Afbeelding

A.L. Snijders | Snoekvisser

Algemeen

De snoekvisser bij de stuw in de Berkel heeft een snoek van 83 centimeter gevangen en teruggegooid. Hij gooit de hele vangst altijd terug, hij is een pleziervisser in een welvarend land. Het is koud en de wind waait, hij vertelt dat hij in Noorwegen wel eens een gevangen forel eet, maar in ons land nooit.

Hij vangt snoeken met een elegant, veelkleurig tropisch vogeltje dat hij zelf gemaakt heeft. De snoek ligt te wachten op het vrolijke vogeltje bij een zware onderwaterpilaar. De visser gooit de lijn in keurige bochten, ondanks regen en wind. Hij is bang dat hij het vogeltje zal verliezen in het riet of achter een hoop stenen.

De visser is een vrolijke man, maar ik zie z'n zorgen. Ik besluit hem iets te vertellen over het heel eenvoudige leven van Kurt Schwitters. Voortaan doe ik het verhalenboekje van deze schrijver in m'n tas, zodat ik het bij de hand heb als ik de visser weer eens bezig zie. Maar dat duurt jaren. De visser vist vaak in het buitenland en ik wandel in de hele Achterhoek, niet alleen langs de Berkel.

De kans dat we elkaar ontmoeten is klein, maar het gebeurt toch, ik zie het prachtige vogeltje door de lucht vliegen en daarna zie ik hem. We herkennen elkaar, ik lees hem de eerste alinea voor uit het boekje van Schwitters: "U zult lachen wanneer ik u thans oprecht verklaar dat ik u eigenlijk niet zoveel te vertellen heb. Maar luister nu eens naar de marktvrouwen op straat, zij hebben ook niet veel te vertellen en vertellen toch. En desondanks hebben zij veel te vertellen, want zij allen vertellen over dan ene geweldige, waarom het eenvoudig de moeite loont om te leven, zij vertellen over het eenvoudige leven."

Maar daar is de visser het niet mee eens, het vogeltje is veel belangrijker dan de snoek. Hij legt me uit hoeveel werk het is zo'n vogeltje te maken en hoeveel snoeken er zijn. Hij begint te rekenen, de uren en de kleuren tollen door mijn hoofd, hij heeft er niets van begrepen, maar ik ook niet.

Wat moet ik doen, ik ben alles kwijt: de schoonheid van het vogeltje is me ontschoten, de wijsheid van de marktvrouwen is me ontgaan. Ik begrijp er niets meer van. Ik ga naar mijn huisarts, ik vraag haar om hulp. Ze schrijft me aspirientjes voor, elke ochtend één. Schot in de roos, ik voel me weer prima.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant