Sander Tiggeloven op het hoofdveld van sportpark 't Konder, het onderkomen van Sportclub Meddo. Foto: Bart Kraan  
Sander Tiggeloven op het hoofdveld van sportpark 't Konder, het onderkomen van Sportclub Meddo. Foto: Bart Kraan  

'Op het veld geef ik honderd procent, daarbuiten is ruimte voor een geintje'

Algemeen

Sander Tiggeloven speelt 250 duels in eerste elftal Meddo

Door Bart Kraan

MEDDO – Onlosmakelijk verbonden aan Sportclub, een echte clubman dus. Dat kan worden gezegd van Sander Tiggeloven, die op 1 maart 1996 lid werd van de vijfdeklasser uit 'zijn' kerkdorp en al op zestienjarige leeftijd zijn debuut maakte in de hoofdmacht. Inmiddels heeft de 28-jarige routinier 250 wedstrijden in het keurkorps van Sportclub Meddo gespeeld.

Daarvoor werd hij onlangs voor de thuiswedstrijd tegen Bentelo door voorzitter Tom Meeusen in het zonnetje gezet. Meeusen sprak de routinier toe en overhandigde hem als blijk van waardering voor zijn inzet een glazen bokaal met inscriptie. Met zijn onderscheiding schaart Tiggeloven zich in een rijtje met ex-spelers als Gé Klanderman, Henk Hoenink, Huub Pierik en Geert van Westerhuis die in het verleden ook langdurig voor het eerste elftal van Sportclub Meddo speelden. "Dat zijn namen van mensen van voor mijn tijd", zo glimlacht Tiggeloven. "Ik weet van twee jongens, Henri Zieverink en Herwin Prinsen, dat ze ook 250 wedstrijden in het eerste van Meddo hebben gespeeld. Wij zijn echte clubmensen, zijn in Meddo geboren en getogen. Alle drie komen we ook van de boer.''

Dat Tiggeloven, met zijn vader, een eigen boerderij heeft, is ook een van de redenen dat hij nooit heeft geprobeerd bij een andere club zijn voetballoopbaan op een hoger peil te brengen. "Er is meer dan voetbal. Ik werk fulltime en heb met mijn vader een boerderij. Dan blijft er niet veel tijd over. En er kan op de boerderij altijd wat gebeuren, omdat je wel te maken hebt met dieren. Dan kom je 's avonds, als je moet trainen, wel eens om twee minuten over acht op de club. Dat snappen ze hier. Het is nu het maaiseizoen, daarom heb ik twee of drie keer niet kunnen trainen. Hier kan dat. Als je bij een hoger spelende club voetbalt, wordt van je verlangd dat je op tijd bent."

En Tiggeloven spreekt het gemoedelijke bij Sportclub Meddo aan, de vereniging waar hij ook de nodige familie treft. Want zijn negentienjarige broer Michiel maakt ook deel uit van het eerste elftal, terwijl vader Bennie als elftalleider fungeert en moeder Francis de kleding wast. En tot voor kort fungeerden zijn zussen Anouk en Lynet als verzorgster. Tiggeloven vindt het prima dat hij ook bij zijn club familieleden treft. "Ik kan prima overweg met mijn vader en broer. Met Michiel heb ik tijdens de wedstrijd wel eens een woordenwisseling, maar na de tijd is dat klaar. En mijn vader geeft me de ruimte om te voetballen, hetgeen ook geld voor mijn vriendin Ilona Langenbarg."

Tiggeloven maakte uit, bij het Gelselaarse EGVV, onder trainer Dick Makkink zijn debuut voor het eerste elftal van Sportclub Meddo als invaller. "Moest ik warmlopen op het tweede veld, waar voor de wedstrijd de warming up ook was", zo kan hij zich nog herinneren. "Het was toen hartstikke koud, ik had twee trainingsbroeken aan. Maar ik scoorde wel en we wonnen, alleen weet ik niet meer met hoeveel."

Makkink hield Tiggeloven, nog B-jeugdspeler, bij het eerste elftal, waarvoor hij dat seizoen vijf duels speelde. Dat met Meddo-coryfeeën als Maarten Idink, Herwin Prinsen, Arnold Simmelink, Henri Zieverink, Marc Wenneger, Frank Overkamp en Wijnand Hoog Antink, nu hoofdsponsor van Sportclub Meddo. Hij bleef daarna deel uitmaken van de eerste selectie van zijn club. Tiggeloven fungeerde aanvankelijk nog wel eens als reserve. Maar na verloop van tijd groeide hij, onder Marco Wiggers, de opvolger van Makkink, en Ronald Ebbers uit tot vaste waarde op het middenveld. Dat als 'voetballer', niet als loopwonder. "Ik moest het van mijn inzicht, traptechniek en passing hebben, ik was niet zo'n loper. En ik moest mijn duels winnen, waarbij ik af en toe best een pittige overtreding maakte."

Die speelstijl leverde Tiggeloven de eerste jaren als selectiespeler nog wel eens een gele kaart op. "Dan ging het knopje om, maar maakte ik in een poging om balverlies te corrigeren vaak op de helft van de tegenstander een overtreding. Daardoor heb ik wel eens onnodige gele kaarten opgelopen", aldus Tiggeloven, die in zijn lange loopbaan slechts een keer uit het veld werd gestuurd. "Was tegen Zuid-Eschmarke, kreeg ik twee keer geel."

Nu nog kenmerkt de speelstijl van Tiggeloven zich door fanatisme en de absolute wil om te winnen. Daardoor kon hij zich wel vinden in de visie van Marco Wiggers, de opvolger van Makkink. "De tijd onder Makkink was hartstikke leuk, hij vond gezelligheid belangrijk. Wiggers was meer van het voetbal en daar ben ik ook wel van. Het moet op het veld gebeuren, anderhalf uur tijdens de wedstrijd en doordeweeks op de training. Op het veld ben ik een eikel, als een goede bekende tegen de grond moet, gebeurt dat ook. Op de training geef ik altijd honderd procent. Maar buiten de trainingen en de wedstrijden moet er wel ruimte zijn voor een geintje.''

Na Wiggers kwam Ronald Ebbers, die zes jaar geleden werd opgevolgd door de onlangs vanwege kritiek op de mentaliteit van de spelers in dagblad De Gelderlander ontslagen Frank Verheijen. Die posteerde Tiggeloven in het centrum van de verdediging, omdat hij van mening was dat Tiggeloven daar van toegevoegde waarde voor zijn ploeg was. ,,We hadden toen een jong team. Ik ben sterk in de coaching en heb het noodzakelijke inzicht. En ik kan met mijn lange passes gemakkelijk de aanvallers bereiken, vandaar dat ik achterin terecht kwam'', aldus de routinier.

Tegelijkertijd werd Tiggeloven ook aanvoerder, een functie die hij nu nog bekleedt. "Ik ben het verlengstuk van de trainer en de spelers. De jongens kunnen bij me terecht als ze problemen hebben. En ik moet dingen regelen, zoals een cadeau als iemand vader is geworden. En ik heb zondag na het duel tegen Diepenheim de supporters bedankt. Die zijn heel trouw."

Hoewel hij al twaalf jaar deel uitmaakt van het eerste elftal van Sportclub Meddo, is Tiggeloven met zijn 28 jaar nog relatief jong. En kan hij dus nog de nodige seizoenen mee. "Zolang ik me fit voel, ga ik door. Dan hoop ik wel dat ik nog een keer kampioen word of promoveer. Want ik heb nog nooit een prijs gepakt, ook niet in de jeugd. Een keer ben ik er dicht bij geweest. We moesten een aantal jaren geleden tegen Zeddam een beslissingswedstrijd spelen om het kampioenschap van de zesde klasse, die na afloop van het seizoen zou worden opgeheven. Na negentig minuten stond het 0-0, we verloren in de verlenging met 1-0. Ik hoop dat we volgend jaar mee kunnen doen, moet de selectie wel bij elkaar blijven."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant