Afbeelding

Uut 't Wald | Voggelenkouwe

Algemeen

Voggelenkouwe

Vaak kijken bezoekers verbaasd naar boven, als ze vanuit de 'kökken' naar de 'delle' van Erve Brooks in Gelselaar lopen. Aan de muur boven de tussendeur hangt namelijk een vogelkooi. Weliswaar zit er geen vogel (meer) in, maar menigeen vraagt zich af waarom je op zo'n plek een vogelkooitje hangt.
Maar Erve Brooks is niet voor niks een museumboerderij. In een Achterhoekse boerenkeuken was het vroeger namelijk heel gewoon dat er zo'n kooi aan de muur hing. Een vogelkouw (of voggelenkouwe), zoals men in het grootste deel van de Achterhoek zei. Maar men sprak ook wel over een doevenkouw of een kanariekouw. Al naar gelang het soort vogel dat er in zat. Als dat een duif was, dan was dat vaak een tortel of lachduif, die in de Achterhoek echter Oostindiese doeve werd genoemd. Ten onrechte, want de soort kwam oorspronkelijk uit Afrika. Maar werd wel door zeelieden van de VOC (de Verenigde Oostindische Compagnie) naar Nederland meegenomen. Vandaar…
Een sierduif of een kanarie kostte natuurlijk wel een paar centen. Wie die niet had kon altijd nog proberen op het erf een musje te verschalken. Dan sprak men natuurlijk van een musse(n)kouwe.
Zo'n vogelkooitje, vaak niet veel meer dan een eenvoudig kistje met (kippen)gaas aan de voorkant, had in sommige plaatsen trouwens nog een andere naam. In Neede bijvoorbeeld sprak men van een doevenhuuske. Onbekender (en vermoedelijk ouder) is de Zutphense benaming keeivik. Waar lijkt dat woord op? Inderdaad, op het Duitse Käfig. Maar gek genoeg hebben onze oosterburen net over de grens het over een (vöggel)kojje.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant