De cover van het boek.
De cover van het boek.
audio

Sander Leest: Een Leidse familie in de vorige eeuw

Algemeen

ACHTERHOEK - Wie graag leest, kijkt met filosofischer blik naar de wereld dan anderen. Heb ik weleens horen zeggen. Zou het zo zijn? Het was in elk geval een filosofische opmerking van een lezer naar aanleiding van de boekenkeuzes in deze rubriek: als de ‘link met de Achterhoek’ een voorwaarde is, komt elk boek in aanmerking. Het lezen speelt zich immers af in deze streek – op een sofa in een Aaltense huiskamer, op een bankje in het bos bij Winterswijk, in een Lochems bed vóór het slapengaan. Of je koopt een boek in een Doetinchemse boekwinkel, leent er eentje in een Vordense bibliotheek…

Onlangs stuitte ik in een Zutphens kringloopcentrum op de nieuwe (althans: de recentste) vertaling van Anna Karenina van Lev Tolstoj. Interessant wat de vertaalster in een toelichting over haar ambacht vertelt. Het origineel van Tolstoj is sinds 1878 hetzelfde, maar de vertalingen ontwikkelen zich. Onder andere omdat er in de loop der jaren steeds meer historisch onderzoek is gedaan, ook door vertalers zelf. Met het mooie effect dat je logischerwijze enerzijds steeds verder van de tijd verwijderd bent waarin het boek verscheen, maar er anderzijds dankzij toegenomen kennis juist steeds dichterbij kan komen.

“Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is op zijn eigen manier ongelukkig.”

De beroemde beginzin van Tolstojs boek. Ook in deze nieuwe vertaling wist hij me ogenblikkelijk weer mee te slepen in de zinnen die erop volgden. Het is een roman, fictie dus, maar dat wil niet zeggen dat alles verzonnen is, zo baseert de schrijver zich op eigen levenservaringen en heeft hij waarschijnlijk karaktertrekken van zichzelf ‘verdeeld’ over meerdere mannelijke figuren, hij steekt soms de draak met zichzelf.

Eén dag eerder had ik een ander, minder dik boek in handen gekregen, dat zich niet in negentiende-eeuws Moskou, maar in twintigste-eeuws Leiden afspeelt. Geschreven door journalist Agnes van Brussel, in Leiden geboren, wonend in Cortenoever (drie plaatsnamen in één zin). Haar echtgenoot heet Frits van Schagen en was gemeentesecretaris van Zutphen (nog twee plaatsnamen). Op de achterflap staat dat Van Brussel zich “de laatste jaren richt op het schrijven van fictie”. Het geldt niet voor Een Leidse familie in de vorige eeuw, dat is echt gebeurd. Al luidt de beginzin: “In mijn droom wandel ik door Leiden van ons huis in de Mariënpoelstraat naar de Mariaschool op de Haarlemmerstraat.” Van Brussel neemt de lezer dus tegelijkertijd mee in een droom. Je jeugdherinneringen zijn natuurlijk ook een soort droom. Waarin opa’s en oma’s nog rondlopen. Agnes’ opa Albert werd geboren in 1882, vier jaar na Anna Karenina – eenmaal opgeschreven vloeien tijden en plaatsen herleesbaar ineen. 

‘Bonvivant’ Albert trouwde in 1907 met Marie, ze begonnen slagerij Nooit Gedacht, maar dat werd geen succes. Eerste dochter Marietje overleed aan difterie, nog geen zes jaar jong. In de tijd dat moeder zwanger was van Gerard, de jongen die Agnes’ vader zou worden.

Even moest ik aan Tolstojs beginzin denken… Van Brussels boek bevat de nodige narigheid, zoals de kille relatie met de niet-katholieke familie van haar moeder Jeanne en de grote geldzorgen toen het niet wilde vlotten met het café dat haar ouders runden in Oegstgeest. (Dit Café Centraal komt voor in Jan Wolkers’ jeugdherinneringen-roman Terug naar Oegstgeest). Niettemin, overall constateert Van Brussel: “Ik wist al dat ik geen beroerde jeugd had gehad, maar het schrijven erover heeft me vervuld met dankbaarheid.” Broers en zussen werkten enthousiast mee. “We maakten er een echt familieproject van.” Ze legt een link met Annegreet van Bergens Gouden Jaren over de welvaart die na de oorlog “in razend tempo” toenam.

Een Leidse familie stoelt deels op de in zorgvuldig handschrift opgetekende memoires van Agnes’ vader. Gerard van Brussel overleefde zijn echtgenote en leerde op 84-jarige leeftijd, toen hij het al niet meer had verwacht, een nieuwe vriendin kennen. Was van plan met haar op reis te gaan, waarover hij in zijn notitie op 10 juni 1998 berichtte. 

De slotzin van zijn memoires blijft na lezing van dit boek nog lang hangen: 

“Hoe zal het morgen gaan?”

Het was zijn allerlaatste vraag, op 11 juni is hij overleden.

Agnes van Brussel: “Wat ben ik trots op mijn vader die zich in de laatste jaren van zijn leven zo heeft ingespannen om zijn memoires op te schrijven. Hij zou blij zijn met dit boek.”

Sander Grootendorst
Tips:
sandergrootendorstleest@gmail.com


Agnes van Brussel: ‘Een Leidse familie in de vorige eeuw.’ 
Druk en vormgeving: Buro Zutphen. 
17,50 euro.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant