Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Randbericht | Verboden voor duiven

Algemeen Columns

In de bossen bloeien de bosanemonen inmiddels weer volop. Ruim een week geleden was er nog niets te zien, maar zaterdag een week geleden zag ik ze opeens overal. Ze zijn laat dit jaar, hoewel we dat dertig jaar geleden nooit zouden hebben gezegd. Toen begon de bloei altijd pas in de derde week van maart. Tegenwoordig verwachten we ze al vanaf begin maart. De vroegste exemplaren waren de laatste jaren vaak al in februari te zien.

Het weer is dit jaar echter vreemd en wisselvallig. Ik merk het ook in de tuin bij mijn huis. Hyacinten, speenkruid en narcisjes bloeien nu pas. Dat de gele anemoon, die ik ooit kocht bij een kwekerij in 't Woold nog niet bloeide, vond ik dan ook niet meteen zorgwekkend. Totdat ik de witte soortgenoot opeens overal zag bloeien. Die gele is weliswaar iets later, maar de bladeren hadden toch al lang boven de grond moeten zijn. Waarom was dat niet zo? Dat vroeg om een grondig onderzoek.

Terwijl ik er over nadacht stond ik voor het raam en tuurde naar buiten. Ik keek naar het hoekje van de gemetselde bloembak, waarin de gele anemoon op zou moeten komen. Er naast de eerste van de drie planken, die ik er in de winter altijd neerleg om het voer voor de vogels op te strooien. Opeens daalde er vogel neer. Het was Hendrik. Even later kreeg hij gezelschap van Hendrika. Zo noem ik de twee houtduiven die elke dag op de voederplek verschijnen.

Hun gedrag had ik nog nooit grondig bestudeerd, maar nu ik voor het raam stond zag ik dat vooral Hendrik de neiging had om naast de voederplanken te gaan staan. Hij zat voortdurend heen en weer te trippelen op de plek waar de gele anemoon allang boven de grond had moeten komen. Erger nog, die dikke duif zat ook nog regelmatig in de grond te pikken. Geen wonder, besefte ik, dat mijn favoriete tuinplant niet meer zichtbaar wil worden. Die lompe Hendrik zit er veel te vaak op te stampen.

Meteen had ik er genoeg van. Ik maakte tien bordjes met daarop de tekst "verboden voor duiven". Overal hingen ze zeer zichtbaar, maar helaas trok het duivenpaartje zich er niets van aan. Was het onbenulligheid, was het brutaliteit of konden ze niet lezen. Ik had de duiven intelligenter ingeschat. Wat nu? De windbuks die lang geleden door mijn moeder was verstopt te voorschijn halen? Maar ik heb nog nooit geschoten op een dier en zou niet weten hoe ik de duif zou moeten raken.

Hoe kon ik de duif toch verdrijven? Met een hek? Maar ja, het beest kan vliegen. Daarom moeten de hekken om mijn tuin ook een dak krijgen. Dat zou je een kooi kunnen noemen. Niet een kooi om vogels binnen te houden, maar om ze te weren. Toch wil ik niet alle vogels weren. De koolmezen, pimpelmezen, heggemussen, huismussen, merels, winterkoninkjes, roodborstjes en vinken zijn allemaal welkom. Die wil ik het hele jaar door wel een hapje extra geven. Daarom is het een kooi met gaas geworden dat niet al te kleine mazen heeft. De mazen zijn echter klein genoeg om de duiven te weren. Voor de gele anemoon is dat dit jaar waarschijnlijk te laat, maar voor volgend jaar heb ik weer hoop.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant