Wim Aalderink vertelt over de burgemeesters van Winterswijk tijdens afscheid van Thijs van Beem. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Wim Aalderink vertelt over de burgemeesters van Winterswijk tijdens afscheid van Thijs van Beem. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Wim Aalderink: 'Als jongetje al geïnteresseerd in geschiedenis'

Algemeen Burgemeesters van Winterswijk

Wethouder vertelt over de burgemeesters van Winterswijk

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Een groot deel van zijn carrière was Wim Aalderink werkzaam in de financiële wereld. Nadat hij door een reorganisatie baanloos werd, startte hij niet alleen een eenmansbedrijfje. Hij besloot ook te gaan studeren. In 2009 begon hij met een avondstudie geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. In juni 2014 studeerde hij af. Aanvankelijk was het zijn bedoeling daarna leraar te worden, maar intussen was de politiek op zijn pad gekomen. Hij werd wethouder. Zijn historische kennis en interesse kwam echter goed van pas, want bij het afscheid van Thijs van Beem als burgemeester vertelde hij over de burgemeesters van Winterswijk.

Toekomst en verleden Winterswijk
Eind vorig jaar kwam in een vergadering van Burgemeester en Wethouders de afscheidsbijeenkomst van Thijs van Beem ter sprake. "Thijs wilde niet iets groots als een symposium, maar een kort verhaal over de toekomst en de geschiedenis van Winterswijk leek hem wel aardig", vertelt Aalderink. Van Beem vroeg zijn wethouders of een van hen een idee had wie dat historische verhaal kon vertellen. "Ik ben natuurlijk historicus", zegt Aalderink. "Daarom wilde ik het wel doen. De vraag komt dan meteen: hoe dan? Ik besloot al snel als rode draad voor het verhaal de burgemeesters van Winterswijk te kiezen." In de kerstvakantie ging hij aan de slag.

Ook voogden
Allereerst zocht Aalderink op Google wat er over de Winterswijkse burgemeesters te vinden was. Daarna bladerde hij door enkele jaargangen van het blad Museum Nieuws en keek hij in het oude Kerspel van B. Stegeman. Al snel besloot hij iets verder terug in de tijd te gaan. Van "echte" burgmeesters was pas sprake vanaf de Franse tijd in het begin van de negentiende eeuw. Maar daarvoor waren er al wel burgemeesterachtige functies geweest, zoals de voogden die Winterswijk kent vanaf de zestiende eeuw. Veel informatie vond Aalderink in de twee delen 'Winterswijk onder het vergrootglas' waarin J.B. te Voortwis na jarenlang archiefonderzoek heel veel details over de periode 1500 tot 1750 heeft beschreven. Aalderink had die boeken al gelezen voor zijn geschiedenisstudie. "Mijn bachelorscriptie ging over migratie vanuit de Achterhoek naar Amsterdam in de periode 1600 tot 1800." Bij Te Voortwis kwam hij naast informatie over verhuizende Winterswijkers toen al veel verhalen tegen over die voogden.

Jeugdliefde
Wim Aalderink is later toch nog geschiedenis gaan studeren, omdat hij er van jong af aan in geïnteresseerd was. Hij noemt het zelfs zijn "jeugdliefde". Op de HAVO heeft hij daarom voor geschiedenis in zijn eindexamenpakket gekozen, hoewel hij verder een exact pakket had. De liefde bloeide op tijdens de lagere schooltijd. Hij vermoed dat een onderwijzer die geweldig goed kon vertellen een belangrijke prikkel is geweest. "De oudheid boeide toen me het meest." Inmiddels vindt hij alle tijdperken leuk. Naast zijn wethouderschap heeft hij tijd voor lezen. "Naast het bed ligt altijd een thriller. Daar lees ik voor het slapen een half uur in. Geschiedenisboeken leest hij in de stoel. Momenteel is hij bezig in 'Beknopte geschiedenis van Nederland' van James Kennedy.

De wethouder vond het boeiend om zich te verdiepen in de burgemeesters en voogden van Winterswijk. Voor de lezing bij het afscheid van Thijs van Beem heeft hij het verhaal moeten inkorten, want hij had maar twintig minuten. Hij ziet zijn kleine studie als een eerste aanzet. "Ik had al snel genoeg materiaal voor het verhaal, maar ik had veel dieper kunnen graven en bijvoorbeeld meer over de leefomstandigheden kunnen schrijven." Onder de burgemeesters is Jan Kneppelhout hem het meest opgevallen. Hij was van 1938 tot 1941 onder moeilijke omstandigheden burgemeester en keerde in 1945 terug om nog eens tien jaar het ambt uit te oefenen. Grappig vond Aalderink de reeks voogden, die van vader op zoon het ambt doorgaven. "Ik vond het bijzonder dat dit kon." Over de burgemeesters vanaf de jaren 70 heeft Aalderink niet veel opgeschreven. "Daar hebben de meeste mensen nog herinneringen aan."

Bij dit artikel wordt de eerste aflevering afgedrukt van de lange versie van de voordracht van Wim Aalderink over de geschiedenis van de Winterswijkse burgemeesters. In de komende weken volgen nog vier afleveringen.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant