OBS Kotten verrijkt Armenbos met nieuwe aanplant

WINTERSWIJK - De uitgelaten groep kinderen had er woensdagmorgen duidelijk zin in op de Nationale Boomfeestdag van 22 maart. Voorzien van laarzen of werkschoenen en werkkleren waren de leerlingen van OBS Kotten goed voorbereid op het planten van wintereiken in het kletsnatte 'Armenbos' in Huppel onder leiding van boswachter Ronny ter Horst van het Geldersch Landschap & Kasteelen. Aan wethouder Gert-Jan te Gronde de eer om na de instructie de eerste aanplant te verrichten in een voorgeboord gat. Daarna gingen de schoppen van de eerste groep scholieren enthousiast de grond in onder toeziend oog van enkele boswachters, terwijl een tweede groep werd meegenomen in het bos voor een rondleiding.

Door onze verslaggever

"Wie heeft er al eens een boom geplant?" vraagt de boswachter. Alle vingers gaan omhoog. Voor sommige leerlingen is het niet de eerste boomplantdag en een enkele weet nog te vertellen waar 'haar' boom staat. In tweetallen gaan ze ijverig aan de slag.
Boswachter Ter Horst wil afwisseling in het bos hebben in leeftijd en soort. "Voor de flora en fauna is het van belang dat je zowel oude als jonge bomen hebt staan." Hij wijst op een groep lagere sparren, die voor reewild een perfecte dekking vormt. Om de wintereiken te planten moesten eerst sparren worden gerooid, die aan het einde van de 'omloop' waren, zoals dat in vaktermen heet. "Je kunt ze natuurlijk nog tien tot vijftien jaar laten staan, maar dan zijn ze verrot en leveren niets meer op", aldus ter Horst. De reeën vormen trouwens ook een bedreiging voor het opgroeien van de jonge eiken. "Ik hoop dat de reeën hier een beetje wegblijven, want zij houden van de jonge scheuten en de bokken gebruiken de jonge boompjes ook om hun gewei te schuren." De wintereik is een inheemse soort, die echt in het Winterswijkse landschap thuishoort. De sparren worden soms ertussen geplant om er voor te zorgen dat de eik niet te veel in de breedte gaat groeien. Hij wil lange rechte bomen hebben in dit 'productiebos', waar hij nog nooit een wandelaar is tegengekomen.

'Wij planten dus de helft voor niks'
Die conclusie krijgt boswachter Arnold te horen na een uitleg over uitdunning, naar aanleiding van de vraag of de bomen niet te dicht op elkaar werden geplant. Intussen zijn bij de leerlingen de jassen al uitgegaan, zitten de kleren onder de modder en blijft een laars met of zonder eigenaar vastgezogen achter in een gat met leemachtige brij. Het hoort er allemaal bij en de kinderen genieten er zichtbaar van. Als de blubberlaarzen dan ook nog 'verdachte' geluiden gaan maken, zit de sfeer er helemaal in. Het tempo trouwens ook: "Meester, het mag wel sneller hoor", wordt er nog geroepen. En regelmatig hebben ze niet snel genoeg een jonge eik. "Boom, boom", hoor je dan. Het lied: 'Plant een boom, plant een boom' wordt tijdens het werk uit volle borst gezongen. Gezien het harde werken is er alle reden om even te pauzeren om wat te drinken en een appeltje te eten. Na de pauze neemt vrijwillig educatief boswachter Wim de Vries de 'planters' mee voor een rondleiding.

Struinen en slootje springen
"Het leukste vinden ze toch om door het bos te struinen en slootje te springen", zegt de Vries lachend vooraf. Toch krijgt hij daarna alle aandacht. Er is ook genoeg te beleven. Blauwe stippen en rode kringen op de bomen, wat is het verschil tussen de wintereik en de zomereik? Omgevallen bomen, een kikker, die zijn dril niet kon ophouden tot het vennetje. Boswachter De Vries legt alles uit. De kinderen vinden alles leuk en het is een geslaagde dag. Bovendien is nu het 'Armenbos' nog een stukje nieuw bos rijker.