Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Zwaleman | Flipje

Algemeen

Flipje

Het gaat weer hartstikke goed met ons land. Dat zegt tenminste het Centraal Planbureau. Dat maakte vorige week bekend dat voor het eerst sinds 2007 de economische groei van Nederland weer boven de drie procent uitkomt. 'De crisis is nu echt voorbij', jubelden de deskundologen op rij.

Dat wil ik best geloven, maar voorlopig jubel ik nog niet mee. Want ik vraag me bij dit soort berichten altijd af wie er dan profiteert van die groei. Ik niet. Mijn pensioen is tenminste nog geen cent gestegen. Aan de andere kant: vorige week zat ik in het kader van een klein familiefeestje in een restaurant, dat werkelijk tot aan de nok toe vol zat. Misschien klopt het dan in ieder geval toch, dat we weer wat meer uit te geven hebben. Gemiddeld, wel te verstaan.

In een krantenartikel van een paar weken geleden las ik trouwens ook al, dat het weer een stuk beter gaat met de restaurants. In tegenstelling tot de café's en discotheken. Die hebben nog steeds moeite om het hoofd boven water te houden. Volgens een buurman die het weten kan (hij is een stuk jonger en veel meer kroegtijger dan ik) is dat slechts een tijdelijk, alleen voor de zomer geldend verschijnsel. Althans hier in Achterhoek en Liemers. "De jongelui gaan in de zomermaanden liever naar een dorpsfeest", wist hij me te vertellen. "Vinden ze veel gezelliger en ze hebben keuze genoeg."

Dat laatste klopt in ieder geval. Aan feesten geen gebrek in onze streek. Geen dorpje zo klein, of het heeft wel zijn eigen kermis, school- en volksfeest of schuttersfeest. Voor een groot deel zijn dat feesten die op de een of andere manier aan de kalender zijn verbonden. Omdat ze bijvoorbeeld voortkomen uit een Middeleeuwse jaarmarkt, een processie of speciale mis (kermis zou een verbastering zijn van kerkmis), of omdat ze te maken hebben met het binnenhalen van de oogst. In mijn vorige woonplaats Laren bijvoorbeeld bestaat de kermis al zo lang, dat niemand precies weet wanneer ie voor het eerst werd gehouden. Maar meester Heuvel beschrijft in het boek Achterhoeksch Boerenleven wel hoe het er in zijn jeugd (plm. 1885) aan toeging: eerst op zondag netjes naar de kerk, pas daarna op maandag lekker brekken en angaon. Al heeft die keurige Heuvel zelf die laatste woorden zeker niet gebruikt.

Het jaarlijkse SEN-feest in mijn huidige woonplaats Neede is nog niet zo oud, dat werd pas in 1976 voor het eerst gehouden. Er zit ook geen speciale kerkdienst aan vast. Wel een soort niet-historische jaarmarkt. En wat voor één! De Needse Jammarkt trekt in z'n eentje meer bezoekers dan menig kermisfeest elders in de Achterhoek. Zeker als het mooi weer is kun je in de twee winkelstraten van het dorp over de koppen lopen. En dat, terwijl er toch niet veel meer te zien en te koop is dan jam. Maar dan wel in allerlei soorten en smaken.

De markt heeft trouwens wel een beetje met de Needse geschiedenis te maken. In de vorige eeuw was Neede namelijk het Achterhoekse Tiel. Net als in die plaats in de Betuwe stond er een jamfabriek. Niet zo groot, maar een tijdlang bloeiend, een concurrent van die fabriek in Tiel. Alleen… die laatste fabriek bestaat nog steeds, terwijl die in Neede al in 1939 ter ziele ging. Maar ja, in de Betuwe bedachten ze in de jaren '30 dat rare frambozenmannetje Flipje, dat de Betuwe-jam in het hele land bekend maakte. Ook ik las in mijn kinderjaren de boekjes met de avonturen van Flipje en zijn vrienden. Wie wil weten hoe die boekjes er uitzagen kan terecht in de Oale Smederieje, het onderkomen van de Historische Kring Neede. Daar is een expositie over Flipje ingericht, die nog tot en met 10 september op woensdag- en zaterdagmiddag te zien is. U zou een bezoekje aan de expositie kunnen combineren met een bezoek aan de Jammarkt (woensdag 23 augustus). Dan wens ik u alvast mooi weer. Maar pas op voor de wespen, want ook die weten de weg naar de markt te vinden.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant