Zwaleman
Zwaleman

Zwaleman | Midwinterhoorn

Algemeen Columns

Midwinterhoorn

Een week of vier geleden schreef ik op deze plek over de gaostok, die bij mij als een stukje cultureel, maar ook vaderlijk erfgoed aan de muur hangt. Maar ik heb nog zo'n - vergelijkbaar – kleinood. Ook antiek, ook een stukje streekcultuur en ook geërfd van mijn vader. Een midwinterhoorn die nog stamt uit de tijd dat bijna niemand nog wist wat een midwinterhoorn was.
Tegenwoordig kun je in deze tijd in deze streek bijna nergens lopen of je hoort wel die ietwat klaaglijke tonen, waarmee de geboorte van het Kerstkindje wordt aangekondigd. Een eeuwenoud gebruik. Maar het is nog niet eens zo gek lang geleden, dat die oude traditie praktisch was verdwenen. Pakweg 65 jaar geleden blies een groepje Tukkers het midwinterhoornblazen letterlijk nieuw leven in. Hadden ze dat niet gedaan, dan was het aan onze kant van de IJssel in de adventstijd heel wat stiller geweest.
Niet alleen het blazen, ook de kunst van het midwinterhoorn maken was in de eerste helft van de vorige eeuw bijna verloren gegaan. Volgens mijn vader Adriaan Buter (een erkend expert op het gebied van Oost-Nederlandse folklore) was een Twentse boer en timmerman uit de buurtschap Hasselo (bij Hengelo) een van de laatsten, die nog wist hoe je een midwinterhoorn moest maken. In 1943 vervaardigde hij er twee. Eentje voor de Twentse oudheidkamer, de andere voor mijn pa.
Buter senior heeft het midwinterhoorn blazen nooit onder de knie gekregen. Maar als jochie van een jaar of tien kreeg ik al een behoorlijk geluid uit die hoorn, die bij ons als sierstuk in de gang hing. Vandaar misschien, dat de hoorn naar mij verhuisde nadat mijn vader overleed.
Ik bezit dus een oude, authentieke Twentse midwinterhoorn. Want dat stond op het koperen plaatje bij de tweelinghoorn, die ooit in de Oudheidkamer hing. Maar dat authentiek Twents slaat natuurlijk nergens op. Het is maar weer een voorbeeld van hoe die Tukkers zich van alles toe-eigenen. Want de midwinterhoorn is helemaal niet typisch Twents. Vergelijkbare hoorns vind (of vond) je waarheen je ook maar gaat. De herdershoorn in Tirol, de Zweedse lure, de joodse sjofar of zelfs de Amelandse ossenhoorn, het zijn allemaal 'neefjes' van onze Oost-Nederlandse midwinterhoorn. Ja, de Oost-Nederlandse! Want die ruim een arm lange hoorn, gemaakt van een kromgegroeid elzen- of berkenstammetje zie je behalve in Twente ook in Drenthe, op de Veluwe en natuurlijk in onze eigen Achterhoek. En anders dan elders weten we hier uit geschriften dat ie hier al heel lang werd gebruikt.
In eerste instantie bliezen onze Achterhoekse voorvaderen trouwens op hun hoorn om boze geesten te verjagen. Iets wat we tegenwoordig met vuurwerk veel beter kunnen. Pas nadat Ludger hen dreigend met bijbel en zwaard tot het christendom had bekeerd gingen ze over tot wat in de streektaal zo mooi heet: bidden op 't haorn. Maar daarnaast werd de midwinterhoorn ook veelvuldig gebruikt voor het geven van waarschuwingssignalen. Katholieke boeren bliezen er op als 'Staatse' soldaten naderden, stropers lieten door hoornsignalen aan elkaar weten dat er een veldwachter in de buurt was.
Mijn midwinterhoorn, ooit een sieraad in de gang van mijn ouderlijk huis, ligt al een paar jaar op zolder. Door allerlei verhuizingen te zeer beschadigd om er nog op te kunnen blazen. Ik zou hem wel willen repareren, maar ik lijdt helaas aan chronische linkshandigheid. Is er wellicht nog een Achterhoekse midwinterhoornmaker die een 'authentieke' Twentse hoorn kan (en wil) restaureren? Ik houd me aanbevolen!


Jan Buter

buterneede@hotmail.com

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant