed volgens de toen geldende regels en moraal zijn opgelost ligt de conclusie mij toch zwaar op de maag, dit geldt ook voor het college van B&W en de gemeenteraad. De overheid heeft destijds gefaald en daar schaam ik me voor. We hebben dan ook besloten een gebaar te maken naar de Joodse gemeenschap waarmee we bijdragen aan de bewustwording, de erkenning en het levend houden van het Joodse verhaal van Winterswijk. De synagoge is het symbool van de Joodse gemeenschap en daarom willen wij de eigenaar van de synagoge, de Stichting Cultuurbehoud Achterhoek, een bijdrage van 75.000 euro ter beschikking stellen, zodat zij de synagoge als symbool in stand kunnen houden.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant