Burgemeester Kneppelhout. Foto: PR
Burgemeester Kneppelhout. Foto: PR

Burgemeesters van Winterswijk deel 3

Algemeen Burgemeesters van Winterswijk

WINTERSWIJK - Op 26 januari 1856 wordt Matthijs Arnoldus Holsboer benoemd tot burgemeester van Winterswijk als opvolger van Oswald Tulleken. Hij ontwierp de eerste landelijke Algemene Politieverordening voor gemeenten op het platteland, die op 18 augustus 1856 in werking trad. Op 28 april 1863 geeft hij aan dat hij de Koning om ontslag zal vragen omdat zijn gezin in Winterswijk niet kan aarden. Onbegrijpelijk natuurlijk.

Door Wim Aalderink

Rel om buste Thorbecke
Holsboer werd opgevolgd door F.J. Veeren. Tijdens zijn burgemeesterschap vond er in 1872 een rel plaats in de raadszaal vanwege de aanschaf van een buste van Thorbecke. Dit leidde tot een onderzoek op last van hogerhand naar vermeende majesteitsschennis. Waar een liberaal al niet toe in staat is! Veeren stierf in het harnas toen hij als burgemeester persoonlijk Winterswijkse rekruten ging afleveren in Arnhem, niet door schermutselingen, maar aan een hartaanval onderweg. Winterswijk groeide langzaam maar gestaag en had in deze tijd 8.000 inwoners.

Theodoor Philip baron Mackay, die in 1874 promotie maakt naar Winterswijk vanuit Amerongen/Leersum nam in 1881 het tweede gemeentehuis in gebruik, een verbouwd herenhuis aan de Wooldstraat.

Wegennet verbeterd
Van zijn opvolger, de uit Bolsward afkomstige Fries Eco Haitsma Mulier, weten we dat hij werd geconfronteerd met hoge verwachtingen. De bevolking was namelijk niet blij geweest met zijn voorganger. Hij maakte de verwachtingen waar. Onder zijn bewind kwamen er onder andere drie scholen, werd het wegennet verbeterd en de begraafplaats uitgebreid. In 1903 mocht hij Prins Hendrik ontvangen tijdens een grote landbouwtentoonstelling in en rondom het feestgebouw, het gebouw dat in 1966 is weggewaaid en vervangen door schouwburg De Storm. Het inwonertal bedroeg bij het bezoek van Prins Hendrik 11.000. Tijdens het burgemeesterschap van Jonkheer Gerard Alfred van Nispen werd in Corle voor het eerst in Nederland aardolie en aardgas gevonden. Gezien de huidige situatie in Groningen mogen we blij zijn dat het daarbij is gebleven. In de 22 jaar dat hij burgemeester was werden nieuwe wegen aangelegd, kwam de gasfabriek in gemeentelijk beheer, werd het slachthuis gesticht, kwamen er twee ziekenhuizen en werd er een vrijwillige brandweer opgericht.

Eerste zeven stenen
In mei 1928 werd J.A.R. Bosma benoemd tot burgemeester van Winterswijk. Daarvoor had hij dezelfde functie vervuld in Nijenveen en Enkhuizen. Goed om te weten dat Winterswijk in die tijd een promotie was ten opzichte van Enkhuizen. Hij hield er kennelijk van om de verschillende delen van Winterswijk heel persoonlijk te leren kennen. Hij ging eerst aan de Wooldstraat wonen, later in Henxel vervolgens aan de Morgenzonweg en tenslotte aan de Singelweg. In zijn periode kwam er riolering, waterzuivering, bestrating, de destructor en werd besloten tot de bouw van een nieuw gemeentehuis op de Balinkes. Daarvan legde hij op 20 mei 1938 de eerste steen. Of eigenlijk de eerste van zeven eerste stenen. Ook de wethouders, het oudste raadslid, de gemeentesecretaris en mevrouw Bosma mochten hun steentje bijdragen.

Kneppelhout
In augustus 1938 werd Jan Kneppelhout burgemeester van Winterswijk. Na de inval van de Duitsers nam Kneppelhout bewust geen contact op met Duitse instanties. De Duitsers hadden zich bij hem te melden! In de loop van 1940 botste Kneppelhout enkele malen met de Duitse autoriteiten over zijn aanstootgevende Oranjeaanhankelijkheid. Op 7 april moest Kneppelhout, nadat hij op de zondag daarvoor een op de kerk aangebracht pro-Duits affiche had laten verwijderen, zich bij de Sicherheitspolizei in Arnhem melden. Hij zat tien weken gevangen in Scheveningen en werd ontslagen als burgemeester. Na een tussenbenoeming van mr. J. Voorink als waarnemend burgemeester van 21 april 1941 tot 17 maart 1942 werd de NSB er W.P.C. Bos benoemd tot burgemeester. Kneppelhout werd op 4 mei 1942 gevangen gezet in het seminarium Beekvliet in St. Michielsgestel als gijzelaar. Deze gijzelaars stonden met hun leven borg voor de 'rust in het land'. Op18 december 1942 kwam hij vrij en keerde terug naar Winterswijk, maar dat zinde burgemeester Bos niet. Op 9 april 1943 schreef Bos in slecht Duits een brief waarin hij Kneppelhout aanbeval 'für Arbeit in Deutschland'. Tot een oproep voor tewerkstelling in Duitsland kwam het niet. Kneppelhout was getipt, liet zich aanstellen als kerkelijk ontvanger en ontsprong zo de dans. In augustus 1943 kreeg hij het bevel Winterswijk te verlaten en vertrok hij eerst naar Barchem, daarna naar Zwiep. Een oproep voor spitwerk kon Kneppelhout, weer gewaarschuwd, ook hier ontlopen door onder te duiken. Na de bevrijding van Winterswijk – op 31 maart 1945 – vertrok Kneppelhout op de fiets met zijn vrouw en twee van zijn kinderen naar Winterswijk. Bos was gevlucht en op 4 april 1945 kon Jan Kneppelhout zijn taken als burgemeester weer oppakken.

Burgemeester Mackay. Foto: PR
Afbeelding
Burgemeester Bosma. Foto: PR

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant