WBE redt honderdste reekalf met behulp van drone

WINTERSWIJK - Donderdagochtend in alle vroegte werd het honderdste reekalfje gered door de Winterswijkse Jagers, verenigd in de Wildbeheereenheid Winterswijk (WBE). Met een drone, met warmtecamera, worden de weilanden afgezocht naar de jonge diertjes die zich schuilhouden in het lange gras. In de maanden mei en juni worden veel reekalfjes geboren. Dat zijn ook de maanden dat de boeren hun land maaien. Om te voorkomen dat de beestjes in de maaimachine komen gaat een team van WBE een aantal dagen per week in alle vroegte op pad om de kalfjes uit het lange gras te halen, voordat de boer aan de slag gaat.

Door Verona Westera

Sinds 2017 zet de WBE een drone met warmtecamera in om doelgericht te kunnen zoeken naar de jonge diertjes die zich in het gras schuilhouden. "Ze vertrouwen volledig op hun schutkleur en blijven dan ook stil liggen bij gevaar", vertelt Henk Lamers. "En ze zijn moeilijk te vinden in het lange gras. Als ze heel jong zijn lopen ze niet weg." De groep jagers was donderdagochtend al om 5 uur op pad om reeën op te sporen. Het gaat om een vaste groep natuurliefhebbers die bestaat uit: Gerrit Nijeweide, Henk Laarberg, Gosse Visser, Erika Elsjan, Coen Tenkink, Geert en Willy Kruisselbrink, Richard Bluemink, Henk Lamers, Wim Klanderman en Henk Vriezen. Niet iedereen is elke zoektocht aanwezig.

Met de drone, die zo'n dertig meer boven de grond vliegt, kan een warmtebron bijna tot op de meter gedetecteerd worden. "Naar rechts en nog zo'n tien meter", wordt er vanaf de rand van het weiland via een walkie talkie doorgegeven. Vanaf de rand van het land wordt de drone bediend. De warmtebronnen op het land zijn als witte stippen zichtbaar op een scherm. Er schiet een grote haas met flinke sprongen de sloot over. "Geen ree, het is maar een haas", wordt er doorgegeven. Maar de mensen van WBE zijn niet klaar. Het hele weiland wordt afgezocht. En met resultaat. Het honderdste kalfje wordt gevonden en gered. Ook wethouder Inge Klein Gunnewiek was getuige van de vondst van het diertje.
"Als de kalfjes niet zelf vluchten worden ze naar de bosrand gebracht", legt Gosse Visser van de WBE uit. "Je kan ze beter niet aanraken, daarom pakken we grote plukken gras, zodat onze geur niet op het kalfje komt. De moeder, die is altijd in de buurt. Zij vindt het kalfje weer terug door het geluid dat ze maken."

Op de vondst van het honderdste kafje moest natuurlijk een borreltje gedronken worden. Gerrit Nijeweide trok zijn jerrycan tevoorschijn. Achter een luikje aan de zijkant van de jerrycan waren glaasjes en een fles verborgen. "Proost", riep Nijeweide. "En volgens de traditie toosten we met links."

De drone werd in 2017 aangeschaft door de WBE. "De drone kostte ongeveer 9000 euro en kon gekocht worden met subsidie van WCL Winterswijk (red. Waardevol Cultuurlandschap Winterswijk)", vertelt Gosse Visser. "Mooi om te zien dat er inmiddels zo veel dieren mee gered zijn", aldus Arie Schoemaker, van WCL. Hij was ook bij de zoektocht naar het honderdste kalfje aanwezig. WBE Winterswijk helpt ook in Aalten en Doetinchem bij het opstarten van zoekacties met een warmtecamera aan een drone.

Boeren die gaan maaien en graag zouden willen dat het land wordt gecontroleerd op jonge reeën kunnen contact opnemen met de jachthouder van het betreffende gebied.
Informatie over de Wildbeheereenheid en de activiteiten van de WBE zijn te vinden op de site www.wbe-winterswijk.nl.