Geen zones rondom Natura2000-gebieden als de Willink Weust. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Geen zones rondom Natura2000-gebieden als de Willink Weust. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Winterswijk wil eigen aanpak stikstofproblematiek

Algemeen

Nog geen toezeggingen van de provincie

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – “Geef ons de ruimte om op onze eigen manier de stikstofproblematiek aan te pakken.” Dat was de boodschap die wethouder Inge Klein Gunnewiek en burgemeester Joris Bengevoord op woensdag 15 juli overbrachten aan gedeputeerde Peter Drenth van de Provincie Gelderland. Het pleidooi voor een Winterswijkse aanpak stelde de gemeente samen op met vertegenwoordigers van de landbouw, de natuurorganisaties, de recreatiesector en bedrijven in de bebouwde kom en het buitengebied.

Geen waardevol cultuurlandschap zonder boeren
In het pleidooi wordt een integrale aanpak voorgesteld van de problemen in het buitengebied. Die gaan verder dan alleen de stikstofproblematiek. Ook verdroging, fijnstof en leegstand zijn thema’s, die aangepakt zullen worden. “Wij willen daarbij geen sectorale benadering”, zegt wethouder Inge Klein Gunnewiek. “Die kan juist extra problemen opleveren.” Landbouwbedrijven zouden dan kunnen stoppen, terwijl die bedrijven via de eigen gebiedsaanpak juist wel een toekomstperspectief gegeven kan worden. “Over één ding zijn we het allemaal eens, ook de provincie”, zegt de wethouder. “We willen het waardevolle cultuurlandschap behouden met daarin de boeren. De waardering voor de agrarische bedrijven is er bij iedereen.” De niet sectorale, integrale aanpak kan het beste uitgevoerd, door de gemeente of het Nationaal Landschap Winterswijk, waartoe ook delen van de buurgemeenten Aalten en Oost Gelre behoren, de status van experimenteergebied te geven. Provinciale en landelijke doelen worden uitgevoerd, maar het gebied zelf krijgt gelegenheid om in te vullen hoe dat het beste kan.

Niet vrijblijvend
Volgens wethouder Klein Gunnewiek reageerde Drenth positief op het pleidooi. Hij kon zich voorstellen dat er in het Nationale Landschap Winterswijk een andere aanpak komt dan in de rest van de Achterhoek. Toezeggingen kon hij niet doen, want een experimenteerstatus geven is geen bevoegdheid van de Provincie. Daarover beslissen de regering in Den Haag en de Europese Gemeenschap. In het pleidooi wordt gesproken over een 'herenakkoord' tussen alle betrokken partijen over de integrale gebiedsaanpak. Onderdeel daarvan is dat er een intentie is tot deelname aan de aanpak op basis van vrijwilligheid. Dat betekent dat landbouwbedrijven en deelnemende organisaties niet verplicht kunnen worden om uiteindelijk aan de uitvoering van specifieke maatregelen, die voor het gebied zijn bedacht, deel te nemen. Dat vindt gedeputeerde Drenth te vrijblijvend. “Hij heeft aangegeven dat er een bindend akkoord van alle betrokken partijen moet komen”, zegt Klein Gunnewiek.

Aanpak verdroging belangrijk voor provincie
Tijdens het gesprek herhaalde de gedeputeerde zijn eerdere uitspraak, dat er rondom de vier Natura 2000 gebieden in Winterswijk (Bekendelle, Korenburgerveen, Willink Weust en Wooldseveen) geen cirkels worden getrokken, waarin niets meer mogelijk is voor boerenbedrijven. Wel komen er bufferzones rondom die gebieden, maar die zijn al grotendeels gerealiseerd. Voor de provincie is water en verdroging het belangrijkste thema voor Winterswijk. “Dat past goed in de integrale aanpak die wij willen”, zegt de wethouder. Voor de vier Natura 2000-gebieden zijn al veel maatregelen uitgevoerd om de verdroging tegen te gaan. Bij het Korenburgerveen en in de Bekendelle wordt daar op dit moment nog steeds aan gewerkt. Voor het hele buitengebied moet meer gebeuren. “Het Waterschap gaat daar aan werken”, zegt de wethouder. “We hebben daar onlangs een gesprek over gehad.”

Nog veel onduidelijk
Het gesprek met gedeputeerde Drenth heeft duidelijk gemaakt, dat Winterswijk met een verder uitgewerkt voorstel voor de gebiedsgerichte aanpak moet komen met bindende afspraken. Lastig daarbij is dat er nog veel onduidelijkheden zijn. Ook de provincie weet nog steeds niet wat Den Haag precies wil en verwacht. Die onduidelijkheid maakt dat het toekomstperspectief voor boeren voorlopig onduidelijk blijft. De gemeente start binnenkort met het ervenproject. Dat wil zeggen dat met bedrijven en bewoners van het buitengebied keukentafelgesprekken worden. Dat leidt tot het inzicht hoeveel boerenbedrijven nog door willen gaan en hoeveel mogelijkheden er nog zijn voor de 'blijvers' en welke hulp zij daarbij nodig hebben. Zolang niet duidelijk is wat precies van de rijksoverheid verwacht kan worden, vooral als het om financiële tegemoetkomingen gaat, is het nog lastig praten over de toekomst. Daarom hoopt wethouder Klein Gunnewiek dat er snel meer duidelijkheid komt. Voor de gemeente is het realiseren van de eigen aanpak belangrijk. “Wij hebben niet voor niets hier twee ambtenaren op gezet.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant