Wildcamera registreert dieren in Winterswijkse tuinen

Geen grote verschillen tussen tuinen in het dorp en in het buitengebied

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – In 35 Winterswijkse tuinen werd telkens een maand een zogenaamde wildcamera geplaatst. Dieren werden gelokt met een sardientjes, die opgeborgen waren in een paaltje. De dieren konden daar niet bij komen. In de tuin van Henny en Roef van Suilinchem maakte de camera in een maand 2682 foto’s. Op donderdag 24 september werden de resultaten bekeken. Huismussen, merels en de kat van de buren zetten zichzelf het vaakst op de foto. Opvallendste waarneming: een bunzing, of was het toch een steenmarter?

Beelden van dieren in 40 tuinen verzameld
Henny en Roef van Suilinchem hebben een gevarieerde tuin aan de rand van het dorp, waardoor die aantrekkelijk is voor verschillende dieren. Beide zijn geïnteresseerd in natuur en hebben zich daarom aangemeld om mee te doen aan het wildcamera-project van de gemeente. Dat startte in 2019 in het voorjaar. Sindsdien hebben camera’s telkens een maand lang in 35 tuinen gestaan, die netjes verdeeld waren over dorp en buitengebied. Vlok van Harten was een van de ambassadeurs van het project en ging op bezoek bij verschillende deelnemers. Zij haalt het kaartje uit de camera, stopt die in de computer en laat vervolgens de 2682 foto’s in een snel tempo zien aan alle aanwezigen, onder wie ook Roy Mol, die het project heeft begeleid en Arjen Poelmans, de ecoloog van de gemeente Winterswijk.

Veel eekhoorns in het dorp vastgelegd
Naast de buurtkat, de huismussen, merels en de bunzing (of steenmarter) werden ook koolmezen, houtduiven, een roodborstje, een ekster, een zanglijster en een egel vastgelegd. En de benen van Henny van Suilinchem, die het gras rondom de camera regelmatig maaide, zodat de dieren goed zichtbaar bleven. Het dier dat het meest in alle tuinen is gezien, de eekhoorn, werd niet vastgelegd in de tuin van Henny en Roef, maar die loopt terwijl de camerabeelden worden bekeken wel door de tuin. Poelmans zegt dat hij toch iets meer had verwacht van een tuin aan de rand van het dorp. Roy Mol noemt het opvallend dat het aantal dieren in de tuinen in het dorp en buitenaf nauwelijks verschillen. Wel worden er in het buitengebied andere dieren waargenomen, zoals reeën, konijnen en hazen. De mooiste waarneming daar was die van de zeldzame boommarter. Zijn familielid de steenmarter komt in Winterswijk veel meer voor en werd in de bebouwde kom regelmatig gefotografeerd. Verreweg het meest werd de huiskat in de dorpstuinen vastgelegd. Op de tweede plaats komt de eekhoorn. Voor Poelmans en Mol is dat verrassend, want dat is in de bebouwde kommen van andere gemeenten waar ook wildcamera’s hebben gestaan minder het geval. Het wijst erop dat er voldoende bomen en opgaand groen is in de Winterswijkse tuinen.

Waarde van tuinen met meer groen aangetoond
Poelmans noemt het wildcamera-project een vorm van burgerwetenschap. Het zorgt voor meer bewustwording. Het project helpt ook mee om de waarde van tuinen met minder verstening en meer groen aan te tonen, iets wat de gemeente probeert te stimuleren. Nadeel van het project is dat er vooral mensen, die toch al in natuur en biodiversiteit zijn geïnteresseerd, zijn bereikt. De gemeentelijke ecoloog denkt na over een vervolgproject met een aantal soorten dieren, waarvan zoveel mogelijk waarnemingen van iedere inwoner worden verzameld. Met de wildcamera zelf komt er nog een vervolgproject met twee klassen van Pronova. De leerlingen zullen dan meer leren over de dieren in hun eigen tuinen. Per klas zijn er twee camera’s, die telkens twee weken in een tuin van een van de leerlingen kunnen worden geplaats. In totaal zijn de leerlingen drie maanden bezig met het volgen van dieren in de tuinen.