Afbeelding

Randbericht | Sporen in het landschap

Algemeen

Sporen in het landschap

Allemaal laten we onze sporen na in het landschap waarin we rond lopen. We behoren tot de wandelaars, die toch langs die leuke beek willen lopen. Een pad is er niet, maar dat is niet erg. Struinen door de natuur is leuk. Wel oppassen dat je niet valt, want het is het is geen geasfalteerd pad. Voordat je het weet verlies je het evenwicht en beland je in de beek. Dat is mij wel eens overkomen. Omdat ik toch al nat was wandelde ik daarna verder door de beek.

Langs die beek struinden meer mensen. Tegenwoordig ligt er een begaanbaar pad. Je moet wel op blijven letten, want die boomwortels blijven struikelpunten. Dat pad is zelfs verlengd door twee houtwallen, waardoor je in Ratum een prachtig rondje kunt lopen met uitzicht op bos, weilanden, akkers, houtwallen en braamstruwelen. Ook natuuronderzoekers laten hun sporen naar. 's Morgens lopen ze rond in de bloemrijke hooilanden van het Korenburgerveen. 's Middags zijn ze in een nieuw natuurterreintje aan de Veenhuisweg in Corle.

Als ze daar een jaar later terug komen zien ze er boskartelblad, grote ratelaar en gevlekte orchis. Sommige natuuronderzoekers worden dan boos. "Er is weer gezaaid!" Dat vinden ze verfoeilijk. Natuur behoort zich spontaan zonder menselijke invloed te ontwikkelen. Maar dan moet je er niet in rondlopen. Of je laarzen of schoenen heel goed schoonmaken, voordat je van het ene terrein naar het andere gaat. Of meteen naar huis gaan na een bezoek aan een natuurgebied. Thuis wel even alles goed schoonmaken. Misschien krijg je dan wel een orchidee in de tuin.

Ik laat graag sporen na in het landschap. Ik eet appeltjes onderweg en gooi het klokhuis de natuur in. Soms zie ik er jaren later een appelboompje staan en dan vermoed ik dat ik daar iets mee te maken heb. Sporen in het landschap kun je tegenwoordig zelfs digitaal achter laten. Dan zie ik op zaterdagmiddag een rode wouw in de buurt van het Scholtenhuis in Ratum en even later is die waarneming voor eeuwig vastgelegd in waarneming.nl. Niet door mij, door mijn metgezel die wel een modern telefoontoestel heeft waarmee je waarnemingen vastlegt. Ik heb daarvoor nog steeds een notitieboekje.

De sporen waar ik het meest trots op ben zijn de nieuwe natuurgebieden die in de jaren negentig van de vorige eeuw zijn aangelegd. De deskundigheid van de Winterswijkse natuuronderzoekers werd erkend en zij mochten voorstellen doen voor de inrichting van 350 hectare nieuwe natuur. Jan Stronks heeft daar de belangrijkste rol in gespeeld, want hij zette het allemaal op papier. Maar ik heb in ieder geval mogen meedenken. Bij elk terreintje uit die tijd denk ik: dat is er ook dankzij mij gekomen.

Dezelfde gedachte was er vrijdag toen we in het voormalige Kottenseveen, bij de Schippersbeek en de Osink-Bemerbeek waren. Daar is veel nieuwe natuur aangelegd. Zo omstreeks 1995 mocht ik meeschrijven aan de gebiedsvisie natuur, bos en landschap. Daarin stonden al soortgelijke voorstellen voor natuurontwikkeling tussen Wooldseveen en Italiaanse meertjes. Met genoegen constateerde ik dat een groot deel van onze ideeën nu is uitgevoerd. Graag zou ik nog wat meer sporen nalaten in het landschap. Daarom blijf ik meedenken over natuur en landschap van Winterswijk.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant