Afbeelding

Randbericht | Over de rand

Algemeen Columns

Over de rand

Omdat er gewerkt moest worden aan de eindversie van een fraai boek over een bijzonder natuurgebied, had ik deze week weinig tijd om naar buiten gaan. Nadat ik zaterdagavond laat een eindversie had voltooid, wilde ik zondagmorgen even wat frisse lucht rondom mijn hoofd voelen. Omdat er al weer andere werkzaamheden op me wachtten, kon het geen lange tocht worden. Daarom werd het een rondje langs de randen van het dorp.

Bij zo'n fietstocht verlies ik de bebouwde kom nooit uit het oog. Dat geeft een geruststellend gevoel. Stel je voor dat ik een hongerige wolf tegen kom, tegenwoordig niet onwaarschijnlijk meer, dan is de veiligheid van de dorpskern nabij. Al fietsende denk ik soms aan mijn jeugd, toen ik nog dichter bij het dorp kon blijven. Dat vond vooral mijn moeder fijn, want die vond het Rommelgebergte en de Bekendelle erg onveilige bestemmingen voor haar zoon.

Voor de jongeren onder de lezers zal ik de contouren van Winterswijk aan het begin van de jaren zeventig schetsen. Het streekziekenhuis en rondweg waren er nog niet. Rondom Freriks geen hotel, flat en een woonwijk. Op de Hoge Wieber lagen hockeyvelden en daarna begon het buitengebied. De woonwijk de Bargerbosch was er nog net niet. Op de Rikker waren nog geen woningen te zien. Als je over de Jachthuisweg fietste zag je slechts huizen in de verre verte. Het was nog een weg waarover de automobilist van Bataafseweg tot Meddoseweg mocht rijden. Met 't Hilgelo waren ze net begonnen, waardoor gemeenteraadsleden nog niet met de nuttige gedachte kwamen om er een brede rondweg aan te leggen voor de Duitsers die wilden recreëren bij de plas.

Het Jeruzalem van Winterswijk, de Pelkwijk, bestond nog niet. Nog geen landgoed Eelink met dure huizen. Geen motomarkt, geen bedrijventerrein rondom de Fortuna-voetbalvelden, nog wel een stinkende destructor, geen rondweg aan die kant van het dorp. Nog geen Dahliastraat en omgeving, nog een Tuunterweg die vanaf de fabriek van de Tuunte het buitengebied in liep, zonder dat ik er veel huizen tegenkwam. Het valt niet te ontkennen dat Winterswijk gedurende mijn leven groter is geworden. Tijdens zo'n zondagmorgen fiets ik gloeiend van trots om ons ondernemende dorp heen.

Meteen besefte ik dat Winterswijk nog niet af is. Om aantrekkelijk te blijven voor jong en oud moet er geld verdiend worden. Dat kan maar op één manier: door over de rand heen te gaan. Er moet meer gebouwd worden. Er wordt wel gezegd dat daar geen ruimte meer voor is, maar dat is onzin. Ik zag vanmorgen voor de zoveelste keer een prima plek: het gebied tussen Bargerbosch en 't Hilgelo. Daar is nog plek voor ettelijke woningen. Het belangrijkste daar lijkt me echter een grote gratis parkeerplaats. Die ligt daar op een zeer strategische plek. Niet alleen gunstig voor al die extra Duitsers die via de toch weer noodzakelijk geworden rondweg over de Jachthuisweg aankomen. Ook zeer geschikt voor al die Enschedeërs die in de komende tijd na al die gratis Winterswijkpromotie hier komen winkelen. ABH-City, regelt u wel even gratis vervoer met golfkarretjes of zo naar het winkelcentrum?

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant