Afbeelding

Randbericht | Kleine parelmoervlinder

Algemeen Columns

Dagvlinders zijn niet altijd en overal te zien. Elke soort heeft een eigen periode, waarin die als volwassen vlinder te zien is. Er zijn soorten die je alleen in de lente ziet, andere hebben een voorkeur voor de zomer. Vanaf de twee helft van juni tot in augustus zijn de meeste te zien.

De laatste jaren duiken nieuwe soorten op. Zo’n tien jaar was er de keizersmantel, die zich daarna gestaag in Winterswijk uitbreidde. Daar is nu een ander familielid bij gekomen, de kleine parelmoervlinder. Tegenover deze succesvolle nieuwelingen staat ook verlies. Een andere parelmoervlinder, de zilveren maan, die veel voorkwam in het Korenburgerveen, is uitgestorven. In de goede jaren kon deze fraaie vlinder zelfs in tuinen in het dorp gezien worden.

Veranderingen horen bij natuur. Het volgen van de veranderingen maakt natuurstudie boeiend. Als altijd alles hetzelfde blijft slaat de verveling toe. Dat betekent niet dat elke verandering interessant is. Momenteel verdwijnen er te veel soorten planten- en dieren. Zelfs aantallen van soorten, die als 'gewoon' worden beschouwd, verminderen. Dat is zorgwekkend.

Een van de plekken waar de kleine parelmoervlinder is gezien was een zandweg met graanakkers in Corle. Daar trof ik de vlinder niet aan. Jammer, later nog eens proberen. Daarna fietste ik naar de Dollemansweg. Nabij die zandweg ligt een bloemrijk grasland, waar ik al een tijdje niet meer was geweest. Ik ging er kijken. Rustig liep ik er rond en zag veel bruine zandoogjes fladderen. Opeens verscheen daar de vlinder waarvoor ik op pad was gegaan, de kleine parelmoervlinder. Slechts één exemplaar, maar dat was voldoende.

Die parelmoervlinder en de andere er rond fladderende vlinders bezochten vooral de bloeiende wilde marjolein. Het is een soort met paarse nectarrijke bloemen die veel insecten aantrekt. Het graslandje stond er vol mee. Ook bloeide er veel jacobskruiskruid, geel walstro, wilde peen en knautia. Allemaal soorten die niet typisch Winterswijks zijn. Als je er veel van bij elkaar ziet, weet je dat er iets niet klopt. Deze soorten zijn niet spontaan gekomen, maar ingezaaid.

Bloeiende planten trekken wel veel insecten aan. Daarom wordt er steeds meer ingezaaid in en bij natuurgebieden. Dat zaaien bestaat al zolang er floraonderzoekers zijn, maar de laatste jaren heeft het een grote vlucht genomen. Dat heeft weinig meer met natuur te maken. Aan de andere kant: wat is natuur nog in ons land? Die kleine parelmoervlinder heeft die ingezaaide soorten overigens niet nodig. Die is tevreden met akkerviooltje en koninginnekruid die uit zichzelf op vele plekken groeien.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant