Dina Esselink-Boomkamp en Bert Smeenk. Foto: Rob Weeber
Dina Esselink-Boomkamp en Bert Smeenk. Foto: Rob Weeber

Dina Boomkamp vertelt

Algemeen

EIBERGEN - Werkzaam voor het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten, haalt Eibergenaar en schrijver Bert Smeenk de verhalen over de Tweede Wereldoorlog op die nog onder de mensen leven. Zijn nieuwe boekje over Dina Esselink-Boomkamp geeft wederom een boeiende inkijk in het alledaags leven van grensbewoners tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Door Rob Weeber

Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog zijn voor de 93-jarige Eibergse Berendina Esselink-Boomkamp (Dina) vooral ook dierbare herinneringen aan haar broer Herman Wisselink (1918-1995), oud-Tweede Kamerlid voor de CHU en later het CDA. Dina stamt uit het tweede huwelijk van de Holterhoekse Hendrika Hamersteen (Rika) met de uit Aalten afkomstige Hendrik Boomkamp. Herman stamt uit het eerste huwelijk van Hendrika met de vroeg gestorven en eveneens uit Aalten afkomstige Gerrit Wisselink. Voor het tweede huwelijk kreeg ze dispensatie, want beide echtgenoten waren halfbroers van elkaar. Hoewel Herman feitelijk ook een halfbroer van Dina is, wil ze hier niets van weten. De bijzondere relatie doet volgens haar meer dan recht aan de titel broer.

Haar moeder Rika trouwde op 27 september 1917 met Gerrit Wisselink. Samen betrokken ze een nieuwe boerderij met de naam Torenzicht, later omgedoopt in Erve Wisselink. Gerrit overleed echter drie jaar later aan longontsteking en liet een weduwe met een geboren (Herman) en een ongeboren kind (Gerrit) achter. Dina werd op 31 januari 1927 in Eibergen geboren. Ze was 13 jaar toen de oorlog uitbrak. Een dag als alle andere, volgens haar, zonder beschietingen, geweld en voorbij marcherende Duitsers. Dina had net de Willem Sluijterschool achter de rug en zou naar de ULO in Winterswijk gaan. Dat laatste echter was te gevaarlijk. Toen ook de huishoudschool sloot vanwege de oorlog, bleef ze verder thuis om daar haar moeder te helpen. Dina trouwde in 1948 met Hendrik Esselink uit Rekken. Het paar bleef op de boerderij wonen. Pas in 2003 zou ze naar haar huidige woning verhuizen.

Haar broer Herman werd in 1938 opgeroepen voor de mobilisatie en kwam terecht bij het 1ste regiment Luchtdoelartillerie. Zijn standplaats werd Den Haag. Aan zijn familie werd voor de inval opdracht gegeven om een sloot in de Winterswijkse weg te graven, destijds nog een zandweg. Dat zou de Duitsers wel ophouden. Effect had het niet, de Duitse motoren sprongen met gemak over de hindernis heen. "De Duitsers gedroegen zich aan het begin ten opzichte van ons fatsoenlijk en netjes. We hebben aan het begin er ook weinig van gemerkt dat ze er waren. Soms kwamen ze wel eens vragen om wat te drinken. Het was meer het schorem dat er om heen liep, de landwachters, de NSB-ers, de SD en Sicherheitspolizei die moeilijkheden veroorzaakten, vooral omdat men altijd naar Herman aan het zoeken was."

Herman kwam na het uitbreken van de oorlog in het verzet terecht en dook onder. Omdat hij in het Nederlandse leger had gediend, werd hij constant gezocht door de Duitsers. Vader Boomkamp moest zelfs een nacht in de cel in het oude gemeentehuis (locatie waar nu makelaardij Wormgoor gevestigd is) doorbrengen omdat hij niet wist waar Herman uithing. Als er weer eens een razzia kwam, dan pleegde haar vader te zeggen: "den jong'n is al zo lange weg, als ie hem hebt zeg 't ons dan ok dan bunt wie ok weer gerust". Die razzia's waren wel gevaarlijk omdat er ook onderduikers op de boerderij verbleven. "Iedere keer wanneer de onderduikers naar hun nachtvertrek gingen moesten wij zorgen dat de klompen niet zichtbaar waren, want dat wekte argwaan. De onderduikers zaten achter een luik boven de koeien."

Herman zijn eerste onderduikadres was in 't Woold bij oom Boomkamp. Later werd dit te onveilig en kwam hij in de zomer van 1943 net over de grens in Barlo (Duitsland) terecht op de boerderij Hof van Brake. Het land grensde aan het land van de familie Boomkamp. Er bestond een goede relatie tussen beide families. Desondanks nam de Duitse boer een groot risico omdat zijn beide zoons in de Wehrmacht dienden. De jacht op Herman is nooit beloond en met de bevrijding trok hij, gezeten op een tank, als een van de eersten Eibergen binnen. Na de oorlog nam Herman zijn beroepsleven weer op. Hij kon goed leren en stond met 18 jaar al voor de klas aan de Willem Sluijterschool. Dina was daar toen leerling.

"Toen prinses Beatrix geboren is werd ik, die die dag ook jarig was, door Herman op de schouders genomen en rondgedragen. Iedereen verwonderde zich hier over, maar ik zei: "dat is mien breur". Niemand geloofde het en hoe moest je het uitleggen dat je nog een halfbroer had." Later kwam Herman via de Provinciale Staten van Overijssel terecht in de Tweede Kamer. Hij overleed in Bathmen op 11 maart 1995.
Het boekje 'Dina Boomkamp vertelt' is te verkrijgen bij boek- en kantoorvakhandel Gellekink aan de J.W. Hagemanstraat 16 in Eibergen.
Foto: Dina Esselink-Boomkamp en Bert Smeenk. (Foto: Rob Weeber)

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant