Jongeren spelen een rol tijdens de Dodenherdenking vorig jaar. Foto: Verona Westera
Jongeren spelen een rol tijdens de Dodenherdenking vorig jaar. Foto: Verona Westera

Blijven we de oorlog herdenken?

Algemeen

WINTERSWIJK – Over vijf jaar denken we terug aan 2020 en herinneren ons de stilte op straat en hoe we anders naar de wereld gingen kijken. Een crisis als deze is voer voor het brein: het slaat ze op voor later. De herinnering blijft, soms met de deur op slot. Herdenken van de Tweede Wereldoorlog krijgt lading door de eigen herinnering. Maar wat als die er niet meer is omdat het zo lang geleden is?

Door Leander Grooten

Of het nu de Franse Revolutie of Willem van Oranje is, voor een gemiddelde tiener is het een onderdeel van de geschiedenisles. En toch is de Tweede Wereldoorlog een hoofdstuk apart, zo weet Timo Eversen. Hij is docent Geschiedenis op het Gerrit Komrij College en merkt dat de oorlog leeft bij de leerlingen.

Tastbaar
Veel zijn het er niet, maar in elke klas treft hij nog een leerling aan met grootouders die de oorlog meemaakten. "Ik zie een groot verschil bij die leerlingen. We hebben ook Syrische kinderen op school, daar zie je ook meer emotie, meer invoeling." Het feit dat Winterswijk grenst aan Duitsland maakt de herinnering meer tastbaar voor leerlingen", zo merkt Eversen. "Mythes over gestolen
fietsen leven nog steeds, ook onder jongeren. En Duitsers komen natuurlijk veel hier, dat draagt bij aan het voorstellingsvermogen."

Goed en slecht
Pubers hebben de neiging heldere zwart-wit scheidslijnen te maken die overzicht verschaffen in het puberbrein. De Tweede Wereldoorlog is op te delen in goede Nederlanders en slechte Duiters, volgens hen. School zorgt voor de nuance. "Het is mooi werk hen te leren beseffen dat we niet allemaal Tante Rieks waren en niet alle Duitsers nazi's. De meeste Winterswijkers probeerden
gewoon te overleven en waren geen superhelden. De geschiedenisles leent zich ervoor om dat voor hen in perspectief te plaatsen."

Opgeborgen beelden
Petra Veerbeek spreekt vanuit haar functie als kerkelijk werker met tachtig plussers waarbij de oorlog nog steeds opspeelt. "Het maakt niet uit of het een jubileumjaar is, het speelt altijd een rol. Als ze erover spreken, lijkt het wel of het gisteren gebeurde." Veerbeek is verwonderd over de sterke herinneringen, terwijl de mensen toentertijd jonge kinderen waren. "Kinderen zeggen bij overlijden vaak dat er een stukje van moeder of vader was, waar ze nooit bij kwamen, dat op slot leek te zitten."

Neurochirurg Saman Vinke geeft desgevraagd uitleg. "Zo'n oorlog is een 'major life event' dat het brein opbergt in een grote ladekast met een labeltje eraan. Dat springt op bepaalde momenten open, bijvoorbeeld als het op tv is, of via een geur of geluid." Veerbeek herkent dit: "Toen ik bij een toneelstuk was en het geluid van bommenwerpers werd afgespeeld, zag ik tranen bij vele ouderen om mij heen, puur door het geluid." Vinke denkt dat we over zestig jaar dezelfde ervaring kunnen hebben bij terugdenken aan de coronacrisis.

Afzetlint en prikkeldraad
De huidige crisis geeft meer raakvlakken met de oorlogstijd. Niet alleen de stille straten en de noodmaatregelen in het algemeen, maar juist de kleine nuances doen de 'laatjes' open bij overlevers. Petra Veerbeek maakte het deze week mee: "Bij verzorgingscentra mag bezoek niet voorbij het afzetlint komen uit veiligheidsoverwegingen. Een oudere mevrouw zei me dat dit net als in de oorlog was, toen de grens met prikkeldraad was afgesloten. Alleen vond ze dit nog erger, omdat je toen nog wel je huis uit mocht en zelfs dat nu niet meer mag."

Herdenken is beleven
De vraag rijst wat de waarde van herdenken nog is als we zoveel verder in de tijd zijn. Zowel Eversen als Veerbeek zijn er duidelijk over dat het zin heeft. "Zolang er mensen leven die het meemaakten, is de emotie levend en actueel en daarmee van belang."
Ook de geschiedenisdocent ziet hoe het binnenkomt bij jongeren. "Als we op excursie gaan naar Yper in Vlaanderen, raakt het hen diep dat daar zoveel leeftijdsgenoten stierven. Ze beleven het dan aan den lijve, geschiedenis is dan in het hier-en-nu." Veerbeek onderschrijft dit met een persoonlijke anekdote: "Toen ik eens in Jeruzalem was, stootte een medepassagier mij aan omdat ik Nederlands sprak. Zij woonde in Israël en vertelde een vroeger klasgenootje te zijn van Anne Frank. Nou, dat kwam wel even binnen!"

Twee minuten
Anno 2020 is de Dodenherdenking sober en kaal en wordt de bevrijding amper gevierd. Petra Veerbeek: "Eigenlijk staat het in geen verhouding om slechts twee minuten te herdenken voor iets dat nog steeds zo intens emotioneel beleefd wordt." Het pleit eerder voor meer aandacht dan minder.
Eversen: "Je ontneemt alle generaties de kans om stil te staan bij hoe goed wij het nu hebben. Het is erg jammer dat veel niet doorgaat en ik hoop dat elk dorp middelen vindt om er toch handen en voeten aan te geven. En dat het in de toekomst blijft bestaan."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant