Afbeelding

Randbericht | Blauwe reiger op de kerktoren

Algemeen

Blauwe reiger op kerktoren

Een fanatiek natuuronderzoeker ben ik niet meer. Ik loop niet meer vele uren achtereen door het buitengebied om planten en dieren te noteren. Maar alle namen gaan nog altijd wel door mijn hoofd. Regelmatig zeg ik de namen zelfs hardop. "Aha, de meerkoet is er ook weer." "Die middelste bonte specht hoor ik steeds meer." "Ach, een grasklokje, die zie ik niet veel meer." Voor één vogel maak ik een uitzondering. Elke keer als ik een blauwe reiger zie noteer ik die in mijn zwarte boekje.

Die reigers worden niet alleen in mijn boekje vereeuwigd. Ik voer ze thuis in op de website, waar steeds meer mensen hun natuurwaarnemingen in voeren. Dat is aan de ene kant mooi, want zo zien we van Winterswijk dat er veel meer natuurvrienden komen dan we altijd vermoeden. Daardoor weten we al veel meer over wespen, bijen, zweefvliegen, kevers en andere soortgroepen, waar zelden intensief naar werd gekeken. Aan de andere kant is er het nadeel dat de soortenjagers uit het hele land op een bijzonderheid afkomen. Dat heeft al tot het platlopen van leefgebieden van zeldzame vlinders geleid.

De enige waarneming die ik invoer is die van de blauwe reiger. Daarover zal niemand zich druk maken. Voor mij is het vooral een geheugensteuntje voor waar ik in een jaar ben geweest. Op oudejaarsdag klik ik op mijn reigerwaarnemingen van 2018 en dan weet ik weer waar ik overal in het buitengebied heb genoten. Waarom heb ik daarvoor de blauwe reiger uitgekozen? Dat had ik ook met een andere vogel kunnen doen die je regelmatig tegenkomt. De groene specht met zijn aanstekelijke lachende roep was net zo geschikt geweest. Maar die hoor ik vooral. De reigers zie ik altijd staan.

De reden is dat ik de blauwe reiger een fascinerende vogel vind. Vijftig jaar geleden zag je ze alleen nog als gast in Winterswijk. Tegenwoordig broeden ze er in een kolonie aan de rand van het Bönnink nabij 't Hilgelo. Vanuit deze verzamelplek zwermen ze elke dag over het hele buitengebied uit om hun voedsel te verzamelen. Je ziet ze in een weiland staan of aan de rand van een poel. Altijd staan ze stokstijf stil. Als je echter langer kijkt, zie je dat de houding geleidelijk aan verandert. De kop met die dolk van een snavel daalt om uiteindelijk heel snel toe te slaan om een prooi te verschalken. Sinds me dat de eerste keer opviel kijk ik er telkens opnieuw naar.

De blauwe reiger kom ik ook regelmatig in het dorp tegen. Bij waterpartijen is dat niet heel onverwacht, maar ik zag er al eens één bovenop de Tricot staan. Misschien gebeurt dat vaker, maar ik heb nou eenmaal zelden de neiging om omhoog te kijken. Dat geldt eveneens als ik op de Markt ben. Omdat er grootschalige restauratieplannen voor de kerktoren zijn nam ik die zaterdag een keer helemaal in me op. Bovenop de balustrade zag ik een blauwe reiger staan. Ik dacht meteen aan het voorstel om een mooie afbeelding op de doeken, die om de steigers rondom de toren komen, aan te brengen. Laten we daarop de vogels laten zien die in en om de toren te zien zijn. Misschien is het zelfs wel een leuk idee om ze in de Mondriaankleuren weer te geven.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant